ECLI:NL:RBDHA:2014:7937

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 juni 2014
Publicatiedatum
27 juni 2014
Zaaknummer
C-09-463369 - KG ZA 14-405
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen in kort geding inzake aanbesteding Concessie beheer en exploitatie binnensportvoorzieningen Gemeente Leidschendam-Voorburg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Optisport Exploitaties B.V. en de Gemeente Leidschendam-Voorburg, waarbij Sportfondsen Boreas B.V. als tussenkomende partij is toegelaten. Optisport vorderde de Gemeente te gebieden het gunningsvoornemen in te trekken en de aanbesteding te staken, omdat zij meende dat de Gemeente de prijsbeoordelingssystematiek op ontoelaatbare wijze had gewijzigd door een fictieve huursom toe te voegen. De Gemeente had op 23 september 2013 een niet-openbare aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor de gunning van de Concessie voor het beheer en de exploitatie van binnensportvoorzieningen. Optisport en Sportfondsen waren beide uitgenodigd om in te schrijven. Na de inschrijving op 7 februari 2014, heeft de Gemeente aan Optisport meegedeeld dat zij voornemens was de Concessie aan Sportfondsen te gunnen. Optisport stelde dat de wijziging van de beoordelingssystematiek haar kansen had geschaad en dat de Gemeente niet conform het Aanbestedingsbestek had gehandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat Optisport onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat zij door de wijziging in haar belangen was geschaad. De Gemeente had de wijziging gerechtvaardigd door ervaringen uit een eerdere aanbesteding. De vorderingen van Optisport werden afgewezen, en de Gemeente werd gemachtigd om de Concessie aan Sportfondsen te gunnen. Optisport werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de Gemeente als Sportfondsen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/463369 / KG ZA 14-405
Vonnis in kort geding van 6 juni 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Optisport Exploitaties B.V.,
gevestigd te Gorinchem,
eiseres,
advocaat mr. D.B. Zieren te Rotterdam,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
Gemeente Leidschendam-Voorburg,
zetelend te Leidschendam (gemeente Leidschendam-Voorburg),
gedaagde,
advocaat mr. R.J. Roks te Amsterdam,
waarin is tussengekomen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Sportfondsen Boreas B.V.,
gevestigd te Amsterdam Zuidoost,
advocaat mr. W.M. Ritsema van Eck te Leiden.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘Optisport’, ‘de Gemeente’ en ‘Sportfondsen’.

1.Het incident tot tussenkomst

Sportfondsen heeft gevorderd te mogen tussenkomen in de procedure tussen Optisport en de Gemeente. Ter zitting van 23 mei 2014 hebben Optisport en de Gemeente verklaard geen bezwaar te hebben tegen de tussenkomst. Sportfondsen is vervolgens toegelaten als tussenkomende partij, aangezien zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij daarbij voldoende belang heeft. Voorts is niet gebleken dat de toewijzing van de gevorderde tussenkomst in de weg staat aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 23 mei 2014 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Op 23 september 2013 heeft de Gemeente een niet-openbare procedure uitgeschreven voor de opdracht ‘uitgifte concessie beheer en exploitatie binnensportvoorzieningen Gemeente Leidschendam-Voorburg’, hierna ‘de Concessie’. In de aankondiging is de Concessie als volgt omschreven:
“Het risicodragend ter hand nemen van het beheer en de exploitatie van sportcomplex Forum Kwadraat (zwembad en sporthal) en de sporthallen Essesteijn, De Tas en De Bocht, alsmede het nieuw te realiseren zwembad De Fluit. Om voor opdracht in aanmerking te komen dient de te contracteren marktpartij tevens met ingang van 1 januari 2015 de bedrijfsvoering van het bestaande zwembad De Fluit op zich te nemen tot aan de gebruiksklare oplevering van het nieuwe zwembad.”
Als gunningscriterium geldt de economisch meest voordelige inschrijving.
2.2.
De selectiefase van de aanbestedingsprocedure is nader omschreven in de Selectie- en gunningleidraad d.d. 23 september 2013, hierna ‘de Leidraad’.
