ECLI:NL:RBDHA:2015:13751

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 juli 2015
Publicatiedatum
2 december 2015
Zaaknummer
09/767344-14 + 13/651649-12 (TUL)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van mobiele telefoons en deelname aan criminele organisatie tijdens evenementen

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 juli 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 35-jarige man, die werd beschuldigd van diefstal in vereniging van een grote hoeveelheid mobiele telefoons, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte, geboren in 1980 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het stelen van mobiele telefoons tijdens verschillende evenementen in Nederland tussen november 2014 en januari 2015. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten op georganiseerde wijze heeft gehandeld, waarbij zij zich richtten op jonge vrouwen in drukke omgevingen. De verdachte heeft in totaal 18 telefoons gestolen, evenals laptops en andere goederen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, waarbij de ernst van de feiten en de rol van de verdachte als leidende figuur in de criminele organisatie zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen beoordeeld, waarbij enkele vorderingen zijn afgewezen of niet-ontvankelijk zijn verklaard. De uitspraak benadrukt de impact van georganiseerde misdaad op de samenleving en de noodzaak van een stevige straf.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/767344-14 + 13/651649-12 (tul)
Datum uitspraak: 24 juli 2015
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in penitentiaire inrichting Amsterdam Over-Amstel, Locatie Het Schouw, te Amsterdam.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 10 juli 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. H. Mol en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht, en door verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
ZD Scrabble
hij in of omstreeks de periode tussen 7 november 2014 t/m 3 januari 2015 te Amsterdam en/of Utrecht en/of Rotterdam en/of Eindhoven en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
op 7 oktober 2013
- een telefoon (Samsung Galaxy S3, [imeinummer 1] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of
op 15 november 2014
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 2] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
op 16 november 2014
- een telefoon (Acer, [imeinummer 3] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of
- een telefoon (Iphone, [imeinummer 4] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of
in het weekend van 5 t/m 7 december 2014:
- een telefoon (Samsung S3, [imeinummer 5] ) en een SD kaart (Sandisk Micro sd-kaart [sdkaartnummer] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy, [imeinummer 6] ) in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] en/of
- een telefoon (Sony Ericsson, [imeinummer 7] ) in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of
- een telefoon (LG E900, [imeinummer 8] ) in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8] en/of
in het weekend van 19 t/m 21 december 2014:
- een telefoon (Samsung Galaxy S4 mini, [imeinummer 9] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 10] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10] en/of
- een telefoon (Sony Ericsson Experia SP, [imeinummer 11] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11] en/of
- een telefoon (Iphone 5S, [imeinummer 12] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12] en/of
op 24 december 2014
- een telefoon (Samsung Galaxy S5, [imeinummer 13] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 14] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14] en/of
op 27 december 2014
- een telefoon (LG G2, [imeinummer 15] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 15] en/of
op 31 december 2014
- een telefoon (Iphone, [imeinummer 16] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 16] en/of
op 3 januari 2015
- een telefoon (Samsung, [imeinummer 17] ), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 17] en/of
- een telefoon (Iphone, [imeinummer 18] ) in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 18] ,
in elk geval (telkens) toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode tussen 7 oktober 2013 tot en met 3 januari 2015 te Amsterdam en/of Utrecht en/of Rotterdam en/of Eindhoven en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van een of meer voorwerp(en), te weten
- een telefoon (Samsung Galaxy S3, [imeinummer 1] ), toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 2] ), toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
- een telefoon (Acer, [imeinummer 3] ), toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of
- een telefoon (I-phone, [imeinummer 4] ), toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of
- een telefoon (Samsung S3, [imeinummer 5] ) en een SD kaart (Sandisk Micro sd-kaart [sdkaartnummer] ) toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy, [imeinummer 6] ), toebehorende aan [slachtoffer 6] en/of
- een telefoon (Sony Ericsson, [imeinummer 7] ), toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of
- een telefoon (LG E900, [imeinummer 8] ), toebehorende aan [slachtoffer 8] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S4 mini, [imeinummer 9] ), toebehorende aan [slachtoffer 9] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 10] ), toebehorende aan [slachtoffer 10] en/of
- een telefoon (Sony Ericsson Experia SP, [imeinummer 11] ), toebehorende aan [slachtoffer 11] en/of
- een telefoon (Iphone 5S, [imeinummer 12] ), toebehorende aan [slachtoffer 12] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S5, [imeinummer 13] ), toebehorende aan [slachtoffer 13] en/of
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 14] ), toebehorende aan [slachtoffer 14] en/of
- een telefoon (LG G2, [imeinummer 15] ), toebehorende aan [slachtoffer 15] en/of
- een telefoon (Iphone Roze, [imeinummer 16] ), toebehorende aan [slachtoffer 16] en/of
- een telefoon (Samsung, [imeinummer 17] ), toebehorende aan [slachtoffer 17] en/of
- een telefoon (zwarte I-Phone, [imeinummer 18] ), toebehorende aan [slachtoffer 18] ,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op bovengenoemde voorwerp(en) was/waren, althans bovenomschreven voorwerp(en), voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovengenoemde voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2.
hij op of omstreeks 12 januari 2015, te Amsterdam, althans in Nederland, van een of meerdere voorwerp(en), te weten
- een Acer laptop (toebehorende aan [slachtoffer 19] ) en/of
- een Apple IMAC 27 (toebehorende aan [slachtoffer 20] ) en/of
- een mini laptop HP Compaq (toebehorende aan [slachtoffer 21] ) en/of
- meerdere SD kaarten,
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op bovengenoemde voorwerp(en) was/waren, althans bovenomschreven voorwerp(en), voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovengenoemde voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
3.
ZD 140 SR
hij in of omstreeks de periode van 7 oktober 2013 t/m 12 januari 2015 te Amsterdam en/of Utrecht en/of Rotterdam en/of Eindhoven en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten o.a. verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het plegen van diefstallen en/of het witwassen van gestolen goederen;

3.Bewijsoverwegingen

3.1
De verdenking kort weergegeven
De verdenking komt er, zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal (in vereniging) van achttien mobiele telefoons (feit 1 primair), dan wel dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van deze telefoons (feit 1 subsidiair).
De verdenking luidt verder, zakelijk weergegeven, dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van drie computers en meerdere SD-kaarten (feit 2) en dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie (feit 3).
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte het aan hem onder feiten 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met uitzondering van de onder feit 1 primair ten laste gelegde diefstal van de telefoon van [slachtoffer 1] op 7 oktober 2013. Ten aanzien van deze telefoon heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde witwassen wel wettig en overtuigend bewezen kan worden.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde feit. Hij heeft daartoe in hoofdzaak aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om te kunnen vaststellen dat verdachte de telefoons heeft weggenomen of dat het aandeel van verdachte van voldoende gewicht is geweest om hem als medepleger te kunnen aanmerken.
Ten aanzien van feiten 1 subsidiair en 2 heeft de raadsman bepleit dat verdachte hiervan eveneens moet worden vrijgesproken, aangezien niet duidelijk is hoe en onder welke omstandigheden verdachte deze goederen heeft verkregen en of hij had moeten weten dat het gestolen goederen betrof.
Voorts heeft de raadsman zich met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde feit primair op het standpunt gesteld dat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat, indien de rechtbank dit feit bewezen acht, de periode moet worden ingekort.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
Ten aanzien van feit 1: 7 oktober 2013, telefoon [slachtoffer 1]
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat op basis van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde diefstal in vereniging van de telefoon van [slachtoffer 1] , zodat verdachte dient te worden vrijgesproken.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat op basis van de stukken evenmin wettig en overtuigend kan worden bewezen – in het bijzonder gelet op de lange periode tussen het kwijtraken van de telefoon door aangeefster en het aantreffen van de telefoon in het postpakket van verdachte, waardoor onduidelijkheid bestaat over de gang van zaken betreffende deze telefoon gedurende die periode – dat verdachte wist of had moeten vermoeden dat deze telefoon van diefstal afkomstig was. De rechtbank zal verdachte derhalve ook van het subsidiair ten laste gelegde witwassen vrijspreken.
Ten aanzien van feit 1: 15 november 2014, telefoon [slachtoffer 2] en 16 november 2014, telefoons van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] .
Aangiftes
[slachtoffer 2] heeft op 9 februari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar witte Samsung Galaxy S4 telefoon. Hierbij heeft aangeefster verklaard dat haar telefoon op 15 november 2014 uit haar schoudertasje is weggenomen, terwijl zij in de Brabanthallen te
’s-Hertogenbosch op het feest ‘Welcome to the 90’s’ was. [2]
[slachtoffer 3] heeft op 3 februari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar zwarte Acer telefoon. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat haar telefoon op 16 november 2014 op het feest ‘We are Electric’ in het Klokgebouw in Eindhoven is weggenomen uit haar schoudertasje. [3]
[slachtoffer 4] heeft op 17 november 2014 aangifte van de diefstal van haar zwarte iPhone 4S. Deze is op zondag 16 november 2014 tussen 01:00 uur en 01:30 uur in het Klokgebouw in Eindhoven uit haar tasje weggenomen. [4]
Telefoongesprekken
Tussen 11 november 2014 en 17 november 2014 zijn met de telefoon met [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] [5] ) enerzijds en de telefoons met nummers [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] [6] ), [telefoonnummer 4] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] [7] ) en de telefoons van NN-personen anderzijds de volgende gesprekken gevoerd (onder meer en zakelijk weergegeven):
11 november 2014 om 13:56 uur [8]
[medeverdachte 2] denkt dat het voor [verdachte] alleen goed is om het Klokgebouw en 90’s te proberen. [verdachte] zegt dat hij het gaat proberen. Er worden door [medeverdachte 2] en [verdachte] meerdere evenementen besproken en [medeverdachte 2] zegt dat alleen Electric overblijft. [medeverdachte 2] adviseert [verdachte] ook de Brabanthallen te doen, want dit is in de buurt. [verdachte] zegt dat hij het perfect vindt.
13 november 2014 om 13:57 uur [9]
[medeverdachte 2] vraagt of [verdachte] dit weekend naar Eindhoven en 90’s gaat. [verdachte] antwoordt dat hij denkt van wel. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij een dag later voor [verdachte] Electric en 90’s zal proberen, waarop [verdachte] vraagt of deze dicht bij elkaar zijn. Dit wordt bevestigd door [medeverdachte 2] . Later in het gesprek zegt [medeverdachte 2] dat [verdachte] het beste zaterdag naar Electric kan gaan, waarop [verdachte] aanvult “en 90’s”. [medeverdachte 2] denkt dat dat bij Electric een beetje stomme, makkelijke mensen zijn, waarop [verdachte] antwoordt dat ze het zullen zien.
15 november 2014 om 01:24 uur [10]
[verdachte] zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij vlakbij de plek waar zij zijn geweest naar binnen gaat. [medeverdachte 1] zegt: “deze is gedeblokkeerd, maar hij is gebarsten.” [verdachte] zegt dat hij hem zo moet laten, maar de kaart eruit moet halen zodat ze hem niet kunnen lokaliseren. [medeverdachte 1] zegt dat hij hem heeft uitgezet, direct vanuit het menu, waarop [verdachte] vraagt of hij niet gekeken heeft of “hij de iCloud in zich heeft.”
15 november 2014 om 03:04 uur [11]
[verdachte] vraagt wat [medeverdachte 1] aan het doen is. [medeverdachte 1] antwoordt dat hij die spullen naar de auto heeft gebracht. [verdachte] vraagt wat het was. [medeverdachte 1] antwoordt dat het een BlackBerry is, maar één die hij nooit eerder heeft gezien.
