ECLI:NL:RBDHA:2014:902
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herzieningsbeschikking tegemoetkoming buitengewone uitgaven 2008 en de termijn voor herziening
In deze zaak gaat het om een herzieningsbeschikking van de tegemoetkoming buitengewone uitgaven 2008, die betrekking heeft op het kalenderjaar 2007. De rechtbank Den Haag heeft op 16 januari 2014 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen de herzieningsbeschikking die door de inspecteur van de Belastingdienst was opgelegd. De inspecteur had de tegemoetkoming van € 586 teruggevorderd, omdat het verzamelinkomen van eiseres voor het jaar 2007 ambtshalve was vastgesteld op nihil. Eiseres betwistte de tijdigheid van de herzieningsbeschikking en voerde aan dat deze in strijd was met het vertrouwensbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de herzieningsbeschikking is opgelegd binnen de termijn van vijf jaren na het kalenderjaar waarop de tegemoetkoming betrekking heeft. Eiseres stelde dat de herzieningstermijn liep tot 31 december 2012, terwijl verweerder aanvoerde dat deze liep tot 31 december 2013. De rechtbank oordeelde dat de tegemoetkoming 2008 betrekking heeft op het kalenderjaar 2007, en dat de herzieningsbeschikking tijdig was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de termijn van negen maanden, die verstreken was tussen het moment dat bleek dat de tegemoetkoming ten onrechte was vastgesteld en de dagtekening van de herzieningsbeschikking, niet onredelijk was.
De rechtbank verwierp de beroepsgrond van eiseres dat verweerder onredelijk lang had stilgezeten en dat de terugvorderingsbeschikking in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur was opgelegd. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.