Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
2 oktober 2015 te melden bij Penitentiaire Inrichting (hierna: PI) de IJssel te Krimpen aan den IJssel.
3.Het geschil
primair tot de dag volgend op de datum waarop onherroepelijk afwijzend beslist is op het door [eiser] op 8 juli 2015 ingediende gratieverzoek,
subsidiair tot de dag volgend op de datum waarop het rapport van het onderzoek door IMA is ontvangen,
meer subsidiair tot een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen datum;
€ 5.000,- voor elke dag dat de Staat in gebreke blijft te voldoen aan het onder
I of II gevorderde;
4.De beoordeling van het geschil
30 oktober 2013 met de uitspraak van de Hoge Raad op 19 mei 2015 onherroepelijk is geworden. Vanaf dat moment is de verplichting voor het openbaar ministerie ontstaan om de straf zodra mogelijk ten uitvoer te leggen en heeft [eiser] rekening kunnen houden met een oproep om ingesloten te worden teneinde het onvoorwaardelijke deel van de aan hem opgelegde gevangenisstraf uit te zitten. Doordat hij is ingesloten krachtens een geldige titel, kan niet worden aangenomen dat de Staat onrechtmatig handelt jegens hem door hem thans in detentie te hebben en te houden.
5.De beslissing
op 12 november 2015.