15 november 2014 om 04:17 uur [12]
[verdachte] belt naar [medeverdachte 1] en vraagt hoeveel ze “hier hebben genomen”. [medeverdachte 1] antwoordt dat het er twee zijn. [verdachte] zegt dat het gemakkelijk is gegaan die dag en dat ze zeker 450-500 hebben gemaakt. Nu moeten ze alleen nog een sukkel vinden die ze wil hebben.
16 november 2014 om 14.00 uur [13]
[medeverdachte 2] vraagt of de 90’s goed was. [verdachte] vond de 90’s slecht, maar Electric was beter. [verdachte] zegt dat hij acht of negen heeft gepakt bij Electric. Bij de 90’s was het niet druk. Daar heeft [verdachte] slechts vier shit gepakt. Samsung, Mini Galaxy, Galaxy S3 en een Samsung Galaxy S4.
16 november 2014 om 17.08 uur [14]
[verdachte] belt met ene [betrokkene 1] en zegt dat hij drie Galaxy S3, een Galaxy S4 en een iPhone 4S en 4 heeft. Hij zal de prijzen toesturen.
16 november 2014 om 18:49 uur [15]
[verdachte] belt naar een NN-man en zegt dat hij gisterenavond 13 stuks heeft weggenomen.
Historische telefoongegevens iPhone [slachtoffer 4]
Uit het onderzoek naar de historische telefoongegevens van de iPhone van aangeefster [slachtoffer 4] is gebleken dat er op 16 november 2014 om 07.42 en 07.43 uur driemaal gebruik is gemaakt van het telefoontoestel en dat daarbij het [telefoonnummer 4] in de telefoon was aangebracht. Dit telefoonnummer was in gebruik bij [medeverdachte 1] . [16]
Aantreffen telefoons [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]
De telefoons van aangeefsters [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] worden op 29 december 2014 aangetroffen in een postpakket [17] dat diezelfde dag door [verdachte] en [medeverdachte 1] was weggebracht naar een agentschap van PostNL. [18] Het pakket was afgegeven ter verzending naar [Betrokkene 8] , [adres 1] te Roemenië en als afzender stond de naam van [verdachte] op het pakket genoteerd. [19]
Conclusie ten aanzien van de telefoons van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]
Naar het oordeel van de rechtbank kan – op grond van de tapgesprekken ten aanzien van zowel beide evenementen als over het ‘pakken van telefoons’ en op grond van het aantreffen van de gestolen telefoons in het postpakket – worden vastgesteld dat [verdachte] en [medeverdachte 1] op 15 respectievelijk 16 november 2014 gezamenlijk de telefoons van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] hebben weggenomen. De rechtbank acht feit 1 primair, ten aanzien van deze telefoons, dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1: 5 t/m 7 december 2014, telefoons van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8]
Aangiftes
[slachtoffer 5] heeft op 8 december 2014 aangifte gedaan van de diefstal van haar blauwe Samsung Galaxy S3 telefoon met het [imeinummer 5] . [slachtoffer 5] heeft verklaard dat haar telefoon tussen zaterdag 6 december 2014 om 21:45 uur en 7 december 2014 om 03:30 uur is weggenomen uit haar schoudertas. Aangeefster bevond zich op dat moment op het evenement ‘Life in Color’ in Ahoy te Rotterdam. [20]
[slachtoffer 6] heeft op 9 december 2014 aangifte gedaan van de diefstal van haar zwarte Samsung Galaxy Advance telefoon met het [imeinummer 6] . Bij haar aangifte heeft [slachtoffer 6] verklaard dat haar telefoon tussen 5 december 2014 om 23:45 uur en 6 december 2014 om 00:05 uur uit haar schoudertasje is gestolen tijdens het evenement ‘Armin Only’ dat plaatsvond in de Ziggo Dome te Amsterdam. [21]
[slachtoffer 7] heeft op 11 december 2014 via het internet aangifte gedaan van de diefstal van haar zwarte Sony Ericssson Xperia S telefoon. [slachtoffer 7] heeft verklaard dat haar telefoon tussen 6 december 2014 om 23:30 uur en 7 december 2014 om 00:45 uur uit haar schoudertasje is gestolen tijdens het evenement ‘Life in Color’ dat plaatsvond in Ahoy te Rotterdam. [22]
[slachtoffer 8] heeft op 31 januari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar zwarte LG E900 telefoon. De telefoon is op het evenement ‘Timewarp’ in de Jaarbeurs in Utrecht uit haar schoudertas weggenomen op 7 december 2014 tussen 06:00 uur en 07:00 uur. [23]
Telefoongesprekken en sms-berichten
Tussen 3 december 2014 en 13 december 2014 zijn met de telefoon met [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] [24] ) enerzijds en de telefoons met nummers [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] (in gebruik bij [medeverdachte 2] [25] ), [telefoonnummer 4] (in gebruik bij [medeverdachte 1] [26] ), de telefoon van de vriendin van [verdachte] en de telefoon van [betrokkene 2] anderzijds de volgende gesprekken gevoerd en sms-berichten verstuurd (onder meer en zakelijk weergegeven):
3 december 2014 om 16:22 uur [27]
[medeverdachte 2] zegt tegen [verdachte] dat zaterdag Life in Color is in Ahoy. [verdachte] antwoordt dat hij denkt dat hij daar heen gaat en dat hij moet kiezen tussen Ahoy en Timewarp in Utrecht. [medeverdachte 2] zegt dat hij denkt dat [verdachte] het beste vroeg naar Ahoy kan gaan, pak ‘pang-pang-pang-pang’ en dan naar de Maassilo. [verdachte] antwoordt dat mensen eerst een beetje dronken moeten worden en het drukker moet worden. [verdachte] zegt dat Timewarp perfect is om te werken, want daar kan hij tot laat werken. Als hij begint met stelen om tien uur, dan is dat een probleem. [medeverdachte 2] zegt dat iedereen dan nog normaal is. [medeverdachte 2] vraagt of hij ook Life in Color moet proberen voor [verdachte] . [verdachte] antwoordt met “ja”. [medeverdachte 2] zegt: ‘dus vrijdag en zaterdag Armin, Life in Color en Timewarp’ waarop [verdachte] weer antwoordt met “ja”.
4 december 2014 om 19:55 uur [28]
[verdachte] wil drie tickets voor Timewarp van [medeverdachte 2] . [verdachte] gaat vrijdag en zaterdag naar Armin en ook naar Timewarp.
5 december 2014 om 17:25 uur [29]
[verdachte] zegt tegen [medeverdachte 2] dat hij twee tickets nodig heeft voor Timewarp. Hij gaat slechts met z’n tweeën, met de Grote.
6 december 2014 om 15:57 uur [30]
[medeverdachte 2] vraagt aan [verdachte] hoe het gisteren was. [verdachte] antwoord dat het klote was, maar hij heeft er vijf gepakt. Het was moeilijk want iedereen hield zijn telefoon in de hand. Vanavond gaat [verdachte] naar Armin en de andere. [verdachte] heeft een telefoon voor [medeverdachte 2] . Een Samsung Galaxy 2 Advanced, een beetje oud maar goed. [medeverdachte 2] zegt dat hij deze kan gebruiken en [verdachte] zal de telefoon voor [medeverdachte 2] bewaren. Later in het gesprek zegt [verdachte] nogmaals dat hij een telefoon aan [medeverdachte 2] gaat geven.
6 december 2014 om 22:27 uur [31]
[verdachte] zegt tegen [medeverdachte 2] dat hij samen met de [betrokkene 3] onderweg is naar Utrecht. [verdachte] zegt dat hij drie, vier telefoons gaat pakken bij Ahoy en dan gaat hij vluchten en naar Timewarp. [medeverdachte 2] antwoordt dat hij denkt dat Timewarp het beste is, want daar komen allemaal gekke buitenlanders.
7 december 2014 om 04:13 uur [32]
[verdachte] stuurt een sms-bericht naar zijn vriendin met de tekst: ‘ik ga naar binnen kus’
7 december 2014 om 06:40 uur [33]
[verdachte] stuurt een sms-bericht naar zijn vriendin met de tekst: ‘We zijn klaar met werk, kus’
7 december 2014 om 02:57 uur [34]
[verdachte] vraagt aan [medeverdachte 1] hoeveel hij er heeft. Meer dan 10, 11 toch? [medeverdachte 1] antwoordt dat het er zoveel zijn. [verdachte] zegt dat het geen zin had om langer te blijven en heeft het over ‘die vette HTC’. [medeverdachte 1] zegt dat er daar twee van zijn. [verdachte] zegt dat het hun nacht is.
7 december 2014 om 03:11 uur [35]
[verdachte] stuurt een sms-bericht naar [medeverdachte 2] met de tekst: ‘I kill the ahoy 15 stuks’
13 december 2014 om 18:48 uur [36]
[verdachte] belt naar [betrokkene 2] en bespreekt meerdere telefoons die [verdachte] kan verkopen. [verdachte] heeft de types S3 en S4 in de aanbieding. [verdachte] zegt dat hij 5 telefoons kan geven en dat [betrokkene 2] kan kiezen. [verdachte] en [betrokkene 2] komen overeen dat [betrokkene 2] € 100,- zal betalen voor een telefoon en dat [verdachte] deze telefoon zal langsbrengen.