2.3.
In een Nota van Inlichtingen van 10 oktober 2013 is door de Gemeente antwoord gegeven op vragen over de Leidraad.
2.4.
Bij brief van 29 oktober 2013 heeft de Gemeente aan Optisport meegedeeld dat zij voor de Concessie aanmeldingen heeft ontvangen van Optisport en van Sportfondsen en dat deze aanmeldingen zijn getoetst door de selectiecommissie en positief zijn beoordeeld. Voorts heeft de Gemeente meegedeeld dat Optisport en Sportfondsen zullen worden uitgenodigd voor het doen van een inschrijving voor de Concessie. Zij hebben daartoe het ‘Aanbestedingsbestek Uitnodiging tot inschrijving’ d.d. 20 november 2013 (hierna ‘het Aanbestedingsbestek’), met bijlagen, ontvangen. In het Aanbestedingsbestek is de gunningsfase beschreven.
2.5.
In het Aanbestedingsbestek is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“(…)
3.5
Beoordeling en gunning
(…)
De opdracht zal worden verstrekt aan de inschrijver met deeconomisch meest voordelige inschrijving. Ten grondslag aan de bepaling van de economisch meest voordelige inschrijving ligt enerzijds de opgave van de door de inschrijver gevraagde financiële bijdrage en anderzijds een kwalitatieve onderbouwing op basis van een bedrijfsplan.
De volgende gunningcriteria met bijbehorende puntentoekenning worden gehanteerd:
Criteria
Score
Financiële bijdrage
Maximaal 70 punten
Kwaliteit bedrijfsplan
Maximaal 30 punten
Totaal
Maximaal 100 punten
3.5.1
Financiële bijdrage
De financiële bieding van inschrijvende marktpartijen dient te bestaan uit een opgave per binnensportvoorziening van de aan de gemeente Leidschendam-Voorburg gevraagde exploitatiebijdrage. Deze opgaven dienen te omvatten:
sportcomplex Forum Kwadraat gedurende een periode van 10 jaar;
sporthal Essesteijn gedurende een periode van 10 jaar;
sporthal De Bocht gedurende een periode van 10 jaar;
sporthal De Tas gedurende een periode van 10 jaar;
het bestaande zwembad De Fluit tot aan de gebruiksklare oplevering van het nieuwe zwembad, vooralsnog gedurende een periode van 1,5 jaar;
het nieuw te realiseren zwembad De Fluit voor een periode van 8,5 jaar.
Vervolgens dienen de benodigde bijdragen (a tot en met f) getotaliseerd en gedeeld te worden door de contractduur van 10 jaar.
De uitkomst hiervan vormt de benodigde gemiddelde gemeentelijke bijdrage die in het kader van de uit te geven concessie als ‘financiële bijdrage’ wordt aangemerkt en beoordeeld.
De inschrijver met de laagste financiële bijdrage krijgt het maximaal te behalen aantal punten van 70. Aan de overige inschrijvers zullen minderpunten worden toegekend op basis van hun procentuele afwijking ten opzichte van de laagste inschrijver:
x - y
Score inschrijvers = 100% - (------ * 100 %) * 70
y
x = financiële bijdrage inschrijver
y = laagste inschrijver
Op basis van de hiervoor vermelde formule is het volgende fictieve voorbeeld uitgewerkt:
Partij
Financiële bijdrage
(gemiddeld per jaar)
Score op prijs
A
€ 150.000,=
70
B
€ 180.000,=
56
C
€ 165.000,=
63
(…)
6.2.7
Huurprijs
Voor alle betrokken binnensportvoorzieningen wordt door de gemeente Leidschendam-Voorburg een marktconforme huurprijs in rekening gebracht. De huurprijs voor sportcomplex Forum Kwadraat is mede afhankelijk van de resultaten van het overleg dat de gemeente momenteel voert met de eigenaar van het sportcomplex. Voor het bestaande zwembad De Fluit is – gezien het feit dat zwembad middels een bruikleenovereenkomst beschikbaar wordt gesteld – géén huurprijs van toepassing. De huurprijs voor het nieuw te realiseren zwembad De Fluit is mede afhankelijk van de stichtingskosten, die momenteel nog niet bekend zijn aangezien de aanbesteding nog in uitvoering is. Op grond van het voorgaande en de directe relatie die er bestaat tussen de huurprijzen en de benodigde jaarlijks gemiddelde gemeentelijke bijdrage voor het beheer en de exploitatie van de betrokken binnensportvoorzieningen, kan bij de inschrijving van de geselecteerde marktpartijen voor wat betreft de verschillende huren worden volstaan met het opnemen van een PM-post. Zodra voldoende gegevens beschikbaar zijn bepaalt de gemeente de huurprijzen.(…)”.
