ECLI:NL:RBDHA:2014:8462
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waardepeiling onroerende zaak en WOZ-aanslag
In deze zaak gaat het om de waarde van een woning, eigendom van eiser, die in geschil is. De rechtbank Den Haag heeft op 8 mei 2014 uitspraak gedaan in de bodemzaak, waarbij de waarde van de woning op de waardepeildatum van 1 januari 2012 aan de orde is. De heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland had de waarde vastgesteld op € 284.000, maar na bezwaar van eiser werd deze waarde verlaagd naar € 280.000. Eiser was het niet eens met deze waarde en stelde dat de woning slechts € 210.000 waard was. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk heeft gemaakt met behulp van een taxatieverslag en vergelijkingsobjecten. De rechtbank oordeelde dat de verkoopdatum van een vergelijkingsobject te ver van de waardepeildatum lag om invloed te hebben op de waardebepaling. De rechtbank concludeerde dat de waarde van de woning en de daarop gebaseerde aanslag niet te hoog waren vastgesteld, en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.