Zendmastgegevens
Uit zendmastgegevens blijkt dat de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte 1] in de nacht van 5 op 6 december 2014 ten tijde van de tapgesprekken zendmasten hebben aangestraald in de directe omgeving van de Ziggo Dome. Voorts is gebleken dat zij zich in de nacht van 6 op 7 december 2014 eerst in de directe omgeving van de Jaarbeurs bevonden en dat zij diezelfde nacht op een later tijdstip in de directe omgeving van Ahoy zijn geweest. [37]
Aantreffen telefoon [slachtoffer 5]
Uit onderzoek naar de verkeersgegevens is gebleken dat op 18 december 2014 de telefoon met het [imeinummer 5] in gebruik was en dat het [telefoonnummer 5] in de mobiele telefoon was aangebracht. De gebruiker van dit telefoonnummer, [betrokkene 2] [38] , heeft regelmatig telefonisch contact met [verdachte] . [39]
Op 22 januari 2015 wordt de telefoon met het [imeinummer 5] aangetroffen in het bezit van [betrokkene 2] . [40]
Aantreffen gegevensdrager [slachtoffer 5]
Op 12 januari 2015 worden bij de doorzoeking van de woning van [verdachte] meerdere SD-kaarten aangetroffen. De kaart die door de politie [sdkaartnummer] is genummerd, blijkt afkomstig te zijn uit de telefoon van aangeefster [slachtoffer 5] . [41]
Aantreffen telefoons [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8]
De telefoons van aangeefsters [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] worden op 29 december 2014 aangetroffen in het reeds eerder genoemde postpakket [42] dat diezelfde dag door [verdachte] en [medeverdachte 1] is weggebracht naar een agentschap van PostNL. [43] Het pakket was afgegeven ter verzending naar [Betrokkene 8] , [adres 1] te Roemenië en als afzender stond de naam van [verdachte] op het pakket genoteerd. [44]
Aantreffen telefoon [slachtoffer 6]
Uit onderzoek naar de verkeersgegevens van de telefoon van [slachtoffer 6] is gebleken dat de telefoon met het [imeinummer 6] op 18 december 2014 nog in gebruik was en dat het [telefoonnummer 6] in de mobiele telefoon was aangebracht. De telefoon werd op dat moment gebruikt door [betrokkene 4] , de moeder van [medeverdachte 2] . [45] De weggenomen telefoon is op 27 januari 2015 aangetroffen in het bezit van deze [betrokkene 4] , waarna de telefoon in beslag is genomen. [46] [betrokkene 4] heeft verklaard dat zij de telefoon van haar zoon, [medeverdachte 2] , heeft gekregen. [47]
Conclusie ten aanzien van de telefoons van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8]
De rechtbank oordeelt dat het op grond van de tapgesprekken met betrekking tot de drie evenementen die in aanloop naar, tijdens en na deze evenementen zijn gevoerd, alsmede op grond van de zendmastgegevens, wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] en [medeverdachte 1] op de evenementen Armin Only, Life in Color en Timewarp zijn geweest met de bedoeling daar telefoons weg te nemen. Op grond hiervan – en in combinatie met de aangiftes en het aantreffen van de telefoons in het postpakket of bij een persoon die direct te linken is aan [verdachte] of [medeverdachte 2] – kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat verdachte en [medeverdachte 1] in het weekend van 5 t/m 7 december 2014 gezamenlijk de telefoons van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] hebben weggenomen. De rechtbank acht feit 1 primair, ten aanzien van deze telefoons, dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1: 19 t/m 21 december 2014, telefoons van [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12]
Aangiftes
[slachtoffer 9] heeft op 22 januari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar zwarte Samsung Galaxy S4 Mini telefoon. Bij haar aangifte heeft [slachtoffer 9] verklaard dat haar telefoon in de nacht van 20 op 21 december 2014 tussen 01:00 uur en 02:00 uur is weggenomen uit haar schoudertasje. Aangeefster was op dat moment op een feest genaamd ‘Valhalla’ in Amsterdam RAI. [48]
[slachtoffer 10] heeft op 23 januari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar witte Samsung Galaxy S4 telefoon. Haar telefoon is op 20 december 2014 tussen 01:00 en 02:00 uur weggenomen uit haar handtas. Aangeefster bevond zich op dat moment in de Ziggo Dome te Amsterdam. [49]
[slachtoffer 11] heeft op 23 januari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar zwarte Sony Experia SP telefoon. [slachtoffer 11] heeft verklaard dat haar telefoon op 21 december 2014 tussen 04:00 en 04:30 uur is weggenomen uit haar tas tijdens het feest ‘Valhalla’ te Amsterdam. [50]
[slachtoffer 12] heeft op 21 december 2014 aangifte gedaan van de diefstal van haar witte iPhone 5S met zilveren achterkant en met het [imeinummer 12] . Bij haar aangifte heeft [slachtoffer 12] verklaard dat zij op 20 december 2014 in de Ziggo Dome te Amsterdam bij het evenement ‘Jingle Ball’ was. Omstreeks 01:00 uur is haar telefoon uit haar broekzak gestolen. [51]
Telefoongesprekken en sms-berichten
Tussen 19 december 2014 en 21 december 2014 zijn met de telefoon met nummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] [52] ) enerzijds en de telefoons met nummers [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] (in gebruik bij [medeverdachte 2] [53] ), [telefoonnummer 4] (in gebruik bij [medeverdachte 1] [54] ) en de telefoon van een NN-persoon anderzijds de volgende gesprekken gevoerd en sms-berichten verstuurd (onder meer en zakelijk weergegeven):
19 december 2014 om 17:33 uur [55]
[medeverdachte 2] geeft aan dat hij vanaf twaalf uur bezig is geweest, maar dat ze eerst geld op hun rekening willen. Vanavond is het niet duur volgens [medeverdachte 2] . Valhalla kost maar 30 op Marktplaats en Jinglebell kost misschien 40 euro. [verdachte] zegt dat hij geen geld heeft, maar dat hij vanavond en morgen iets gaat doen en dan maandag misschien wat doen.
19 december 2014 om 18:04 uur [56]
[verdachte] stuurt een sms-bericht naar ene [betrokkene 5] met de tekst: ‘price vshala 2 and ziggo 2’
19 december 2014 om 19:53 uur [57]
[verdachte] ontvangt een sms-bericht van [betrokkene 5] met de tekst: ‘Albert 2 tickets 70 oke walhalla’
19 december 2014 om 20:24 uur [58]
[verdachte] stuurt een sms-bericht naar [betrokkene 5] met de tekst: ‘yes jingle 2 en valhala 2’
20 december 2014 om 20:36 uur [59]
[medeverdachte 2] zegt dat het hem niet is gelukt kaartjes te krijgen. [verdachte] gaat proberen bij [betrokkene 5] kaartjes te krijgen. [verdachte] vraagt of [medeverdachte 2] een klant kan zoeken voor een beschadigde Galaxy S5. [medeverdachte 2] zegt dat hij het zal vragen aan wat mensen. [verdachte] heeft ook een Experia Z3, als nieuw, 250, en een Samsung Galaxy S5 waar [verdachte] 250 maar voor wil in verband met krasjes. [verdachte] heeft ook een Experia 3, de laatste, kleine, compact en een Samsung Galaxy S4.
20 december 2014 om 23:14 uur [60]
[verdachte] zegt tegen een NN-persoon dat hij eerst naar RAI gaat en misschien naar [betrokkene 5] en daarna naar Jinglebell. [verdachte] komt naar RAI en eerst naar Jingelbell om wat te verdienen.
20 december 2014 om 02:13 uur [61]
[verdachte] zegt tegen [medeverdachte 1] dat ze dus 300-400 hebben verdiend en dat het niet anders is. [verdachte] informeert bij [medeverdachte 1] of de agenten nog bij het meisje zijn en vraagt of het er veel waren. [medeverdachte 1] zegt van niet. [verdachte] vraagt hoeveel ze er hebben. Drie of vier? [medeverdachte 1] zegt drie.
20 december 2014 om 02:19 uur [62]
[verdachte] zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij ‘ [medeverdachte 2] moet bellen om te zeggen dat hij niets gedaan heeft en dat zijn inspanningen niets hebben opgeleverd.’
20 december 2014 om 02:20 uur [63]
[verdachte] belt naar [medeverdachte 2] en zegt dat er een oude trut was die midden tussen de deuren stond, zodat je er niet door kon. [verdachte] is weggerend. Hij heeft nog meer shit, telefoons gepakt. [medeverdachte 2] vraagt of de vrouw het heeft gezien. [verdachte] zegt dat ze iets voelde, maar dat ze het niet wist en er allemaal Marokkanen stonden. Zij wilden [verdachte] fouilleren, maar [verdachte] had het al weggegeven aan de chauffeur. Later in het gesprek zegt [verdachte] dat hij naar de Ziggo Dome was gegaan, maar daar konden ze niet blijven.
20 december 2014 om 02:28 uur [64]
[medeverdachte 2] zegt tegen [verdachte] dat hij nog gaat proberen kaarten voor Valhalla te kopen. [verdachte] zegt dat hij drie telefoons Samsung Galaxy S5 (van die trut), Galaxy S4 en een HTC Experience heeft.
21 december 2014 om 03:16 uur [65]
[verdachte] stuurt zijn vriendin een sms-bericht met de inhoud: ‘Nu werk ik een beetje 5 7 mob.’
Zendmastgegevens
Uit onderzoek – naar welke zendmasten ten tijde van de tapgesprekken zijn aangestraald door de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte 1] – is gebleken dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zich in de nacht van 19 op 20 december 2014 gelijktijdig in de directe omgeving van de Ziggo Dome te Amsterdam bevonden. [66] Voorts is uit dit onderzoek gebleken dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in de nacht van 20 op 21 december 2014 gelijktijdig zijn aangekomen in de directe omgeving van de Amsterdam RAI en dat zij beiden deze nacht binnen zijn geweest in de Amsterdam RAI. [67]
Aantreffen telefoons [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11]
De telefoons van aangeefsters [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] worden op 29 december 2014 aangetroffen in het reeds eerder genoemde postpakket [68] dat diezelfde dag door [verdachte] en [medeverdachte 1] is weggebracht naar een agentschap van PostNL. [69] Het pakket was afgegeven ter verzending naar [Betrokkene 8] , [adres 1] te Roemenië en als afzender stond de naam van [verdachte] op het pakket genoteerd. [70]
Aantreffen telefoon [slachtoffer 12]
Uit onderzoek naar de verkeersgegevens van de telefoon van [slachtoffer 12] is gebleken dat de telefoon met het [imeinummer 12] op 31 december 2014 nog in gebruik was en dat het [telefoonnummer 7] in de mobiele telefoon was aangebracht. Dit telefoonnummer was op dat moment in gebruik door [betrokkene 6] . Zij heeft op 10 maart 2015 verklaard dat zij de telefoon aan het einde van 2014 heeft gekregen van haar neef [betrokkene 7] . [71] D. [betrokkene 7] heeft op zijn beurt verklaard dat hij de iPhone 5S op de bazar in Beverwijk heeft gekocht voor een bedrag van € 200,-.
Conclusie ten aanzien van de telefoons van [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12]
De rechtbank oordeelt dat het op grond van de tapgesprekken ten aanzien van beide evenementen die in aanloop naar, tijdens en na deze evenementen zijn gevoerd en waarin duidelijk over het wegnemen van telefoons wordt gesproken, alsmede op grond van de zendmastgegevens, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat [verdachte] en [medeverdachte 1] op de evenementen Valhalla en Jingle Ball meerdere telefoons hebben weggenomen.
Op grond van het voorgaande, de aangiftes en het aantreffen van de telefoons in het postpakket kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in het weekend van 19 t/m 21 december 2014 gezamenlijk de telefoons van [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12] hebben weggenomen. De rechtbank acht feit 1 primair, ten aanzien van deze telefoons, dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1: 24 december 2014, telefoons van [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14]
Aangiftes
[slachtoffer 13] heeft op 30 januari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar Samsung Galaxy S5 telefoon. Bij haar aangifte heeft [slachtoffer 13] verklaard dat haar telefoon in de nacht van 24 op 25 december 2014 tussen 03.00 uur en 04:00 uur weggenomen is uit haar schoudertasje. Aangeefster was die nacht op het feest ‘White Beach’ dat werd gehouden in de Amsterdam Studio’s. [72]
[slachtoffer 14] heeft op 27 december 2014 via het internet aangifte gedaan van de diefstal van haar witte Samsung Galaxy S4 telefoon. Aangeefster [slachtoffer 14] heeft verklaard dat deze op 24 december 2014 tussen 02:00 uur en 02:30 uur uit haar heuptasje is gestolen. Aangeefster was op dat moment op het feest ‘Obsessions vs. Whitebeach’ in Amsterdam. [73]
Telefoongesprekken
Tussen 27 december 2014 en 30 december 2014 zijn met de telefoon met nummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] [74] ) enerzijds en de telefoons van NN-personen anderzijds de volgende gesprekken gevoerd (onder meer en zakelijk weergegeven):
27 december 2014 om 17:43 uur [75]
[verdachte] belt met ene [betrokkene 8] en zegt dat hij snel naar de post wil gaan met het pakketje, omdat het om 6 uur dicht gaat. [verdachte] zegt dat hij er meerdere dingen in heeft gedaan. Eén iPhone moet [betrokkene 8] aan de moeder van [verdachte] geven en de anderen mag hij verkopen. Achteraf zullen ze overleggen wat [betrokkene 8] aan [verdachte] zal betalen.
27 december 2014 om 18:08 uur [76]
[verdachte] zegt tegen [betrokkene 8] dat hij de goede apart heeft gedaan en hij heeft er nog 2 Sony Xperia, een Galaxy Mini en een beschadigde Samsung Galaxy S3 bij gedaan. [verdachte] zegt dat hij er nog meer zal sturen als hij wat bij elkaar heeft. [betrokkene 8] zegt dat hij zal gaan informeren bij mensen die hij kent.
[verdachte] zegt later in het gesprek dat zij hun vriendschap niet voor 300-1000 euro op het spel willen zetten.
