Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
AEGON SCHADEVERZEKERING N.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van 8 april 2015 met producties;
- het tussenvonnis van 20 mei 2015 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 28 juli 2015;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 juli 2015 met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
“Bent u ooit behandeld door een medisch specialist in verband met psychische klachten, hart- of rugklachten.”[A] heeft deze vraag ontkennend beantwoord.
“Heeft verzekerde reeds eerder aan klachten van deze aard geleden”ja aangekruist en toegevoegd: “
circa 8 jaar geleden”. Op de vraag “
wie is/was behandelend arts/specialist” heeft [A] als antwoord gegeven: “
[B] , [adres] , Den Haag.”
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
nietis achterwege gebleven vanwege de uitleg die volgens [A] aan het begrip behandeling moet worden gegeven. Anders gezegd: dit begrip heeft kennelijk geen rol gespeeld bij de invulling van de vragenlijst. Wat daar van zij, de rechtbank is hoe dan ook van oordeel dat een onderzoek en diagnose door een medisch specialist, zoals een orthopedisch chirurg, zijn aan te merken als behandeling. Dit is ook het geval wanneer dit onderzoek en de diagnose slechts uit één enkel consult zou bestaan. Deze uitleg van het begrip behandeling sluit ook aan bij de ruime definitie van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en handelingen op het gebied van de geneeskunst, zoals geformuleerd in artikel 7:446 lid 1 en 2 BW. Ook het onderzoeken en het geven van raad worden onder handelingen op het gebied van de geneeskunst verstaan. Ook voor een zorgvuldig handelende verzekeringnemer had dit duidelijk moeten zijn (vergelijk in dit verband Gerechtshof Arnhem 3 mei 2011, ECLI:NL:GHARN:2011:BQ4461)