Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Op pagina 11 staat vervolgens vermeld:
De algemeen directeur heeft veel verantwoordelijkheden. In die tijd waren er problemen met de elektriciteit en hij was dus meer bezig met die problemen. Hij had contact met het [naam bedrijf] , het bedrijf in Zwitserland, hij was niet blij en vroeg wie de opmerking in Zwitserland had gemaakt en toen werd gezegd “de heer [eiser] ”.
Het was in de periode gelijk na Zwitserland. Toen ging [naam 1] informeren wie de opmerking heeft geplaatst en zo is het gegaan.”
De rechtbank is met verweerder van oordeel dat eiser hiermee twee verschillende verklaringen heeft afgelegd over het incident in Zwitserland. Verweerder heeft zich dan ook op goede gronden op het standpunt gesteld dat eiser ongerijmd heeft verklaard. De beroepsgrond faalt.
ook[cursivering rechtbank] nog toegang tot het archief, omdat dit voor zijn werk als ingenieur nodig was”, niet blijkt dat eiser hiermee op hetgeen tijdens het nader gehoor hierover is verklaard, heeft willen terugkomen. De conclusie dat verweerder de verklaringen van eiser op dit punt ten onrechte als “wisselende verklaringen” heeft bestempeld, leidt - gelet op hetgeen overigens in deze uitspraak is en nog zal worden overwogen - echter niet tot de conclusie dat de weigering van verweerder om eiser een verblijfsvergunning asiel te verlenen, reeds hierom onrechtmatig is. De beroepsgrond slaagt niet.
11. De rechtbank zal vervolgens beoordelen of verweerder op goede gronden heeft geconcludeerd dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 30b, eerste lid, aanhef sub d, Vw, waardoor de aanvraag als kennelijk ongegrond kan worden beschouwd.
de identiteit of de nationaliteit(cursivering door rechtbank) van de betrokken vreemdeling werd vastgesteld.
Verzoek om een voorlopige voorziening
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending va deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiser met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 980,-
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 490,-.