27 december 2014 om 20:02 uur [77]
[verdachte] belt ene [betrokkene 9] . [betrokkene 9] noemt [verdachte] “boss” en zegt tegen hem dat iemand bij hem een S3 nodig heeft. [verdachte] antwoordt dat hij alleen een beschadigde heeft. [verdachte] heeft een S4 mini. [verdachte] heeft ook een iPhone 4 voor € 100,-. [verdachte] zegt dat hij een pakketje naar huis heeft gestuurd, een S5 en 10-15 andere telefoons.
28 december 2014 om 14:50 uur [78]
[verdachte] zegt in het gesprek meerdere keren tegen [betrokkene 8] dat hij het pakket naar [betrokkene 8] zal sturen op maandag. [verdachte] zegt dat [betrokkene 8] moet proberen ze goed te verkopen en zich niet moet laten inpakken door mensen die zeuren over beschadigingen enzo. Want zo kan [verdachte] er nog meer naar [betrokkene 8] sturen. Er komen immers niet drie-vijf telefoons naar [betrokkene 8] , maar afhankelijk van hoeveel [verdachte] er per week neemt, kunnen het er wel 100 per maand zijn.
28 december 2014 om 22:20 uur [79]
[verdachte] zegt tegen NN-persoon dat hij morgen alles naar huis, Roemenië, gaat opsturen.
30 december 2014 om 12:40 uur [80] NN-persoon vraagt naar een Samsung S3, maar die heeft [verdachte] niet. Zodra [verdachte] een iPhone 4 heeft, dan moet [verdachte] bellen. De NN-persoon brengt dan de klant naar [verdachte] . [verdachte] heeft nog twee iPhones 4S, want de rest is allemaal aan Roemenië gestuurd, in twee pakketten.
Aantreffen telefoons [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14]
De telefoons van aangeefsters [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] worden op 29 december 2014 aangetroffen in het reeds eerder genoemde postpakket [81] dat diezelfde dag door [verdachte] en [medeverdachte 1] is weggebracht naar een agentschap van PostNL. [82] Het pakket was afgegeven ter verzending naar [Betrokkene 8] , [adres 1] te Roemenië en als afzender stond de naam van [verdachte] op het pakket genoteerd. [83]
Verklaring [verdachte]
heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het postpakket voor een vriend heeft verstuurd naar Roemenië. [verdachte] wist dat er telefoons in het postpakket zaten. De persoon voor wie hij het pakket verstuurde, had niet de juiste papieren. [verdachte] heeft verder verklaard dat hij nooit eerder een pakket heeft verstuurd en dat hij de persoon aan wie het pakket was geadresseerd, niet kent.
Conclusie ten aanzien van de telefoons van [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14]
De rechtbank acht, gelet op de tapgesprekken waaruit blijkt dat [verdachte] regelmatig contact heeft gehad met de geadresseerde van het pakket en waarin er ook wordt gesproken over andere pakketten die verstuurd zijn of in de toekomst verstuurd kunnen worden, de verklaring van [verdachte] dat hij eenmalig een pakket heeft verstuurd voor een vriend, ongeloofwaardig.
De rechtbank overweegt dat er inderdaad enkele dagen tussen het wegnemen van de telefoons en het aantreffen van de telefoons in het postpakket zijn verstreken. [verdachte] heeft echter in de tussenliggende periode een groot aantal keren gebeld over (naar het oordeel van de rechtbank:
gestolen) telefoons die in een pakket naar Roemenië zouden worden verstuurd. In dit pakket zijn de twee op 24 december 2014 weggenomen telefoons vervolgens aangetroffen. Bovendien heeft [verdachte] geen afdoende verklaring gegeven over de wijze waarop hij aan de gestolen telefoons in het pakket is gekomen.
Op grond hiervan kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat [verdachte] en [medeverdachte 1] op 24 december 2014 gezamenlijk de telefoons [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] hebben weggenomen. Hierbij betrekt de rechtbank dat in hetzelfde postpakket meerdere telefoons zaten die eveneens door [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn gestolen, zoals hierboven reeds is overwogen. De rechtbank acht feit 1 primair, ten aanzien van deze telefoons, dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1: 27 december 2014, telefoon van [slachtoffer 15]
Aangifte
heeft op 29 december 2014 aangifte gedaan van de diefstal van haar witte LG G2 telefoon met het [imeinummer 15] . Aangeefster heeft verklaard dat haar telefoon tussen zaterdag 27 december 2014 om 23:00 uur en 28 december 2014 om 03:30 uur is weggenomen uit haar tasje. Aangeefster bevond zich op dat moment in Café [bedrijf ] te Eindhoven. [84]
Telefoongesprek en zendmastgegevens [85]
Op 28 december 2014 is met de telefoon met nummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] [86] ) enerzijds en de telefoon met nummer [telefoonnummer 4] (in gebruik bij [medeverdachte 1] [87] ) anderzijds het volgende gesprek gevoerd (onder meer en zakelijk weergegeven):
28 december 2014 om 01:37
[verdachte] belt [medeverdachte 1] en zegt: kom naar de auto, want het is niets. Ik ben naar buiten gegaan.
De mobiele telefoons van zowel [verdachte] als [medeverdachte 1] maakten tijdens dit gesprek gebruik van een zendmast die is geplaatst aan het [adres 2] te Eindhoven. Het perceel [adres 3] te Eindhoven, waar de diefstal van de telefoon van [slachtoffer 15] heeft plaatsgevonden, valt onder het bereik van deze zendmast.
Aantreffen telefoon [slachtoffer 15]
Tijdens de doorzoeking van de woning van [verdachte] , gelegen aan de [adres 4] te Amsterdam, werd onder het matras van het bed in de slaapkamer een witte LG telefoon aangetroffen. Het IMEI-nummer van deze telefoon komt overeen met het IMEI-nummer uit de aangifte van [slachtoffer 15] . [88]
Verklaring [betrokkene 10] [89]
[betrokkene 10] heeft op 12 januari 2015 verklaard dat zij de vriendin is van [verdachte] en dat zij de witte telefoon ongeveer een maand eerder van [verdachte] heeft gekregen.
Conclusie ten aanzien van de telefoon van [slachtoffer 15]
Gelet op het bovengenoemde – in het bijzonder het aanstralen van de telefoons van [medeverdachte 1] en [verdachte] in de omgeving van Café [bedrijf ] op de avond van de diefstal en het aantreffen van de telefoon in de woning van [verdachte] – oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de telefoon in de nacht van 27 op 28 december 2014 hebben weggenomen. De rechtbank acht feit 1 primair, ten aanzien van deze telefoon, dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1: 31 december 2014, telefoon van [slachtoffer 16]
Aangifte
heeft op 13 januari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar roze plastic iPhone met het [imeinummer 16] . Aangeefster heeft verklaard dat deze in de nacht van 31 december 2014 op 1 januari 2015 is weggenomen uit haar tasje. Aangeefster was op het moment dat de telefoon werd weggenomen op het feest ‘Tic-Tac’ dat werd gehouden in de Heineken Music Hall te Amsterdam. [90]
Telefoongesprekken en sms-berichten
Op 1 en 4 januari 2015 zijn met de telefoon met nummer [telefoonnummer 4] (in gebruik bij [medeverdachte 1] [91] ) enerzijds en de telefoon met nummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] [92] ) en de telefoon van een NN-persoon anderzijds de volgende gesprekken gevoerd en sms-berichten verstuurd (onder meer en zakelijk weergegeven):
1 januari 2015 om 01:04 uur [93]
[verdachte] stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht met de tekst: heb je het gevonden, FIDE?
1 januari 2015 om 02:27 uur [94]
[verdachte] stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht met de tekst: Kom je, joh?
2 januari 2015 om 00:24 uur [95]
[verdachte] belt met ene [betrokkene 11] . In dit gesprek vraagt [betrokkene 11] aan [verdachte] wat hij gisteren op 31 heeft gedaan. [verdachte] antwoordt met: ‘ik heb 13 slechte weggenomen’
4 januari 2015 om 20:55 uur [96]
[medeverdachte 1] zegt in het gesprek tegen een NN-vrouw dat hij een plastic iPhone 5C voor haar heeft. Het is een iPhone die ze in Roemenië niet hebben. Hij is helemaal van plastic en roze-oranje. Hij was ook goed te zien toen ‘hij’ hem had gestolen en hem vervolgens in de hand van [medeverdachte 1] stopte.
Zendmastgegevens
De mobiele telefoons van zowel [verdachte] als [medeverdachte 1] maakten tijdens de op 1 januari 2015 gestuurde sms-berichten gebruik van een zendmast die is geplaatst aan de [adres 5] te Amsterdam. De Heineken Music Hall valt onder het zendbereik van deze zendmast. [97]
Foto roze iPhone
In de telefoon van [verdachte] is een foto aangetroffen waarop er achttien telefoons te zien zijn. Eén van deze telefoons is een roze iPhone. [98]
Aantreffen telefoon [slachtoffer 16]
De telefoon van [slachtoffer 16] wordt op 6 januari 2014 aangetroffen tijdens de aanhouding en de fouillering van [medeverdachte 1] . [99]
Conclusie ten aanzien van de telefoon van [slachtoffer 16]
Gelet op het bovengenoemde – in het bijzonder het aanstralen van de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte 1] in de omgeving van de Heineken Music Hall op de avond van de diefstal en het aantreffen van de telefoon bij de fouillering van [medeverdachte 1] – oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de telefoon in de nacht van 31 december 2014 op 1 januari 2015 hebben weggenomen. De rechtbank acht feit 1 primair, ten aanzien van deze telefoon, dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1: 3 januari 2015, telefoons van [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18]
Aangiftes
[slachtoffer 17] heeft op 13 januari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar zwarte Samsung Galaxy Advance telefoon. Bij haar aangifte heeft aangeefster [slachtoffer 17] verklaard dat haar telefoon op 3 januari 2015 tussen 03:08 en 04:00 uur is gestolen uit haar tasje. Aangeefster was op dat moment in discotheek Canvas op de 7e in Amsterdam. [100]
[slachtoffer 18] heeft op 4 januari 2015 aangifte gedaan van de diefstal van haar zwarte iPhone 5C met het [imeinummer 18] . Hierbij heeft zij verklaard dat haar telefoon op 3 januari 2015 tussen 03:00 uur en 03:15 uur is weggenomen uit haar handtas. Aangeefster was die nacht in discotheek Canvas op de 7e in Amsterdam. [101]
Sms-berichten [102]
Op 3 januari 2015 zijn met de telefoon met nummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] [103] ) enerzijds en met de telefoon met nummer [telefoonnummer 4] (in gebruik bij [medeverdachte 1] [104] ) anderzijds de volgende sms-berichten verstuurd (onder meer en zakelijk weergegeven):
3 januari 2015 om 02:35 uur
[verdachte] stuurt een sms-bericht naar [medeverdachte 1] met de tekst: ‘kom is 10 entree op de 7-de verdieping’
3 januari 2015 om 02:35 uur
[medeverdachte 1] stuurt een sms-bericht naar [verdachte] met de tekst: ‘Ok ga ik naar binnen net als jij?’
