ECLI:NL:RBDHA:2014:7909
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen tot verbod op executiemaatregelen tegen vennoot van vennootschap onder firma
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 april 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [A], een vennoot van de vennootschap onder firma ‘Café-restaurant Kasba v.o.f.’, en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. [A] vorderde een verbod op executiemaatregelen die de Staat tegen hem had getroffen in verband met boetebeschikkingen die aan de vennootschap waren opgelegd wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De rechtbank heeft geoordeeld dat iedere vennoot hoofdelijk aansprakelijk is voor de verbintenissen van de vennootschap onder firma, waardoor de Staat gerechtigd was om [A] aan te spreken voor de betaling van de boetes. De rechtbank heeft vastgesteld dat [A] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om rechtsmiddelen aan te wenden tegen de boetebeschikkingen. De vorderingen van [A] zijn afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten van de Staat. De rechtbank heeft ook de mogelijkheid van een veroordeling in nakosten en wettelijke rente bepaald, mocht [A] niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoen.