Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
55 mm)
ingrijpen gerechtvaardigd is.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 19 november 2015 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiser] vorderde om de tenuitvoerlegging van zijn gevangenisstraf op te schorten in afwachting van een beslissing op zijn gratieverzoek. [eiser] was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en onderging deze straf in een penitentiaire inrichting. Hij heeft medische problemen, waaronder hypertensie en een verwijding van de aorta, en verzocht om strafonderbreking wegens deze medische redenen. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft dit verzoek afgewezen, met de stelling dat in detentie voldoende medische zorg kan worden geboden. Na een second opinion door een cardioloog werd geconcludeerd dat er geen indicatie was voor chirurgisch ingrijpen, maar dat strikte bloeddrukregulatie noodzakelijk was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen van [eiser] niet konden worden toegewezen. Er was geen aannemelijkheid dat het gratieverzoek hoogstwaarschijnlijk zou worden toegewezen, noch dat [eiser] in een bodemprocedure als detentieongeschikt zou worden verklaard. De rechter benadrukte dat de Staat een grote beleidsvrijheid heeft bij de uitvoering van straffen en dat de medische zorg in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg adequaat zou zijn. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.