3 januari 2015 om 02:38 uur
[verdachte] stuurt een sms-bericht naar [medeverdachte 1] met de tekst: ‘ja’
Zendmastgegevens
De mobiele telefoons van zowel [verdachte] als [medeverdachte 1] maakten tijdens de op 3 januari 2015 gestuurde sms-berichten gebruik van een zendmast die is geplaatst aan de [adres 6] te Amsterdam. Het perceel [adres 7] , waar de diefstallen hebben plaatsgevonden, valt onder het zendbereik van deze zendmast. [105]
Verklaring [verdachte] ter terechtzitting
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 3 januari 2015 in Canvas op de 7e is geweest en dat hij daar één telefoon heeft meegenomen. Dit was een iPhone die hij in de rookruimte heeft gevonden. [106]
Aantreffen telefoon [slachtoffer 17]
De telefoon van [slachtoffer 17] wordt op 6 januari 2014 aangetroffen tijdens de aanhouding en de fouillering van [medeverdachte 1] . [107]
Aantreffen telefoon [slachtoffer 18]
Tijdens de doorzoeking van de woning van [verdachte] , gelegen aan de [adres 4] te Amsterdam, wordt een zwarte iPhone aangetroffen. Het IMEI-nummer van deze telefoon komt overeen met het IMEI-nummer uit de aangifte van [slachtoffer 18] . [108]
Conclusie ten aanzien van de telefoons van [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18]
Gelet op het bovengenoemde – in het bijzonder het aanstralen van de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte 1] in de omgeving van de discotheek Canvas op de 7e op de avond van de diefstal en het aantreffen van één van de telefoons bij de fouillering van [medeverdachte 1] en de andere telefoon in de woning van [verdachte] – oordeelt de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de telefoons op 3 januari 2015 hebben weggenomen. De rechtbank acht feit 1 primair, ten aanzien van deze telefoons, dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 2
aangiftes
[slachtoffer 19] heeft op 17 december 2014 aangifte gedaan van een inbraak in zijn woning die dezelfde dag was gepleegd. Bij deze inbraak is een groot aantal goederen weggenomen, waaronder een laptop van het merk Acer. [109]
[slachtoffer 20] heeft op 31 oktober 2012 namens Stiching ITs festival aangifte gedaan van de diefstal van meerdere goederen, waaronder een Apple iMac 27 inch. Deze is uit het kantoorpand op de [adres 8] te Amsterdam weggenomen op 31 oktober 2012. [110]
[slachtoffer 21] heeft op 29 november 2014 aangifte gedaan van een inbraak in zijn woning die plaats heeft gevonden op dezelfde dag. Bij deze inbraak is onder meer een mini laptop HP Compaq weggenomen. [111]
Telefoongesprekken [112]
Tussen 1 december 2014 en 3 december 2014 zijn met de telefoon met nummer [telefoonnummer 1] (in gebruik bij [verdachte] [113] ) enerzijds en met de telefoon met nummer [telefoonnummer 4] (in gebruik bij [medeverdachte 1] [114] ) en de telefoon van een NN-persoon anderzijds de volgende gesprekken gevoerd (onder meer en zakelijk weergegeven):
1 december 2014 om 17:04 uur [115]
[verdachte] zegt dat ‘ze’ naar huis moeten worden gebracht en vraagt of [medeverdachte 1] er wel naar heeft gekeken. [medeverdachte 1] antwoordt dat ‘die HP een core heeft’. [verdachte] vraagt welke core. Core3, core4, core5 of 7?
[verdachte] zegt later in het gesprek tegen ene [betrokkene 12] dat hij geïnteresseerd is in computers. Ze moeten naar hem komen met de computers, zodat hij ze kan zien. [betrokkene 12] zegt dat hij er drie heeft. [verdachte] zegt dat hij ze wil zien. Hij weet niet welke serie de computers zijn en of ze goed zijn. [betrokkene 12] antwoordt dat het een HP en een Samsung zijn. Die zijn dun en goed.
3 december 2014 om 13:06 uur [116]
[verdachte] spreekt tegen een NN-persoon over een man die gisterenavond dronken was en nu weer dronken is. ‘Hij heeft drie computers genomen voor 100…één zo’n grote… een HP die zo’n 1400 à 1500 is en verder heeft hij nog een Samsung genomen en zo’n kleine.’ [verdachte] vertelt dat die sukkels tweehonderd voor één computer vroegen en hij ze voor 50 heeft genomen.
Aantreffen goederen
Tijdens de doorzoeking van de woning van [verdachte] , gelegen aan de [adres 4] te Amsterdam op 12 januari 2015, zijn onder meer de weggenomen Acer Laptop, Apple iMac 27 en HP laptop aangetroffen. [117] Voorts zijn bij de doorzoeking diverse SD-kaarten gevonden. Meerdere van deze SD-kaarten bleken na onderzoek afkomstig te zijn uit gestolen telefoons. [118]
Verklaring [verdachte]
heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de iMac al twee jaar heeft. Van de andere twee computers heeft hij er één gerepareerd en een kleinere gekregen. De iMac heeft hij gekregen van iemand die hem € 350,- schuldig was. [verdachte] kende deze persoon, maar wil zijn naam niet noemen.
Conclusie ten aanzien van feit 2
De rechtbank overweegt dat het vast staat dat de op 12 januari 2015 in de woning van [verdachte] aangetroffen computers en SD-kaarten van diefstal afkomstig waren. Voorts overweegt de rechtbank dat [verdachte] slechts een zeer beperkte en vage verklaring heeft gegeven over de wijze waarop hij aan deze goederen is gekomen. Bovendien is de € 350,- die [verdachte] naar eigen zeggen voor de iMac betaald zou hebben, aanzienlijk lager dan de nieuwwaarde of zelfs tweedehandswaarde die hij in een winkel voor de iMac zou moeten hebben betalen. De rechtbank weegt met betrekking tot de HP Compaq computer mee dat [verdachte] enkele dagen na de inbraak over de telefoon meerdere gesprekken heeft over een HP computer die hij voor een zeer laag bedrag heeft overgenomen.
Met betrekking tot de SD-kaarten weegt de rechtbank mee dat een groot aantal SD-kaarten in de woning van [verdachte] is aangetroffen, waarvan er meerdere te herleiden waren tot een weggenomen telefoon. De rechtbank betrekt hierbij eveneens dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zelf een groot aantal telefoons hebben weggenomen, zoals hierboven reeds is overwogen.
Op grond van het bovengenoemde kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat [verdachte] in ieder geval redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van diefstal afkomstig waren. De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 3
De verdenking
Aan [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wordt verweten dat zij met elkaar en met anderen hebben deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van diefstallen en/of het witwassen van gestolen goederen.
Juridisch kader
Onder “een organisatie” als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht moet worden verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen tenminste twee personen. Om als criminele organisatie aangemerkt te worden, dient de organisatie het oogmerk tot het plegen van misdrijven te hebben. Oogmerk tot het plegen van misdrijven is voldoende; uitvoerings- of voorbereidingshandelingen zijn niet vereist.
Voor het bewijs van dit oogmerk kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijk doel van de organisatie – en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie (Hoge Raad, 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0502).
Van deelneming aan een dergelijke organisatie is sprake indien een persoon behoort tot de organisatie en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Verdachte dient in dat verband in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven; in zoverre is voorwaardelijk opzet niet voldoende. Niet is vereist dat de verdachte aan enig concreet misdrijf heeft deelgenomen. Ook is niet nodig dat verdachte heeft samengewerkt met alle personen die deel uitmaken van de organisatie. Elke bijdrage aan een organisatie kan strafbaar zijn. Een dergelijke bijdrage kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van handelingen die op zichzelf niet strafbaar zijn, zolang van bovenbedoeld aandeel of ondersteuning kan worden gesproken (Hoge Raad, 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5132).
Te beantwoorden vragen
De rechtbank dient te beoordelen of sprake is van een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht en zo ja, welke verdachten tot deze organisatie behoren. Ook dient zij de vraag te beantwoorden of en, zo ja, hoe de betreffende verdachte aan de organisatie heeft deelgenomen.
Is er sprake van een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht?
De rechtbank heeft (onder feit 1) vastgesteld dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in de periode van 15 november 2014 tot en met 3 januari 2015 tezamen mobiele telefoons hebben gestolen op grote, drukbezochte evenementen.
Uit de tapgesprekken komt naar voren dat [verdachte] ook met anderen samenwerkte om te stelen; onder meer met [betrokkene 13] , [betrokkene 14] , [betrokkene 15] , [betrokkene 16] , [betrokkene 9] en [Betrokkene 8] , zo blijkt onder meer uit de volgende gesprekken die [verdachte] op 12, 13, 16, 22, 24 november en 27 en 28 december 2014 voerde (zakelijk weergegeven):
12 november 2014 om 22:31 uur [119]
[verdachte] beklaagt zich (tegenover een onbekende Roemeens sprekende vrouw) over [betrokkene 13] . [verdachte] zegt dat hij hem hiernaartoe heeft gehaald om geld te verdienen. [verdachte] zegt dat ‘hij’ [ [betrokkene 13] ] heeft gestolen wat hij heeft gestolen en toen hij niets had, nam [verdachte] hem mee, hij kreeg niets voor niets. [verdachte] vervolgt: “hij stal voor zichzelf en toen het niet ging, hebben we ons verenigd omdat we een grotere brigade moesten vormen om bovenop de sukkels te zitten.”
13 november 2014 om 13:57 uur [120]
[verdachte] zegt dat hij heeft geprobeerd om jongens om zich heen te houden die geld verdienen, maar nu zijn ze verdwenen, eentje zit in de gevangenis, de andere is elders, eentje is onderweg.
16 november 2014 om 18:40 [121]
[betrokkene 14] zegt tegen [verdachte] : “Ik ben in Roemenië, boss, ik kom over anderhalve week terug…”
22 november 2014 om 14:16 uur [122]
[verdachte] vertelt aan [betrokkene 13] dat hij “de 6 van 64 te pakken heeft” en dat [betrokkene 17] en ‘zij’ hem gek maken dat hij die naar hen moet sturen en dat ook [betrokkene 18] aandringt dat zij die wil hebben. [verdachte] vertelt dat hij ‘die’ hier voor 500-600 heeft gezet, het is er een met 64 GB en ‘vrij’. [verdachte] vertelt dat hij gisteravond twee andere is misgelopen doordat die vrouw constant haar hand erop had. [verdachte] zegt dat [betrokkene 19] daar wel goed in zou zijn geweest om haar af te leiden.
24 november 2014 [123]
[verdachte] vraagt aan [medeverdachte 1] waar [betrokkene 16] is, waarop [medeverdachte 1] antwoordt dat die naast hem staat. [betrokkene 20] vraagt [medeverdachte 1] of [betrokkene 16] iets heeft gestolen, waarop [medeverdachte 1] antwoordt: “nee niets.” Dan zegt [verdachte] : “Die zet ik vanavond echt het huis uit…je zult het wel zien…oké, ciao.”
27 december 2014 om 20:02 uur [124]
[verdachte] belt ene [betrokkene 21] . [betrokkene 21] zegt: “Boss, iemand hier heeft een S3 nodig.”
28 december 2014 om 14:50 uur [125]
[verdachte] zegt in het gesprek meerdere keren tegen [betrokkene 8] dat hij het pakket naar [betrokkene 8] zal sturen op maandag. [verdachte] zegt dat [betrokkene 8] moet proberen ze goed te verkopen en zich niet moet laten inpakken door mensen die zeuren over beschadigingen enzo. Want zo kan [verdachte] er nog meer naar [betrokkene 8] sturen. Er komen immers niet drie-vijf telefoons naar [betrokkene 8] , maar afhankelijk van hoeveel [verdachte] er per week neemt, kunnen het er wel 100 per maand zijn.
Ook werkte [verdachte] samen met [medeverdachte 2] , zo blijkt uit de vele tapgesprekken tussen hen, waarvan er hiervoor (onder feit 1) al verschillende zijn aangehaald. [medeverdachte 2] adviseerde [verdachte] naar welk evenement hij het beste kon gaan om te gaan stelen en ook blijkt uit die tapgesprekken dat [medeverdachte 2] daadwerkelijk kaarten voor evenementen aan [verdachte] heeft geleverd. In de volgende (zakelijk weergegeven) tapgesprekken komt deze samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] ook duidelijk naar voren:
11 november 2014 om 14:19 uur [126]
[medeverdachte 2] zegt dat Climax ook “boem-boem” is, maar dat het groot is en dat het Gelredome een grote locatie is en dat het is uitverkocht. [medeverdachte 2] denkt dat er 20 duizend mensen naar Climax komen. [medeverdachte 2] zegt: “Je moet wachten tot ze een beetje dronken zijn”, waarop [verdachte] zegt dat ze alle XTC en MDMA en alles opmaken.
