ECLI:NL:RBDHA:2015:11841
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp en machtiging tot uithuisplaatsing
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 september 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot een voorwaardelijke machtiging voor gesloten jeugdhulp en een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige]. De verzoekschriften zijn ingediend door Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, naar aanleiding van de problematiek rondom [minderjarige], die gediagnosticeerd is met ODD en ADHD en kampt met ernstige agressie- en emotieregulatieproblemen. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder instemmingsverklaringen van betrokkenen en een hulpverleningsplan. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] momenteel verblijft in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en dat er een noodzaak is voor een voorwaardelijke machtiging om hem te kunnen plaatsen in een open setting, waar hij verder kan werken aan zijn ontwikkeling.
De kinderrechter heeft overwogen dat de huidige situatie van [minderjarige] een risico met zich meebrengt voor zijn ontwikkeling en dat een voorwaardelijke machtiging noodzakelijk is om hem te motiveren zijn gedrag onder controle te houden. De moeder heeft ingestemd met het verzoek, terwijl [minderjarige] en zijn advocaat geen verweer hebben gevoerd. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de voorwaarden voor de voorwaardelijke machtiging zijn vervuld en dat het in het belang van [minderjarige] is om zijn verblijf in de open groep te formaliseren. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, van 28 september 2015 tot 22 mei 2016, en een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verleend tot uiterlijk 28 maart 2016, onder de voorwaarden van het hulpverleningsplan.
Deze beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de machtiging onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die worden aangewend.