Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Vonnis van 11 november 2015
[eiser] ,
[gedaagde] ,
De procedure
- de dagvaarding van 4 december 2013 tegen de eerste rolzitting van 18 december 2013, met de producties 1 t/m 12 van eiser;
- de conclusie van antwoord van 26 februari 2014 (zonder de aangekondigde producties);
- het comparitievonnis van 12 maart 2014 en de beschikking datumbepaling van 7 april 2014 van de rechtbank;
- het door de rechtbank opgemaakte proces-verbaal van de eerste comparitie van partijen van 8 juli 2014;
- de op 21 juli 2014 ter civiele griffie ontvangen faxbrief van mr. Van Lookeren Campagne met zijn akte met (alsnog) 5 ongenummerde producties van gedaagde;
- de conclusie van repliek van 20 augustus 2014 met de producties 13 t/m 17 van eiser;
- de conclusie van dupliek van 1 oktober 2014, met 1 ongenummerde productie van gedaagde;
- de akte uitlaten productie van 15 oktober 2014;
- de antwoord-akte van 19 november 2014;
- de schriftelijke rolbeslissing van de rechtbank van 17 december 2014;
- het tussenvonnis van de rechtbank van 15 april 2015;
- de op 30 juni 2015 ter civiele griffie ontvangen brief van mr. Frissen met de producties 18 t/m 24 van eiser;
- de op 30 juni 2015 ter civiele griffie ontvangen faxbrief van mr. Van Lookeren Campagne met 6 extra ongenummerde producties van gedaagde;
- het proces-verbaal van het ambtshalve getuigenverhoor van eiser als partijgetuige en van de (korte) tweede comparitie van partijen van 14 juli 2015, met daaraan gehecht de ter zitting ontvangen extra ongenummerde productie van eiser;
- de op 14 juli 2015 om 16.37 uur ter civiele griffie ontvangen faxbrief van mr. Van Lookeren Campagne;
- de op 14 juli 2015 om 18.48 uur ter civiele griffie ontvangen faxbrief van mr. Frissen;
- de door de rechtbank op 15 juli 2015 per faxbrief met ontvangstbevestiging om 09.46 uur en 09.47 uur verzonden beschikking, waarbij gelet op de inhoud van beide faxbrieven van beide advocaten van 14 juli 2015 het ambtshalve getuigenverhoor van partijgetuige [gedaagde] (gedaagde) is verplaatst van donderdag 16 juli 2015 om 15.00 uur naar donderdag 16 juli 2015 om 09.30 uur;
- het proces-verbaal van het (niet gehouden) ambtshalve getuigenverhoor van gedaagde als partijgetuige van 16 juli 2015.
“buitengewoon ernstig bezwaar maakt tegen de gang van zaken”.Gelet op tekst en strekking van artikel 6.1 van het landelijk procesreglement en op het feit dat niet is gebleken van enige instemming van mr. Frissen, zal de rechtbank bij het wijzen van dit eindvonnis geen acht meer slaan op de inhoud van dat B5-formulier van mr. Van Lookeren Campagne.
De vaststaande feiten
De geschillen
De verdere beoordeling
Goed nieuws: ik ben vanaf vandaag daadwerkelijk ingeschreven bij de raad voor de rechtsbijstand. Het betreft vooralsnog civiele toevoegingen. (…) We kunnen nu dus volop van start en dus volop reclame gaan maken, bijvoorbeeld op de radio zoals jij suggereerde. Tijd om eens met de partners uit eten te gaan. Tijd ook, om een en ander eens vast te leggen. Ik kan mij overigens slechts op de [adres] inschrijven met jouw toestemming. Ik wil mijn BV daar ook inschrijven. Ik zal in onze overeenkomst vast leggen dat de BV aldaar geen activiteiten zal ondernemen en/of activa en/of passiva zal aanhouden. (…) Ik moet overigens van de raad voor rechtsbijstand bij administratieve samenwerking wel (afgeleide) geheimhouding opleggen, ook voor ondersteunend personeel.
Ondergetekende, heer [A] , directeur van [X] B.V., verklaart hierbij dat hij in het jaar 2010 de heer mr. [eiser] , heeft verzocht de bovengenoemde vennootschap de nodige juridische bijstand te verlenen in de zaak [X] ca [Y] . [eiser] heeft zowel in eerste aanleg als in hoger beroep in bovenvermelde zaak de gedingstukken geconcipieerd en in verband daarmee intensief contact met ondergetekende onderhouden. De processuele vertegenwoordiging en financiële afrekening heeft plaats gevonden door [gedaagde] .
voorschoten twee keer de omschrijving
voorschot winstdeel.Per 1 mei 2011 is eiser voorts bij de Kamer van Koophandel ingeschreven als medebestuurder van de Stichting Beheer Derdengelden van/voor de advocatenpraktijk van gedaagde.
Het lijkt mij goed om hetgeen op woensdag j.l. is besproken in beknopte vorm vast te leggen. (…) 2. verdeling inkomsten: jij stelt als laatste bod voor 60% voor jou en 40% voor mij. Mijn reactie daarop was: ik neem het in overweging en beslis binnenkort. 3. er zal een splitsing komen tussen privé- en kantooruitgaven. Daarvoor is een aparte kantoorrekening noodzakelijk. Jij zorgt daar op korte termijn voor. 4. Ik heb de wens te kennen gegeven om maandelijks een voorschot van
Dat heb ik niet. Ik moet 6,5 duizend aan belasting betalen en de BTW.
Dat is heel naar voor mij. Kan je mij een overzicht geven van de winst/verlies over de jaren 2010 en 2011. Ik moet binnenkort aangifte doen over 2010 en 2011 (steeds uitstel gevraagd) maar weet niet wat ik moet opgeven. (…) Ik heb enige tijd geleden gevraagd om splitsing van de kantoor- en privé rekening zodat een gemakkelijker overzicht op zakelijke inkomsten en uitgaven is. Dat is helaas niet gebeurd.
honorarium voor verrichte werkzaamheden.Dat past immers eerder bij een overeenkomst van opdracht dan bij een gezamenlijke rechtspraktijk met winstdeling. Daarover heeft eiser onder ede tijdens zijn getuigenverhoor echter verklaard dat het in feite om een door hem aan gedaagde gevraagd voorschot op de winstdeling ging, maar dat gedaagde dat toen alleen wilde betalen op basis van een factuur met daarin het woord honorarium. Voorts heeft eiser toen uitgelegd dat partijen volgens hem bij aanvang in 2010 mondeling een winstdeling van ieder 50% waren overeengekomen, maar dat dit op aandringen van gedaagde in 2012 is veranderd in 40% voor eiser en 60% voor gedaagde. Voor het overige volstaat de rechtbank nu met een verwijzing naar de inhoud van het proces-verbaal van het op de voet van art. 166 Rv op 14 juli 2015 gehouden ambtshalve getuigenverhoor van eiser als partijgetuige.
De beslissingen
€ 25.000,- in totaal;