13 november 2014 om 13:57 uur [127]
[medeverdachte 2] zegt dat gewoon zaterdag Electric het beste is, hij denkt dat daar bij Electric een beetje stomme, makkelijke mensen zijn. [medeverdachte 2] vertelt over een ruzie met zijn huisbaas, voor zondag moet hij 300 betalen en anders moet hij zijn huis uit. [verdachte] zegt dat hij deze week misschien wat “neemt”, dan geeft [verdachte] het direct aan [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zegt tegen [verdachte] dat het deze week echt wel moet, want als het niet goed gaat dan moet [medeverdachte 2] wat anders gaan doen, voor zichzelf.
19 november 2014 om 19:27 uur [128]
[medeverdachte 2] vertelt dat hij vandaag heeft gekeken voor [verdachte] en dat hij wat heeft gezien in Duitsland, namelijk ‘Neo Splash’, op de 22e. [medeverdachte 2] heeft op Google gekeken en het is maar 40 minuten van elkaar vandaan. “Tussen TWO/TO WALK en Neo Flash?” vraagt [verdachte] . [medeverdachte 2] vertelt dat [verdachte] beter eerst naar Duitsland kan gaan en dan van Duitsland naar Arnhem, “Climax is tot zeven uur” aldus [medeverdachte 2] . [verdachte] vraagt of [medeverdachte 2] twee tickets voor Neo Splash kan krijgen, maar [medeverdachte 2] zegt van niet. [medeverdachte 2] vertelt dat hij zal kijken voor tickets voor het evenement Party Flock. Hij heeft goedkope tickets gezien. [medeverdachte 2] vertelt dat het in een oude hal is en dat er misschien 3.000 of 2.500 mensen komen. [verdachte] zegt dat ze dan misschien 5 of 6 telefoons daar vandaan mee kunnen nemen. [medeverdachte 2] bevestigt dat.
22 november 2014 om 14:44 uur [129]
Het gaat heel goed met [verdachte] , de iPhone 6 is open. Sooow serieus vraagt [medeverdachte 2] . Ja, en nu ga ik hem voor 500 verkopen zegt [verdachte] . Sooow, zegt [medeverdachte 2] . Als [verdachte] het geld heeft gekregen, dan gaat hij 150 aan [medeverdachte 2] geven vandaag.
3 december 2014 om 16:22 uur [130]
[medeverdachte 2] zegt: “Luister, ik denk dat je dit moet doen. Kijk luister. Ik ga het je nu zeggen. Vrijdag, dan ga je naar Armin, weet je. Met je vriendin. Beter dat je vrijdag met haar gaat. Zaterdag ga je naar eh Ahoy eerst. (…) Ik denk wat je beter kan doen, is vroeg naar Ahoy gaan, pak ‘pang-pang-pang-pang’ en dan naar de Maassilo.”
8 januari 2015 [131]
[medeverdachte 2] en [verdachte] spreken over het postpakket dat [verdachte] zelf op 29 december 2014 op de post heeft gedaan en dat nog steeds niet bezorgd is. [medeverdachte 2] legt dan uit hoe je het kan zien met
‘track & trace’.
Conclusie met betrekking tot artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht
Uit al het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, blijkt van een langer bestaand en gestructureerd samenwerkingsverband, gericht op het plegen van diefstallen en witwassen van gestolen goederen. De organisatie richt zich op het stelen van mobiele telefoons op grote, drukbezochte evenementen. De leden van de organisatie hebben een voorkeur voor dit soort evenementen, omdat zij dan opgaan in het publiek en minder zichtbaar zijn, zodat zij hun slag kunnen slaan. De leden van de groep kiezen opzettelijk jonge, vrouwelijke slachtoffers uit, omdat zij hun telefoon niet op hun lichaam maar in een handtasje dragen, zodat het risico om op heterdaad betrapt te worden, kleiner is. De buitgemaakte telefoons worden in Nederland doorverkocht of in een pakket naar Roemenië gestuurd en aldaar verhandeld. Op grond van dit alles staat het criminele oogmerk van de organisatie naar het oordeel van de rechtbank vast.
Welke verdachten behoorden tot het samenwerkingsverband en wat was hun rol?
Op grond van al het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben behoord tot en hebben deelgenomen aan de criminele organisatie, waartoe ook andere deelnemers behoorden.
[verdachte] was behalve uitvoerder, ook de leider van de criminele organisatie. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende tapgesprekken (zakelijk weergegeven), waaruit naar voren komt dat [verdachte] [medeverdachte 1] naar Nederland haalt als zijn chauffeur:
7 november 2014 om 15:28 uur [132]
[verdachte] spreekt met een onbekende Roemeens sprekende man over [medeverdachte 1] (‘ [betrokkene 22] ’). [verdachte] zegt dat [betrokkene 22] is aangekomen in Charleroi en dat hij moet worden opgehaald. De onbekende man vraagt of [betrokkene 14] ‘hem’ niet kan ophalen. [betrokkene 20] zegt dat hij hem niet zonder ticket kan laten komen, om problemen te krijgen…dat de politie hem oppakt…begrijp je wat ik zeg?
7 november 2014 om 16:54 uur [133]
[betrokkene 20] (bijnaam van [verdachte] ) zegt tegen een onbekende Roemeens sprekende man dat hij 50 euro heeft overgemaakt zodat ‘hij’ een ticket kan kopen.
7 november 2014 om 17:24 uur [134]
[betrokkene 22] ( [medeverdachte 1] ) zegt tegen [verdachte] dat hij op de trein staat te wachten en dat hij een ticket tot Amsterdam Centraal heeft.
7 november 2014 om 18:31 uur [135]
[betrokkene 20] zegt tegen een onbekende Roemeens sprekende man dat zijn chauffeur is aangekomen en dat deze met hem naar binnen gaat, “hij is mijn maatje.” De onbekende Roemeens sprekende man zegt tegen [betrokkene 20] : “Vraag me mee om te werken…ik vind het leuk om als chauffeur mee te gaan.”
7 november 2014 om 14:40 [136]
[verdachte] zegt tegen [betrokkene 14] dat [medeverdachte 1] (‘ [betrokkene 22] ’) is aangekomen en geeft aan dat hij de reis van [medeverdachte 1] heeft betaald.
De leidende rol van [verdachte] blijkt ook uit de volgende (zakelijk weergegeven) tapgesprekken, waarin duidelijk wordt dat [verdachte] mensen regelt voor zijn organisatie met wie hij aan het werk kan ( [medeverdachte 1] en [betrokkene 23] ) en dat hij ze ook weer wegstuurt als hij niet tevreden is ( [betrokkene 16] en [medeverdachte 1] ). [verdachte] neemt de groepsleden in zijn huis en bepaalt wie daar mag verblijven. Ze moeten dan wel stelen:
24 november 2014 [137]
[verdachte] vraagt aan [medeverdachte 1] waar [betrokkene 16] is, waarop [medeverdachte 1] antwoordt dat die naast hem staat. [betrokkene 20] vraagt [medeverdachte 1] of [betrokkene 16] iets heeft gestolen, waarop [medeverdachte 1] antwoordt: “nee niets.” Dan zegt [verdachte] : “Die zet ik vanavond echt het huis uit…je zult het wel zien…oké, ciao.”
25 november 2014 om 11:22 uur [138]
[verdachte] beklaagt zich over [medeverdachte 1] omdat hij dronken was. [verdachte] zegt dat hij iemand anders moet vragen om te komen als chauffeur. [betrokkene 24] zegt: neem dan [betrokkene 23] en als [medeverdachte 1] niet wil en hij gaat drinken stuur hem dan weg. [verdachte] geeft later in het gesprek aan dat hij [medeverdachte 1] alleen nog deze week zal houden, daarna kan hij weg gaan.
[medeverdachte 1] zegt in een gesprek van 4 januari 2015 dat hij zelf ook graag weg wil: hij hoopt dat hij eerder wel ‘kan’ vertrekken, omdat er morgen een andere jongen komt, ene [betrokkene 23] uit Spanje. Kennelijk is de vervanging voor [medeverdachte 1] geregeld, maar mag hij van [verdachte] pas weg als die is gearriveerd. [139]
[verdachte] is ook degene die met landgenoten bespreekt waar ze het beste kunnen werken en [verdachte] is degene die bepaalt waar ze naartoe gaan om te stelen:
22 november 2014 om 16:30 uur [140] (zakelijk weergegeven)
Als [betrokkene 13] hem vertelt dat [betrokkene 15] naar Londen is vertrokken om daar te werken, zegt [verdachte] dat hij daar ook wel naar toe wil. Maar, zo waarschuwt hij, de straffen zijn daar wel hoger. [betrokkene 13] zegt dat hij gehoord heeft dat je de helft ervan moet uitzitten.
3 december 2014 om 00:26 uur [141] (zakelijk weergegeven)
Een onbekende persoon, een Roemeen, geeft in een gesprek met [verdachte] aan dat hij van plan is om over een week naar Londen te gaan. [verdachte] vraagt dan het telefoonnummer van ene [betrokkene 25] , want als hij daar werkt heeft, dan heeft hij daar ook een huis en dat is goed. [verdachte] wil daar met [betrokkene 22] (de bijnaam van [medeverdachte 1] ) naar toe en ze hebben onderdak nodig…. Dan ze kunnen zien hoe het is in clubs, om te testen.
Ook is [verdachte] degene die de anderen leert wat zij moeten doen. Dat komt naar voren nadat [medeverdachte 1] is aangekomen. Kort na zijn aankomst gaan ze samen aan het werk. Zo is er op 15 november 2014 om 01:26 uur [142] een gesprek afgeluisterd waarin [medeverdachte 1] aan [verdachte] vertelt dat hij een iPhone heeft die geblokkeerd is. [verdachte] leert hem dat hij de telefoon direct uit moet doen en de kaart eruit moet halen, zodat ze hem niet kunnen lokaliseren. Een half uur later, om 1:59 uur [143] , zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat het niet lukt, waarop [verdachte] zegt dat hij naar huis moet komen. Ook is een gesprek van [verdachte] op 20 december 2015 afgeluisterd, waaruit blijkt dat hij de anderen leert hoe ze moeten stelen (onder meer en zakelijk weergegeven):
20 december 2015 om 3:39 uur [144]
[verdachte] zegt tegen [medeverdachte 1] : “Als op zulke dingen … (ntv) … gooi je die op de grond, ik heb je toch geleerd?”
20 december 2014 om 15:34 uur [145]
[verdachte] legt in een gesprek met ene [betrokkene 26] uit wat er gebeurde die nacht: “Dus ik neem hem van haar, ik geef hem aan [betrokkene 22] en vervolgens zegt ze: “waar is mijn telefoon, waar is mijn telefoon? Jij stond naast me!” Ik zeg tegen [betrokkene 22] ; “Gooi hem bij haar voeten.” [betrokkene 22] gooide hem op de grond.”
Tot slot wordt [verdachte] door anderen “boss” genoemd, zoals blijkt uit reeds hiervoor aangehaalde tapgesprekken.
Ten aanzien van [verdachte] kan bewezen worden dat hij gedurende de periode van 7 november 2014 tot en met 12 januari 2015 heeft deelgenomen aan een organisatie welke tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van diefstallen en het witwassen van gestolen goederen. Op grond van de aan het dossier toegevoegde bewijsmiddelen kan namelijk worden vastgesteld dat [verdachte] en [medeverdachte 1] op 7 november 2014 contact met elkaar hebben. Uit de tapgesprekken van die datum blijkt dat [medeverdachte 1] die dag in Nederland is aangekomen en dat hij naar [verdachte] toekomt. Op 12 januari 2015 is [verdachte] aangehouden.