Inschrijvers dienden de opgave van de gevraagde exploitatiebegroting per binnensportvoorziening in te vullen op de als bijlagen 1A tot en met 1F bijgevoegde formulieren en zij dienden deze te totaliseren op het formulier ‘exploitatiebegroting totaaloverzicht bijlage 1 (totaal 1A t/m 1F)’.
Op alle formulieren is achter de post ‘huur’ opgenomen: ‘PM’. Deze post heeft betrekking op de huur die voor de verschillende binnensportvoorzieningen aan de Gemeente verschuldigd is.
2.6.
In Nota’s van Inlichtingen van 12 december 2013 en 10 januari 2014 heeft de Gemeente vragen met betrekking tot het Aanbestedingsbestek beantwoord.
2.7.
In een e-mailbericht van 6 februari 2014 heeft de Gemeente – voor zover hier van belang – het volgende aan de inschrijvers meegedeeld:
“(…)
Als gevolg van een recente aanbesteding elders in Nederland heeft Sportfondsen zich tot de gemeente Leidschendam-Voorburg gewend met vragen rondom het inschrijven op basis van een negatieve gemeentelijke bijdrage en de effecten daarvan op de beoordelingsmethodiek.
Mede op basis daarvan heeft de gemeente besloten beide inschrijvers, Optisport en Sportfondsen, als volgt te informeren.
Beide inschrijvers wordt verzocht een post van € 350.000,= per jaar op te nemen als huursom in het formulier exploitatiebegroting totaaloverzicht (bijlage 1). Op de bijlagen 1A tot en met 1F kan de PM-post voor huursom gehandhaafd blijven. Het toepassen van voornoemde huursom in het totaaloverzicht heeft tot doel de exponentiële effecten van een mogelijke inschrijving op basis van een negatieve bijdrage in de beoordelingsmethodiek te neutraliseren.
Expliciet tekent de gemeente hierbij aan dat aan de te hanteren huursom in het totaaloverzicht ad € 350.000,= door beide inschrijvers noch rechten noch verplichtingen kunnen worden ontleend. Het betreft een fictieve totale huursom die voor het hiervoor uitgelegde doel wordt toegepast.
(…)”.
2.8.
De deadline voor het indienen van de inschrijvingen was op 7 februari 2014 om 12.00 uur. Op 7 februari 2014 heeft Optisport ingeschreven voor de Concessie. Kort daarop op dezelfde dag heeft zij in een e-mailbericht aan de Gemeente haar verbazing uitgesproken over het late tijdstip waarop de Gemeente de (prijs-)beoordelingssystematiek heeft gewijzigd en heeft zij te kennen gegeven dat zij geen mogelijkheid heeft gehad om de effecten van de laatste wijziging te kunnen beoordelen en dat het voor haar niet helder is waarom voor een fictieve huursom van € 350.000,-- is gekozen. Optisport heeft voorts verklaard dat – hoewel zij intern over de gang van zaken wenst te overleggen – haar inschrijving conform de door de Gemeente gestelde eisen en onvoorwaardelijk is gedaan.
2.9.
Bij brief van 12 maart 2014 heeft de Gemeente aan Optisport meegedeeld dat zij voornemens is de Concessie te gunnen aan Sportfondsen. In deze brief is – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
“(…)
KWALITEIT BEDRIJFSPLAN
Relatie en samenwerking met de gemeente
(…)Omdat Sportfondsen daarbij naar het oordeel van de commissie meer gebruik maakt van innovatieve elementen scoort Sportfondsen op dit onderdeel hoger.
