In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 december 2015 een eindvonnis gewezen in de procedure tussen Alpargatas S.A. en Brands & Concepts B.V. Alpargatas, gevestigd in São Paulo, Brazilië, vorderde een verbod op inbreuk op haar Gemeenschapswoordmerk HAVAIANAS door Brands & Concepts. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 23 september 2015 overwogen dat de vorderingen van Alpargatas, voor zover gegrond op inbreuk op haar Gemeenschapswoordmerk, in beginsel toewijsbaar zijn. Brands & Concepts had in een eerdere akte betoogd dat de reconventionele vorderingen door de rechtbank beoordeeld moesten worden, maar de rechtbank oordeelde dat deze vorderingen niet aan haar voorlagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet-verwijzen van de reconventionele vorderingen in het dictum van het verwijzingsvonnis niet kan worden gecorrigeerd door de rechtbank Den Haag, omdat dit een beslissing van de rechtbank Midden-Nederland betreft. De rechtbank heeft de vorderingen van Alpargatas toegewezen, waaronder een bevel tot staking van inbreuk, een dwangsom voor niet-naleving, en de veroordeling van Brands & Concepts in de proceskosten. De rechtbank heeft ook bepaald dat Brands & Concepts binnen drie maanden na betekening van het vonnis een gecertificeerde verklaring moet verstrekken over de inbreukmakende producten. Het vonnis is uitgesproken door mr. C.T. Aalbers en is uitvoerbaar bij voorraad.