[medeverdachte 1] was een ‘uitvoerder’; samen met [verdachte] heeft hij gedurende een langere periode mobiele telefoons gestolen op festivals (feit 1). [medeverdachte 1] was niet alleen het “maatje” waarmee [verdachte] naar binnen ging bij de festivals om te stelen, hij was ook [verdachte] ’s chauffeur, zo blijkt uit de tapgesprekken van 7 november 2014 [146] en 25 november 2014 om 11:22 uur. [147] Ten aanzien van [medeverdachte 1] kan bewezen worden dat hij gedurende de periode van 7 november 2014 tot en met 6 januari 2015 heeft deelgenomen aan bedoelde organisatie. Op grond van de aan het dossier toegevoegde bewijsmiddelen kan namelijk worden vastgesteld dat [verdachte] en [medeverdachte 1] op 7 november 2014 contact met elkaar hebben. Uit de tapgesprekken van die datum blijkt dat [medeverdachte 1] die dag in Nederland is aangekomen en dat hij naar [verdachte] toekomt. Op 6 januari 2015 is [medeverdachte 1] aangehouden.
[medeverdachte 2] was ‘facilitator’ van de organisatie; hij had een ondersteunende rol die bestond uit het adviseren van [verdachte] welke festivals het meest geschikt waren om telefoons te stelen en het leveren van kaarten aan [verdachte] voor verschillende festivals, waar [verdachte] met een ander telefoons ging stelen. [medeverdachte 2] dacht actief mee over de planning en de potentiële slachtoffers. Ten aanzien van [medeverdachte 2] kan bewezen worden dat hij gedurende de periode van 11 november 2014 tot en met 12 januari 2015 heeft deelgenomen aan bedoelde criminele organisatie. Op grond van de aan het dossier toegevoegde bewijsmiddelen kan namelijk worden vastgesteld dat [medeverdachte 2] en [verdachte] op 11 november 2014 voor het eerst met elkaar spreken over (kaarten voor) een festival. Op 8 januari 2015 spreken zij elkaar voor het laatst. In dat gesprek hebben zij het over het postpakket van [verdachte] dat nog steeds niet is aangekomen. De rechtbank leidt uit dat gesprek af dat de samenwerking tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] op dat moment nog bestond en dat daaraan een eind is gekomen door de aanhouding van [verdachte] op 12 januari 2015. De rechtbank acht daarom ten aanzien van [medeverdachte 1] bewezen dat hij tot 12 januari 2015 lid is geweest van de criminele organisatie.
Conclusie
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte gedurende de periode van 7 november 2014 tot en met 12 januari 2015 heeft deelgenomen aan een organisatie welke tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het plegen van diefstallen en het witwassen van gestolen goederen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van 7
november 2014t/m 3 januari 2015 te Amsterdam en Utrecht en Rotterdam en Eindhoven en 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
op 15 november 2014
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 2] ), toebehorende aan [slachtoffer 2] en
op 16 november 2014
- een telefoon (Acer, [imeinummer 3] ), toebehorende aan [slachtoffer 3] en
- een telefoon (iPhone, [imeinummer 4] ), toebehorende aan [slachtoffer 4] en
in het weekend van 5 t/m 7 december 2014:
- een telefoon (Samsung S3, [imeinummer 5] ) en een SD-kaart (Sandisk Micro SD-kaart [sdkaartnummer] ), toebehorende aan [slachtoffer 5] en
- een telefoon (Samsung Galaxy, [imeinummer 6] ) toebehorende aan [slachtoffer 6] en
- een telefoon (Sony Ericsson, [imeinummer 7] ) toebehorende aan [slachtoffer 7] en
- een telefoon (LG E900, [imeinummer 8] ) toebehorende aan [slachtoffer 8] en
in het weekend van 19 t/m 21 december 2014:
- een telefoon (Samsung Galaxy S4 mini, [imeinummer 9] ), toebehorende aan [slachtoffer 9] en
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 10] ), toebehorende aan [slachtoffer 10] en
- een telefoon (Sony Ericsson Experia SP, [imeinummer 11] ), dele toebehorende aan [slachtoffer 11] en
- een telefoon (iPhone 5S, [imeinummer 12] ), toebehorende aan [slachtoffer 12] en
op25december 2014
- een telefoon (Samsung Galaxy S5, [imeinummer 13] ), toebehorende aan [slachtoffer 13] en
- een telefoon (Samsung Galaxy S4, [imeinummer 14] ), toebehorende aan [slachtoffer 14] en
op 27 december 2014
- een telefoon (LG G2, [imeinummer 15] ), toebehorende aan [slachtoffer 15] en
op 31 december 2014
- een telefoon (iPhone, [imeinummer 16] ), toebehorende aan [slachtoffer 16] en
op 3 januari 2015
- een telefoon (Samsung, [imeinummer 17] ), toebehorende aan [slachtoffer 17] en
- een telefoon (iPhone, [imeinummer 18] ) toebehorende aan [slachtoffer 18] ,
2.
hij op 12 januari 2015, te Amsterdam, van meerdere voorwerpen, te weten
- een Acer laptop (toebehorende aan [slachtoffer 19] ) en
- een Apple iMac 27 (toebehorende aan [slachtoffer 20] ) en
- een mini laptop HP Compaq (toebehorende aan [slachtoffer 21] ) en
- meerdere SD-kaarten,
de herkomst en de vervreemding heeft verborgen en verhuld, althans bovenomschreven voorwerp(en), voorhanden heeft gehad, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovengenoemde voorwerpen -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf;
3.
hij in de periode van
11 november 2014t/m 12 januari 2015 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten o.a. verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het plegen van diefstallen en het witwassen van gestolen goederen.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, voor het geval de rechtbank één of meer feiten bewezen zou verklaren, subsidiair op het standpunt gesteld dat de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf te hoog is. De raadsman heeft voorts betoogd dat een gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk kan worden opgelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Voor wat betreft de in aanmerking komende strafsoort en strafduur wordt meer in het bijzonder het navolgende overwogen.
Verdachte heeft zich met een medeverdachte in een relatief korte periode schuldig gemaakt aan diefstal van een zeer grote hoeveelheid mobiele telefoons tijdens verschillende evenementen. Kennisneming van het volledige dossier maakt duidelijk dat in de desbetreffende periode sprake is geweest van diefstallen die niet alleen grootschalig waren, maar ook zeer goed georganiseerd en welhaast bedrijfsmatig werden uitgevoerd. Die organisatie hield in de eerste plaats in het van tevoren (in overleg met een andere medeverdachte) nauwkeurig uitzoeken van de evenementen, bestaande uit het inwinnen van informatie over de grootte, drukte en het soort publiek dat zou afkomen op het evenement, het inkopen van tickets bij niet officiële verkooppunten en het bezoeken van meerdere evenementen in één weekend (soms zelfs meerdere op één avond), waarbij er werd gehandeld volgens vaste afspraken en met een duidelijk rolverdeling. Dit blijkt onder meer uit het feit dat er vooral mobiele telefoons werden gestolen van jonge vrouwen uit schoudertasjes. Juist door deze geraffineerde en geoliede werkwijze slaagden de verdachten erin snel en onopgemerkt toe te slaan en in korte tijd een groot aantal mobiele telefoons weg te nemen. Het bedrijfsmatige karakter van de onderhavige diefstallen komt voorts daarin tot uiting dat de buitgemaakte telefoons in grote hoeveelheden werden verzonden naar Roemenië.
Verdachte heeft met zijn handelen schade toegebracht aan de slachtoffers. In het geval van diefstal van een mobiele telefoon zijn slachtoffers vaak niet alleen financieel getroffen, maar ook emotioneel, gelet op het feit dat een mobiele telefoon vaak persoonlijke berichten, foto’s, filmpjes, contacten en afspraken bevat. Hiermee heeft verdachte ook inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en gevoelens van onveiligheid bij hen veroorzaakt. Al deze omstandigheden dienen in de hoogte van de op te leggen straf tot uiting te komen, waarbij de normbevestigende werking van de straf voorop staat.
Verder heeft verdachte deel uitgemaakt van een criminele organisatie. Georganiseerde misdaad is ernstig en werkt ontwrichtend in de maatschappij. Voorts dient bij de strafoplegging de rol van verdachte bij het plegen van de bewezen verklaarde feiten in aanmerking te worden genomen, aangezien de rechtbank verdachte beschouwt als de leidende figuur van de criminele organisatie waarvan hij deel uitmaakte.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 10 maart 2015, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, hetgeen hem er kennelijk geenszins van heeft weerhouden dergelijke feiten nogmaals te plegen. Dit weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
Al het vorenstaande voert de rechtbank tot de slotsom dat aan verdachte een straf moet worden opgelegd die vrijheidsbeneming van aanmerkelijke duur met zich brengt. Voor wat betreft de duur van die straf acht de rechtbank hetgeen de officier van justitie heeft gevorderd passend en geboden, zodat de rechtbank dienovereenkomstig zal beslissen.
7. De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 13] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 455,-.
[slachtoffer 12] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 685,-.
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 13] en [slachtoffer 12] volledig en hoofdelijk toe te wijzen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat beide benadeelde partijen niet ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering, dan wel dat de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 12] dient te worden afgewezen. Hiertoe heeft de raadsman ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 13] aangevoerd dat de telefoon reeds terug is bij de benadeelde partij en dat deze vordering verder niet voldoende is onderbouwd. Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 12] heeft de raadsman aangevoerd dat deze telefoon nog terug kan worden gegeven aan de benadeelde partij.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 13]
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij afwijzen, aangezien de weggenomen telefoon reeds terug is bij de benadeelde partij.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.
Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 12]
De rechtbank zal de vordering niet-ontvankelijk verklaren, aangezien de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, omdat uit de vordering niet duidelijk blijkt voor welk bedrag de benadeelde partij de telefoon heeft aangeschaft en wat de huidige waarde van de telefoon is.
De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil.

8.De in beslag genomen goederen

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de op de lijst van in beslag genomen voorwerpen onder 1 t/m 7 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurd verklaard en dat het onder 8 genummerde voorwerp zal worden teruggegeven aan de rechthebbende, te weten [betrokkene 27] .
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 t/m 7 genummerde voorwerpen verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, omdat deze voorwerpen geheel of grotendeels door middel van de bewezen verklaarde strafbare feiten zijn verkregen.
Nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan [betrokkene 27] gelasten van het op de beslaglijst onder 8 genummerde voorwerp.

9.De vordering tenuitvoerlegging

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot tenuitvoerlegging van
het bij vonnis van de rechtbank te Amsterdam d.d. 2 januari 2014 voorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot tenuitvoerlegging moet worden afgewezen, aangezien de eerdere veroordeling voornamelijk andersoortige feiten betreft. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf bij een tenuitvoerlegging om te zetten in een taakstraf.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht termen aanwezig voor toewijzing van de vordering van de officier van justitie van 10 maart 2015 tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf, waartoe verdachte werd veroordeeld bij onherroepelijk geworden vonnis van de rechtbank te Amsterdam d.d. 2 januari 2014, omdat uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte de algemene voorwaarde niet heeft nageleefd, doordat hij zich voor het einde van de proeftijd die bij voormeld vonnis was opgelegd, wederom heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten.

