Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Vonnis van 16 december 2015
[eiser] ,
de besloten vennootschap PRISMA HOLDING B.V.,
De procedure
- de dagvaarding van 15 december 2014 tegen de eerste rolzitting van 14 januari 2015, met de producties E1 t/m E11;
- de conclusie van antwoord in conventie en van voorwaardelijke eis in reconventie van 25 februari 2015, met de producties G1 t/m G10;
- het comparitievonnis van 11 maart 2015 en de beschikking van 15 april 2015;
- de op 24 juni 2015 ter civiele griffie ontvangen conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie;
- de op 6 juli 2015 ter civiele griffie ontvangen producties G11 en G12;
- het proces-verbaal van de zitting van 9 juli 2015 met vier bijlagen.
De feiten
indien en zodra een opbrengst is gerealiseerd van € 4.575.000,00 te vermeerderen met rente en kosten, reeds nu voor alsdan door Prisma Holding BV kwijting wordt verleend voor het restant van alle schulden (…).
De geschillen
in conventiedat de rechtbank (samengevat):
in voorwaardelijke reconventiedat de rechtbank (samengevat) [eiser] zal veroordelen om aan Prisma Holding BV te betalen een bedrag van in hoofdsom € 87.968,75, met nevenvorderingen en zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zulks op
de voorwaardedat de rechtbank in conventie zal oordelen dat
partijen niet gehouden kunnen worden aan het op 29 september 2008 schriftelijk tussen hen overeengekomen saldo van de openstaande schuld.
De beoordeling
€ 84.302,85 per 31 december 2007 en van nog eens € 3.579,21 per 30 september 2008.
€ 87.882,06 feitelijk in het nadeel van [eiser] was aangebracht, waardoor het [eiser] bij zijn eerste vordering blijkbaar feitelijk gaat om een rentecorrectie van € 87.882,06.
de voorwaardedat de rechtbank in conventie zal oordelen dat
partijen niet gehouden kunnen worden aan het op 29 september 2008 schriftelijk tussen hen overeengekomen saldo van de openstaande schuld.
€ 100.000,- te weinig heeft gecrediteerd op de rekening-courant van [eiser] . Prisma Holding BV voert daartegen meerdere verweren, waaronder naar de rechtbank begrijpt ook het verweer dat [eiser] zijn recht heeft verwerkt om nog terug te komen op het hier pas medio 2014 aan de orde gestelde bedrag van € 100.000,-, omdat die € 100.000,- ook al verdisconteerd was in de vaststellingsovereenkomst van 29 september 2008 en in de nadien telkens jaarlijks door [eiser] ontvangen rekening-courant overzichten.
slechts om fiscale redenenaldus fictief zijn vermeld en ondertekend, maar dat de werkelijk overeengekomen bedragen in de e-mail van 3 september 2008 zijn vermeld en voor akkoord zijn ondertekend: (verkoopprijs 1.600.000 – 100.000 minderopbrengst =) € 1.500.000,- voor het onderhavige registergoed en € 27.500,- voor de onderhavige roerende zaken (dat waren een zogenoemde
weideman met toebehoren, een tractor, karren, een giertank en inventaris, zoals door [eiser] ook zelf benoemd en becijferd op € 27.500,- in zijn voorstel per e-mail van 1 september 2008 (productie G5).
€ 448.090,- plus 6,5% rente per jaar maandelijks € 4.500,- zou gaan aflossen, waardoor die schuld over 12 jaar omstreeks de 65ste verjaardag van [eiser] algeheel zou zijn afgelost. Door vervolgens van 1 januari 2011 tot juni 2014 bijna 3,5 jaar zonder protest of voorbehoud ook daadwerkelijk maandelijks de afgesproken € 4.500,- aan Prisma Holding BV te betalen, zoals blijkt uit de door Prisma Holding BV overgelegde rekening-courant overzichten (productie G2), heeft [eiser] nogmaals bij Prisma Holding BV het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt en/of bevestigd dat [eiser] het eens was met de omvang en inhoud van de jaarlijkse rekening-courant overzichten van 2008 t/m 2013 van Prisma Holding BV en heeft [eiser] mede daardoor formeel het recht verwerkt om per medio 2014 nog op de materiële juistheid van de daarin sinds 30 september 2008 in zijn nadeel verdisconteerde post van de onderhavige € 100.000,- terug te komen.
€ 448.090,- in hoofdsom, met daarin dus sinds april 2009 opgenomen de onderhavige
€ 40.000,- in het nadeel van [eiser] , waarna is afgesproken dat [eiser] op die schuld van € 448.090,- plus 6,5% rente per jaar maandelijks € 4.500,- zou gaan aflossen, waardoor die schuld over 12 jaar omstreeks de 65ste verjaardag van [eiser] geheel zou zijn afgelost. Door vervolgens van 1 januari 2011 tot juni 2014 bijna 3,5 jaar zonder protest of voorbehoud ook daadwerkelijk maandelijks de afgesproken € 4.500,- aan Prisma Holding BV te betalen, zoals blijkt uit de door Prisma Holding BV overgelegde rekening-courant overzichten (productie G2), heeft [eiser] nogmaals bij Prisma Holding BV het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt en/of bevestigd dat [eiser] het eens was met de omvang en inhoud van de jaarlijkse rekening-courant overzichten van 2008 t/m 2013 van Prisma Holding BV en heeft [eiser] mede daardoor formeel het recht verwerkt om medio 2014 nog op de materiële juistheid van de daarin sinds april 2009 opgenomen post van de onderhavige € 40.000,- terug te komen.
om fiscale redenenin afwijking van de tekst van het in zoverre fictief bedoelde echtscheidingsconvenant van 11 maart 2009 - dat [eiser] de voor de financiering van de woning aan de [adres] mede benodigde lening van € 40.0000,- van Prisma Holding BV aan formeel (zijn aanstaande ex-echtgenote) [Y] feitelijk voor zijn eigen rekening zou nemen door debitering van dat bedrag op zijn bestaande rekening-courant schuld aan Prisma Holding BV. Die onderlinge werkelijke afspraak wordt ook bevestigd door het feit dat [eiser] in deze procedure niet heeft gereclameerd over de overige drie debetposten die Prisma Holding BV in haar rekening-courant overzicht van 2009 ook nog voor de nieuwe woning van/voor [Y] aan de [adres] heeft opgenomen en aldus aan [eiser] in rekening heeft gebracht.