Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 15 mei 2013, met producties 1 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 8;
- het tussenvonnis van 28 augustus 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de brief van 26 maart 2014 van mr. Van der Veldt, waaruit blijkt dat de mediation is afgerond en partijen geen overeenstemming hebben bereikt;
- de brief van 13 oktober 2014 van mr. Köhne, met producties 9 tot en met 17;
- de brief van 14 oktober 2014 van mr. Van der Veldt, met producties 15 tot en met 21;
- de fax van 17 december 2014 van mr. Köhne;
- de fax van 17 december 2014 van mr. Van der Veldt;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 oktober 2014 en 18 december 2014, met aangehecht de brief van 29 december 2014 van mr. Köhne en de brief van 9 januari 2015 van mr. Van der Veldt.
2.De feiten
de erfdienstbaarheid, inhoudende dat het dienend erf de buitenkant van het woonhuis met garage en verdere aanhorigheden, welke zich bevinden op het dienend erf,
niet mag voorzien van een kleurmiddels schilderwerk dan wel anderszins voor zover die buitenkant bestaat uit stenen en metselwerk en niet mag
veranderen van aanzicht, zodat de stijl van het gehele gebouw, waarvan het verkochte registergoed deel uitmaakt, als eenheid gehandhaafd blijft. […]
3.Het geschil
€ 5.000,= per dag of gedeelte daarvan, en subsidiair