Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 juni 2015 in de zaken tussen
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Diploma-eis NL: MBO-4
of vergelijkbare EVC: Erkenning Verworven Competenties
Ervaringseis: minimaal 5 jaar werkervaring na diploma
Competentie: Innovatiegericht, creativiteit, kwaliteitsgericht,
communicatievaardig”.
De voorzieningenrechter volgt de gemachtigde van verzoekers in zijn betoog dat een eventueel faillissement van referent de belangen van verzoekers raakt. Dit is echter onvoldoende voor de conclusie dat sprake is van een zwaarwegend spoedeisend belang van verzoekers. Ook anderszins is van een dergelijk belang van verzoekers niet gebleken. Gelet op hetgeen in rechtsoverwegingen 4 is overwogen, is reeds hierom geen plaats voor toewijzing van de gevraagde voorziening.
Nu verzoekers geen diploma’s hebben overgelegd en evenmin een door een in Nederland erkende EVC-aanbieder afgegeven vergelijkbare EVC, kan verweerder gevolgd worden in zijn standpunt dat verzoekers thans niet voldoen aan de voorwaarden genoemd in het Convenant. De stelling dat verzoekers nimmer een EVC zullen verkrijgen van een in Nederland erkende aanbieder, omdat deze instanties geen verklaring kunnen afgeven over buitenlandse diploma’s en werkervaring, is niet onderbouwd en daarom thans onvoldoende aannemelijk. Verweerder heeft daarom, anders dan betoogd, de overgelegde Certificate of Recognition van de Government of National Capital Territory of Delhi niet als (in Nederland te erkennen) vergelijkbare EVC hoeven aanmerken.