Aanpak van het te voeren personeelsbeleid
Optisport scoort op dit onderdeel hoger dan Sportfondsen. Hoewel beide inschrijvers op het gebied van personeelsbeleid in relatieve zin als gelijkwaardig worden gezien door de selectiecommissie, is men van oordeel dat het instrumentarium wat door Optisport daartoe wordt ingezet creatiever is dan dat van Sportfondsen.
Te ondernemen acties om het gebruik/bezoek van de accommodatie te stimuleren
(…)Optisport scoort op dit aspect iets hoger dan Sportfondsen vanwege de hogere ambitie die ten aanzien van het verhogen van de sportparticipatiegraad in het bedrijfsplan is opgenomen.
Omgang met en aanpak van ideeën en klachten van gebruikers
(…)De selectiecommissie heeft echter net iets meer vertrouwen in de aanpak van Optisport vandaar dat deze een hogere score toegekend heeft gekregen.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid
(…)De selectiecommissie is echter net iets meer overtuigd van de aanpak van Sportfondsen vandaar dat deze een hogere score toegekend heeft gekregen.
(…)”.
Bij deze brief is als bijlage een overzicht gevoegd waarop met betrekking tot de kwalitatieve beoordeling de gemiddelde door de selectiecommissie toegekende rapportcijfers per inschrijver zijn weergegeven. Voorts is een overzicht gegeven van het resultaat van de financiële beoordeling per inschrijver, alsmede een totaaloverzicht.
2.10.
In een eerdere aanbestedingsprocedure met betrekking tot het beheer en de exploitatie van een zwembad in Kampen heeft ‘Sportfondsen Kampen B.V.’ een kort geding aanhangig gemaakt tegen de gemeente Kampen. In de procedure voor de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel (zittingsplaats Almelo), waarin Optisport is tussengekomen, is de gemeente Kampen bij vonnis van 28 maart 2014 een gebod opgelegd om de aanbesteding te staken en om de opdracht desgewenst opnieuw aan te besteden, kort samengevat omdat de formule in het in die procedure van toepassing zijnde Aanbestedingsbestek onjuist was en omdat de inschrijvingen met betrekking tot ‘Kwaliteit’ niet relatief, maar absoluut beoordeeld hadden moeten worden.
2.11.
Optisport en de Gemeente hebben nadien uitvoerig gecorrespondeerd met betrekking tot de gang van zaken en de wijze van beoordeling door de Gemeente. Mede als gevolg daarvan heeft de Gemeente de Alcatel-termijn verlengd.

3.Het geschil

3.1.
Optisport vordert – zakelijk weergegeven en na vermindering van eis – de Gemeente te gebieden het gunningsvoornemen in te trekken, haar te verbieden de Concessie definitief aan Sportfondsen te gunnen, haar te gebieden de onderhavige aanbesteding te staken en – voor zover de Gemeente de Concessie nog wenst te gunnen – de Concessie opnieuw aan te besteden, dan wel andere passende maatregelen te treffen, een en ander met veroordeling van de Gemeente in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
Daartoe stelt Optisport het volgende. Door het invoeren van een willekeurige fictieve huursom heeft de Gemeente de prijsbeoordelingssystematiek op ontoelaatbare wijze gewijzigd en zij heeft de inschrijvingen met betrekking tot het gunningscriterium ‘financiële bijdrage’ niet overeenkomstig het Aanbestedingsbestek beoordeeld. Daar komt bij dat Sportfondsen op een eventuele wijziging in de aanbestedingseisen was voorbereid omdat zij met betrekking tot de gevolgen van inschrijven met een negatieve huursom vragen heeft gesteld aan de Gemeente, terwijl Optisport pas kort voor het verstrijken van de termijn voor het indienen van de inschrijving van de wijziging op de hoogte raakte. Hierdoor is sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel. De Gemeente heeft deze vragen overigens ten onrechte na de deadline voor het stellen van vragen nog in behandeling genomen en zij heeft geen redelijke termijn gehanteerd vanaf de door haar kenbaar gemaakte wijziging tot de deadline voor het indienen van de inschrijving. Deze termijn had analoog aan het bepaalde in artikel 2.54 Aanbestedingswet en de Gids Proportionaliteit ten minste zes dagen moeten bedragen. Optisport is hierdoor geschaad. Indien de termijn zou zijn verlengd, dan had Optisport immers de gelegenheid gehad om haar inschrijving na het uitvoeren van een commerciële en strategische exercitie te wijzigen en had zij mogelijk de economisch meest voordelige inschrijving gedaan. Voorts is de formule in paragraaf 3.5.1 van het Aanbestedingsbestek onjuist en ongeschikt om de aanbiedingen die zijn gedaan op correcte wijze van punten te voorzien. Ten slotte heeft de Gemeente met betrekking tot het subgunningscriterium 'Kwaliteit’ niet conform het Bestek gehandeld door een relatieve in plaats van een absolute beoordeling uit te voeren.
