Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Vonnis van 21 oktober 2015
[de vrouw] ,
[de man] ,
De procedure
- de dagvaarding van 24 december 2014 tegen de eerste rolzitting van 21 januari 2015, met de producties 1 t/m 8 van de vrouw;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 22 april 2015, met de producties 1 t/m 3 van de man;
- het comparitievonnis van de rechtbank van 20 mei 2015;
- de op 17 augustus 2015 ter civiele griffie ontvangen conclusie van antwoord in reconventie, met eiswijziging in conventie en met de producties 9 t/m 14 van de vrouw;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 1 september 2015;
- de brieven van beide advocaten van 29 en 30 september 2015.
De feiten
bijlageaan dit vonnis hechten. De inhoud van dat convenant moet als hier geheel herhaald en ingelast worden beschouwd. Het bij het convenant behorende ouderschapsplan van eveneens vier bladzijden is niet door partijen geproduceerd. In dat ouderschapsplan is naar de rechtbank begrijpt onder meer overeengekomen dat de man aan de vrouw een jaarlijks te indexeren kinderalimentatie voor [de zoon] zal betalen van € 250,- per maand.
€ 250,- per maand plus indexering. De vrouw heeft daarna het LBIO ingeschakeld ter incasso van de achterstallige kinderalimentatie. Ondanks het in mei 2014 door het LBIO gelegde loonbeslag onder de werkgever van de man, is de betalingsachterstand van de man voor aan de vrouw te betalen kinderalimentatie per 28 april 2015 opgelopen tot € 4.617,66.
De geschillen
De beoordeling
De man zal in de interne verhouding tussen partijen de persoonlijke lening aangegaan bij Defam voor zijn rekening nemen, waarbij hij zich ervoor zal inspannen de vrouw te laten ontslaan uit de hoofdelijke verplichtingen.In punt 17 daarvan is toen ook overeengekomen:
Partijen vrijwaren elkaar over en weer, indien de ene partij wordt aangesproken tot voldoening van een schuld, welke ingevolge deze overeenkomst ten laste van de andere partij komt.
De eenmanszaak [de eenmanszaak] zal met alle toebehoren door de man worden voortgezet en aan hem worden toebedeelden in de ongedateerde handgeschreven productie 10 van de vrouw waarin kennelijk de man heeft geschreven
De schuld bij Defam neem ik op mee.De vrouw betoogt voorts terecht dat als hoofdregel de na deze overeenkomst van januari 2013 gerezen financiële problemen van de man in de onderlinge verhouding tot de vrouw voor risico en rekening van de man moeten blijven en zonder nadere toelichting, die ontbreekt, ook geen zwaarwegende reden vormen voor wijziging van punt 7 van het convenant zoals door de man bepleit.