10.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 14g, 24, 33, 33a, 47, 57, 140, 310, 311, 420bis van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair ten laste gelegde diefstal van de telefoon [slachtoffer 1] en het onder 1 subsidiair ten laste gelegde witwassen van die telefoon heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair (met uitzondering van de telefoon van [slachtoffer 1] ), 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 2:
witwassen, meermalen gepleegd
ten aanzien van feit 3:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
verklaart het bewezenverklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
wijst de vordering tot schadevergoeding van benadeelde partij [slachtoffer 13] af;
bepaalt dat benadeelde partij [slachtoffer 12] niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de benadeelde partijen [slachtoffer 13] en [slachtoffer 12] in de kosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 t/m 7 genummerde voorwerpen, te weten: 1 STK telefoontoestel Samsung, 1 STK telefoontoestel Sony Experia, 1 STK geheugensimm, 1 STK geheugensimm, 1 STK telefoontoestel Galaxy S3, 1 STK telefoontoestel Google Phone en 1 STK telefoontoestel Nexus LG;
gelast de teruggave aan [betrokkene 27] van het op de beslaglijst onder 8 genummerde voorwerp, te weten: 1 STK telefoon.
gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis van de rechtbank te Amsterdam d.d. 2 januari 2014, gewezen onder parketnummer 13/651649-12, te weten:
een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) MAANDEN.
Dit vonnis is gewezen door
mr. V.J. de Haan, voorzitter,
mr. C. Fetter, rechter,
mr. I.C. Kranenburg, rechter,
in tegenwoordigheid van mrs. M.B. van Munster en L. Peet, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 juli 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2014070658, van de politie eenheid Den Haag, onderverdeeld in verschillende dossiers.
2.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] , ZD Scrabble, p. 1064 t/m 1065.
3.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 3] , ZD Scrabble, p. 939 t/m 940.
4.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 4] , ZD Scrabble, p. 1417 t/m 1418.
5.Proces-verbaal verdenking [verdachte] , ZD Scrabble, p. 41 t/m 71.
6.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [medeverdachte 2] , ZD Scrabble, p. 203 t/m 206.
7.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [betrokkene 22] , ZD Scrabble, p. 72 t/m 77.
8.Proces-verbaal gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] , ZD Scrabble, p. 159 t/m 160.
9.Geschrift, zijn een weergave van een telefoongesprek (sessie 195), ZD 140, p. 96 t/m 98.
10.Geschrift, zijn een weergave van een telefoongesprek, ZD Scrabble, p. 95.
11.Geschrift, zijn een weergave van een telefoongesprek, ZD Scrabble, p. 97 t/m 98.
12.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek telefoongesprekken [verdachte] , ZD Scrabble, p. 84.
13.Proces-verbaal gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] , ZD Scrabble, p. 170.
14.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 47.
15.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 47.
16.Proces-verbaal relaas, ZD Scrabble, p. 1413 t/m 1415.
17.Proces-verbaal van bevindingen telefoons postpakket, ZD Scrabble, p. 347 t/m 377.
18.Proces-verbaal van observatie 29-12-2014, ZD Scrabble, p. 502 t/m 506.
19.Proces-verbaal uitlevering en inbeslagname postpakket, ZD Scrabble, p. 337 t/m 346.
20.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 5] , ZD Scrabble, p. 584 t/m 585 en p. 589.
21.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 6] , ZD Scrabble, p. 587 t/m 588.
22.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 7] , ZD Scrabble, p. 610 t/m 612.
23.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 8] , ZD Scrabble, p. 943 t/m 944.
24.Proces-verbaal verdenking [verdachte] , ZD Scrabble, p. 41 t/m 71.
25.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [medeverdachte 2] , ZD Scrabble, p. 203 t/m 206.
26.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [betrokkene 22] , ZD Scrabble, p. 72 t/m 77.
27.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 245 t/m 247.
28.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 248.
29.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 248.
30.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 250.
31.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 252.
32.Proces-verbaal van bevindingen Telecom, ZD Scrabble, p. 218.
33.Proces-verbaal van bevindingen Telecom, ZD Scrabble, p. 218.
34.Proces-verbaal van bevindingen Telecom, ZD Scrabble, p. 219.
35.Proces-verbaal van bevindingen Telecom, ZD Scrabble, p. 220.
36.Proces-verbaal gebruik telefoon [imeinummer 5] door [betrokkene 28] , ZD Scrabble, p. 240.
37.Proces-verbaal van bevindingen Telecom, ZD Scrabble, p. 213 t/m 220.
38.Proces-verbaal van bevindingen identiteit “ [betrokkene 28] ”, ZD Scrabble, p. 234 t/m 237.
39.Proces-verbaal gebruik telefoon [imeinummer 5] door [betrokkene 28] , ZD Scrabble, p. 238 t/m 241.
40.Proces-verbaal inbeslagname Samsung III, [imeinummer 5] , ZD Scrabble, p. 650 t/m 651.
41.Proces-verbaal onderzoek datadragers, ZD Scrabble, p. 1004 t/m 1006.
42.Proces-verbaal van bevindingen telefoons postpakket, ZD Scrabble, p. 347 t/m 377.
43.Proces-verbaal van observatie 29-12-2014, ZD Scrabble, p. 502 t/m 506.
44.Proces-verbaal uitlevering en inbeslagname postpakket, ZD Scrabble, p. 337 t/m 346.
45.Proces-verbaal gebruik weggenomen telefoon [imeinummer 6] , ZD Scrabble, p. 208 t/m 210.
46.Proces-verbaal inbeslagname telefoon Samsung, ZD Scrabble, p. 926 t/m 927.
47.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 4] , ZD Scrabble, p. 965.
48.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 9] , ZD Scrabble, p. 1297 t/m 1299.
49.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 10] , ZD Scrabble, p. 956 t/m 960.
50.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 11] , ZD Scrabble, p. 918 t/m 920.
51.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 12] , ZD Scrabble, p. 1304 t/m 1306.
52.Proces-verbaal verdenking [verdachte] , ZD Scrabble, p. 41 t/m 71.
53.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [medeverdachte 2] , ZD Scrabble, p. 203 t/m 206.
54.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [betrokkene 22] , ZD Scrabble, p. 72 t/m 77.
55.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 1263.
56.Geschrift, zijnde een weergave van een sms-bericht, ZD Scrabble, p. 1266.
57.Geschrift, zijnde een weergave van een sms-bericht, ZD Scrabble, p. 1273.
58.Geschrift, zijnde een weergave van een sms-bericht, ZD Scrabble, p. 1274.
59.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 1287.
60.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 1291.
61.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 1276.
62.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 1280.
63.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 1281.
64.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 1284
65.Geschrift, zijnde een weergave van een sms-bericht, ZD Scrabble, p. 1408.
66.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek zendmastgegevens, ZD Scrabble, p. 1252 t/m 1293.
67.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek zendmastgegevens, ZD Scrabble, p. 1382 t/m 1409.
68.Proces-verbaal van bevindingen telefoons postpakket, ZD Scrabble, p. 347 t/m 377.
69.Proces-verbaal van observatie 29 december 2014, ZD Scrabble, p. 502 t/m 506.
70.Proces-verbaal uitlevering en inbeslagname postpakket, ZD Scrabble, p. 337 t/m 346.
71.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 1308 t/m 1309.
72.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 13] , ZD Scrabble, p. 922 t/m 924.
73.Proces-verbaal afschrift van aangifte [betrokkene 29] , ZD Scrabble, 1059 t/m 1062.
74.Proces-verbaal verdenking [verdachte] , ZD Scrabble, p. 41 t/m 71.
75.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 341
76.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 342 t/m 343.
77.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 517.
78.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 343 t/m 344.
79.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 520.
80.Geschrift, zijnde een weergaven van een gesprek, ZD Scrabble, p. 521 t/m 522.
81.Proces-verbaal van bevindingen telefoons postpakket, ZD Scrabble, p. 347 t/m 377.
82.Proces-verbaal van observatie 29 december 2014, ZD Scrabble, p. 502 t/m 506.
83.Proces-verbaal uitlevering en inbeslagname postpakket, ZD Scrabble, p. 337 t/m 346.
84.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 15] , ZD Scrabble, p. 624 t/m 626.
85.Proces-verbaal gestolen LG, ZD Scrabble, p. 508 t/m 509.
86.Proces-verbaal verdenking [verdachte] , ZD Scrabble, p. 41 t/m 71.
87.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [betrokkene 22] , ZD Scrabble, p. 72 t/m 77.
88.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 467.
89.Proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 10] , ZD Scrabble, p. 450 t/m 451.
90.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 16] , ZD Scrabble, p. 739 t/m 740.
91.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [betrokkene 22] , ZD Scrabble, p. 72 t/m 77.
92.Proces-verbaal verdenking [verdachte] , ZD Scrabble, p. 41 t/m 71.
93.Proces-verbaal gestolen roze iPhone, ZD Scrabble, p. 574.
94.Proces-verbaal gestolen roze iPhone, ZD Scrabble, p. 574.
95.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 559 t/m 560.
96.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 874 t/m 876.
97.Proces-verbaal gestolen roze iPhone, ZD Scrabble, p. 573 t/m 576.
98.Proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 1179.
99.Proces-verbaal gestolen roze iPhone, ZD Scrabble, p. 573.
100.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 17] , ZD Scrabble, p. 947 t/m 948.
101.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 18] , ZD Scrabble, p. 629 t/m 630.
102.Proces-verbaal gestolen iPhone, ZD Scrabble, p. 498 t/m 499.
103.Proces-verbaal verdenking [verdachte] , ZD Scrabble, p. 41 t/m 71.
104.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [betrokkene 22] , ZD Scrabble, p. 72 t/m 77.
105.Proces-verbaal gestolen roze iPhone, ZD Scrabble, p. 573 t/m 576.
106.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 10 juli 2015.
107.Proces-verbaal gestolen Samsung Galaxy Advance, ZD Scrabble, p. 569.
108.Proces-verbaal van doorzoeking [adres 4] ZD Scrabble, p. 523 t/m 529.
109.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 19] , ZD Scrabble, p. 1085 t/m 1088.
110.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 20] , ZD Scrabble, p. 1351 t/m 1354.
111.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 21] , ZD Scrabble, p. 1376 t/m 1379.
112.Proces-verbaal gestolen iPhone, ZD Scrabble, p. 498 t/m 499.
113.Proces-verbaal verdenking [verdachte] , ZD Scrabble, p. 41 t/m 71.
114.Proces-verbaal van bevindingen identiteit [betrokkene 22] , ZD Scrabble, p. 72 t/m 77.
115.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140, p. 45 t/m 46.
116.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140, p. 49 t/m 51.
117.Proces-verbaal van doorzoeking [adres 4] , ZD Scrabble, p. 523 t/m 529, proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 1072, proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 1373 t/m 1374 en proces-verbaal van bevindingen, ZD Scrabble, p. 1348 t/m 1349.
118.Proces-verbaal relaas, ZD Scrabble, p. 34 t/m 35, proces-verbaal aanvullende aangifte [betrokkene 30] , ZD Scrabble, p. 1146 t/m 1147, proces-verbaal aangifte [betrokkene 32] , ZD Scrabble, p. 1042 t/m 4044 en proces-verbaal aangifte [betrokkene 31] , ZD Scrabble, p. 1024 t/m 1026.
119.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 31.
120.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 97.
121.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 117.
122.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 26.
123.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 76.
124.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 118.
125.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD Scrabble, p. 343 t/m 344.
126.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 82.
127.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 97.
128.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 33.
129.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 36.
130.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 41.
131.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, sessie 2889, op de DVD met de uitgewerkte tapgesprekken.
132.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 11.
133.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 59.
134.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 53.
135.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 12.
136.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 21.
137.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 76.
138.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 114.
139.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 89.
140.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 26.
141.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 51.
142.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 65.
143.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 66.
144.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 93.
145.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 94.
146.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 11, 59, 53 en 12.
147.Geschrift, zijnde een weergave van een gesprek, ZD 140 Sr., p. 114.