3.3.
De Gemeente en Sportfondsen voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3.4.
Sportfondsen vordert – zakelijk weergegeven – de vorderingen van Optisport af te wijzen en de Gemeente te verbieden de Concessie te gunnen aan een ander dan Sportfondsen, met veroordeling van Optisport in de proceskosten.
3.5.
Verkort weergegeven stelt Sportfondsen daartoe dat zij er belang bij heeft dat de opdracht definitief aan haar gegund wordt en derhalve bij afwijzing van de vorderingen van Optisport, nu die definitieve gunning daardoor in gevaar kan komen.
3.6.
Voor zover nodig zullen de standpunten van Optisport en de Gemeente met betrekking tot de vorderingen van Sportfondsen hierna worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
Tussen partijen is (samengevat) in geschil of de Gemeente gehouden is het gunningsvoornemen met betrekking tot de Concessie in te trekken, of het haar verboden moet worden de Concessie aan Sportfondsen te gunnen en of een heraanbesteding noodzakelijk is, hetgeen Optisport stelt en de Gemeente gemotiveerd betwist.
4.2.
Allereerst heeft Optisport gesteld dat de Gemeente de prijsbeoordelingssystematiek ontoelaatbaar heeft gewijzigd. Volgens Optisport heeft het toevoegen van een fictieve huursom tot gevolg dat de inschrijving moest worden aangepast, bijvoorbeeld vanuit strategisch of commercieel oogpunt, maar heeft zij daarvoor onvoldoende gelegenheid gekregen. De Gemeente heeft betoogd dat de wijziging van een ‘PM’-post voor huur in een fictieve huursom (mede) is ingegeven door de omstandigheid dat in de procedure van de gemeente Kampen is gebleken dat een huur ‘PM’ er toe kan leiden dat – in het geval dat wordt ingeschreven met een negatief bedrag of een bedrag gelijk een nul – de formule aan de hand waarvan de relatieve afwijking tussen de inschrijvers wordt berekend, niet goed werkt. Nu in de onderhavige aanbestedingsprocedure een vergelijkbare formule in het Aanbestedingsbestek was opgenomen, heeft de Gemeente er naar voorlopig oordeel op goede gronden voor gekozen om in deze procedure de post ‘huur PM’ op het totaaloverzicht (bijlage 1) te wijzigen in een vast (fictief) bedrag aan huur per jaar. Zij heeft Optisport en Sportfondsen hiervan in een e-mailbericht van 6 februari 2014 op de hoogte gesteld en daarbij de reden voor de wijziging toegelicht. Weliswaar sloot de termijn voor de inschrijving voor de Concessie een dag later, maar Optisport heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij hierdoor in haar belangen is geschaad. Immers, zoals de Gemeente naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht heeft aangevoerd, heeft het hanteren van een fictieve huursom enkel tot gevolg dat de inschrijver op het totaaloverzicht van bijlage 1 een bedrag van € 350.000,-- als huurcomponent moest invullen, waarna de benodigde gemeentelijke bijdrage dienovereenkomstig (met een zelfde bedrag) diende te worden verhoogd. De invloed van de hoogte van de fictieve huursom is voor Optisport en Sportfondsen gelijk. Hoewel het verschil in puntentoekenning door de toevoeging van een fictieve huursom op zichzelf kleiner wordt, betekent dit nog niet dat de hoogte van de huursom (fictief of PM) van invloed is op de