Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
[minderjarige] ,geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] .
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2015 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2001, die onder toezicht staat van de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland. De minderjarige verblijft momenteel in een behandelsetting, waar zij behandeling ondergaat voor haar complexe problematiek, waaronder hechtingsstoornissen en de gevolgen van seksueel misbruik. De ouders van de minderjarige zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderrechter heeft geconstateerd dat de gronden voor de machtiging tot uithuisplaatsing niet meer aanwezig zijn. De kinderrechter heeft de ouders in staat geacht om weer normaal met elkaar te communiceren en heeft de mogelijkheid van terugplaatsing van de minderjarige bij de moeder overwogen. De gecertificeerde instelling heeft echter twijfels geuit over de opvoedkundige kwaliteiten van de moeder en heeft verzocht om een NIFP-onderzoek om de geschiktheid van de moeder te toetsen. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen, met de overweging dat de minderjarige in een neutrale affectieve omgeving kan opgroeien, ondersteund door ambulante hulpverlening.