Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
althans (een) tekst(en) van dergelijke dreigende aard of strekking;en/of
althans (een) tekst(en) van dergelijke dreigende aard of strekking;
althans (een) tekst(en) van dergelijke dreigende aard of strekking; en/of
, althans (een) tekst(en) van dergelijke dreigende aard of strekking;
3.Bewijsoverwegingen
“Om vier uur ontploft er een bom bij de bibliotheek op het spui in den haag…dit is geen grapje.” [2] Naar aanleiding hiervan heeft [aangever 1] , namens de gemeente Den Haag, op 3 februari 2015 aangifte gedaan van bedreiging. [3]
“Om half vier ontploft er een bom in het stadhuis aan het spui in den haag…dit is geen grapje.” [4] Radio 538 heeft de politiemeldkamer direct in kennis gesteld van deze berichten. [5] Naar aanleiding hiervan heeft [aangever 2] namens de gemeente Den Haag op 1 april 2015 aangifte gedaan van bedreiging. [6]
“Ik ben in de bibliotheek in Den Haag en ik steek mezelf straks in brand.” [7] Eerder die dag waren er met hetzelfde telefoonnummer ook vier sms’jes verstuurd aan radiozender Q-music:
“dit is geen grapje”, waaruit de rechtbank afleidt dat verdachte klaarblijkelijk wilde voorkomen dat de desbetreffende meldingen niet serieus zouden worden genomen. De gestelde achterliggende reden voor het sturen van de sms-berichten, te weten: het krijgen van aandacht, doet aan dat oogmerk niet af. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het doen van een valse bommelding in de zin van artikel 142a Sr.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De strafoplegging
copingvaardigheden (en daarmee het verbeteren van de emotieregulatie en impulsbeheersing), is geïndiceerd.
7.De inbeslaggenomen goederen
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
20 (TWINTIG) DAGEN;
18 (ACHTTIEN) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
op twee jaren vastgestelde proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
dadelijk uitvoerbaarzijn;