door de inschrijver verwachte kosten en opbrengsten van de exploitatie van de verschillende binnensportvoorzieningen. De Gemeente heeft genoegzaam aannemelijk gemaakt dat de fictieve huursom van € 350.000,--, hoewel dit een redelijke raming is van de huur van de betreffende accommodaties, geen relatie heeft met de reële huurprijs en dat het toevoegen van een fictieve huursom alleen heeft plaatsgevonden om de rekenkundige formule in paragraaf 3.5.1 van het Aanbestedingsbestek te repareren/corrigeren. Voor zover Optisport het niet eens was met het hanteren van een fictieve huursom door de Gemeente, had het op haar weg gelegen om haar bezwaren op dit punt kenbaar te maken. Haar e-mailbericht van 7 februari 2014 is in dit verband onvoldoende onderbouwd. Door haar bezwaren niet in een zo vroeg mogelijk stadium kenbaar te maken, maar te wachten met het ondernemen van actie tot na het wijzen van het vonnis door de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, heeft Optisport in strijd gehandeld met de eisen van redelijkheid en billijkheid die zij jegens de Gemeente in acht moet nemen.
4.3.
Optisport heeft voorshands onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij een langere termijn had moeten krijgen om haar inschrijving te wijzigen. Zoals hiervoor immers al is overwogen ontbreekt de noodzaak voor een dergelijke wijziging. Hetgeen zij in dit verband naar voren heeft gebracht met betrekking tot een redelijke termijn als bedoeld in artikel 2.54 van de Aanbestedingswet is hiervoor in ieder geval onvoldoende, aangezien de onderhavige aanbesteding buiten het bestek van de Aanbestedingswet valt. Dat Sportfondsen op dit punt in het voordeel was, omdat zij de Gemeente vragen heeft gesteld over de rekenkundige formule en voorbereid was op een eventuele wijziging, is evenmin aannemelijk geworden. Nu het invoeren van een fictieve huursom is ingegeven door eigen ervaringen van de Gemeente in de procedure met betrekking tot de gemeente Kampen, mede naar aanleiding van een opmerking van Sportfondsen, is van het stellen van vragen door Sportfondsen na de daarvoor gestelde termijn geen sprake, zodat aan de stelling van Optisport dat Sportfondsen na de daarvoor gestelde termijn nog vragen heeft gesteld voorbij wordt gegaan.
4.4.
Optisport heeft betoogd dat de Gemeente de inschrijvingen niet aan de hand van de in het Aanbestedingsbestek opgenomen formule heeft beoordeeld. Volgens Optisport ontbreken in de formule in het Aanbestedingsbestek twee haakjes, als gevolg waarvan een berekening overeenkomstig die formule tot een andere uitkomst leidt dan de score die de Gemeente in het als bijlage bij de afwijzingsbrief gevoegde overzicht heeft vermeld. Echter, wanneer de formule wordt bezien in samenhang met de daarop in het Aanbestedingsbestek gegeven toelichting en met de bijbehorende rekenvoorbeelden, is de wijze waarop de score aan de hand van de formule dient te worden berekend, ook met het ontbreken van twee haakjes, niet voor meerdere uitleg vatbaar. De Gemeente heeft de scores berekend aan de hand van die formule en overeenkomstig de toelichting en de gegeven voorbeelden, zodat van een niet-besteksconforme beoordeling voorshands geen sprake is.
4.5.
