Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
Deze verregaande maatregel strookt naar het oordeel van de Raad niet met artikel 19 lid 1 van de Pbw. Daarin is bepaald dat de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel plaatsvindt ‘in een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is’. Anders dan de Staatssecretaris aangeeft in de toelichting, meent de Raad dat de mogelijkheid van plaatsing in algehele dan wel beperkte gemeenschap niet betekent dat één van beide regimes geschrapt kan worden. De Raad acht het wijzigingsvoorstel op dit punt daarom in strijd met de thans geldende Pbw en vindt hiervoor geen goede argumenten in het wijzigingsvoorstel. Bovendien heeft het afschaffen van dit regime grote consequenties voor de uitvoering van het beoogde basis- en plusprogramma.”
Ten slotte stelt de RSJ de afschaffing van het zogeheten regime van algehele gemeenschap in de gevangenis aan de orde. Volgens de RSJ wordt met de wijzigingsregeling het regime van algehele gemeenschap afgeschaft, hetgeen in strijd is met de Penitentiaire beginselenwet. Dit berust echter op een misverstand.
De invoering van een dagprogramma is een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende algemene regel. Dit is geen beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw. Tegen een dergelijke invoering kan enkel beklag worden ingesteld (…) indien sprake is van strijd met hogere wet- of regelgeving. Nu de afdeling D van de p.i. Leeuwarden (…) inmiddels is aangewezen als gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap, is er bij dat dagprogramma – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – geen sprake (meer) van strijd met hogere wet- of regelgeving.”
In het kader van de beoordeling van onderhavig verzoek komt de voorzitter niet toe aan de vraag of een aanwijzingsbeslissing van een p.i. terugwerkende kracht heeft. Aangezien de voorzitter enkel de tenuitvoerlegging van een beslissing kan schorsen is nu slechts van belang of de inrichting een geldige aanwijzing als inrichting met beperkte gemeenschap heeft. Zulks is het geval.
Als men deelneemt aan activiteiten, wordt men niet ingesloten. Het aantal uren van het dagprogramma is door de invoering van de nieuwe regeling niet verminderd. Het aantal uren aan activiteiten is evenmin verminderd, nu klager is geplaatst in het plusprogramma.