Anders dan Optisport heeft gesteld is naar voorlopig oordeel niet gebleken dat de formule in paragraaf 3.5.1 van het Aanbestedingsbestek als zodanig ongeschikt is voor het berekenen van de relatieve afwijking tussen de laagste inschrijver en de daarop volgende inschrijver(s). Weliswaar ontbraken zoals hiervoor reeds werd overwogen twee haakjes in de formule, maar gelet op de toelichting en de rekenvoorbeelden, had het voor een redelijk geïnformeerde en normaal zorgvuldige inschrijver duidelijk moeten zijn hoe de formule gehanteerd zou worden en wat het doel ervan is. Voor zover Optisport twijfelde over de wijze waarop de score aan de hand van de formule zou worden berekend, had zij daarover aan de Gemeente vragen moeten stellen, hetgeen zij heeft nagelaten.
4.6.
De stelling van Optisport dat de beoordeling met betrekking tot subgunningscriterium ‘kwaliteit’ niet overeenkomstig het Aanbestedingsbestek heeft plaatsgevonden, omdat sprake zou zijn van een relatieve beoordeling, wordt verworpen. Weliswaar wekken de bewoordingen in de brief van 12 maart 2014 de suggestie dat een onderlinge vergelijking van de inschrijvingen heeft plaatsgevonden, maar de Gemeente heeft hiertegenover voldoende aannemelijk gemaakt dat de selectiecommissie bij het beoordelen van de bedrijfsplannen van de inschrijvers heeft gehandeld overeenkomstig de in het Aanbestedingsbestek opgenomen beoordelingssystematiek door de bedrijfsplannen individueel en per onderdeel te beoordelen en vervolgens in een plenaire sessie per inschrijver de eindscore te bepalen. Dat de Gemeente in de brief van 12 maart 2014 een motivering heeft willen geven met betrekking tot de verschillen tussen de twee inschrijvers, betekent niet dat de selectiecommissie een relatieve beoordeling zou hebben uitgevoerd en doet dan ook aan het voorgaande niet af.
4.7.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat van de door Optisport gestelde gebreken met betrekking tot de onderhavige aanbesteding voorshands niet is gebleken, zodat de vorderingen worden afgewezen. Nu de Gemeente voornemens is de opdracht ook definitief te gunnen aan Sportfondsen, brengt deze beslissing mee dat Sportfondsen geen belang (meer) heeft bij toewijzing van haar vorderingen, zodat deze worden afgewezen. Sportfondsen zal worden veroordeeld in de kosten van de Gemeente, welke kosten worden begroot op nihil, nu niet is gebleken dat de Gemeente als gevolg van deze vorderingen extra kosten heeft moeten maken. Ondanks de afwijzing moet Optisport in haar verhouding tot Sportfondsen worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Het doel van Sportfondsen was immers te voorkomen dat de opdracht aan Optisport zou worden gegund, welk doel is bereikt. Optisport zal dan ook worden veroordeeld in de proceskosten van Sportfondsen. Voorts zal Optisport, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de Gemeente. De omstandigheid dat Optisport pas kort voor de zitting van de Gemeente de bevestiging heeft gekregen dat Sportfondsen inderdaad de inschrijvende partij was leidt, anders dan Optisport heeft betoogd, niet tot een ander oordeel.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst de vorderingen af;
- veroordeelt Sportfondsen voor wat betreft de door haar ingestelde vorderingen jegens de Gemeente in de kosten van de Gemeente, tot dusver begroot op nihil;
- veroordeelt Optisport in de overige proceskosten, tot dusver begroot aan de zijde van zowel de Gemeente als Sportfondsen telkens op € 1.424,--, waarvan € 608,-- aan griffierecht en € 816,-- aan salaris advocaat;
- veroordeelt Optisport tevens in de nakosten ten behoeve van de Gemeente, forfaitair begroot op € 131,-- aan salaris advocaat;
- bepaalt dat, indien niet binnen veertien dagen na heden aan voormelde proceskosten-veroordeling(en) ten behoeve van de Gemeente is voldaan, wettelijke rente daarover verschuldigd is;
- bepaalt dat, indien en voor zover Optisport niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden aan Optisport is betekend, de nakosten ten behoeve van de Gemeente worden vermeerderd met een bedrag van € 68,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving tot de dag van algehele voldoening, en met de explootkosten van de betekening van dit vonnis;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2014.
mvt