ECLI:NL:RBDHA:2015:16026
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank Den Haag in faillissementsverzoek en overdracht aan rechtbank Rotterdam
Op 10 maart 2015 heeft de Rechtbank Den Haag zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van een verzoek tot faillietverklaring van de N.V. Nuon Sales Nederland, gevestigd te Amsterdam. Het verzoek was ingediend op 22 januari 2015 en strekte mede tot faillietverklaring van de vennootschap onder firma Firma [X] en haar vennoten. De rechtbank oordeelde dat de woonplaats van de gerekestreerde niet binnen het arrondissement Den Haag viel, waardoor de rechtbank niet bevoegd was volgens artikel 2, eerste lid, van de Faillissementswet. Dit artikel bepaalt dat de faillietverklaring geschiedt door de rechtbank van de woonplaats des schuldenaars.
De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 6 februari 2015, waarin werd vastgesteld dat het faillissement van een vennootschap onder firma (vof) niet automatisch leidt tot het faillissement van de vennoten. De rechtbank benadrukte dat, hoewel het wenselijk is dat verzoeken tot faillietverklaring en vennoten zoveel mogelijk tezamen worden behandeld, dit niet betekent dat de regels van relatieve bevoegdheid niet van toepassing zijn. De rechtbank concludeerde dat het meer in de rede ligt om de verzoeken te coördineren, in plaats van ze om proceseconomische redenen bij elkaar te houden, wat zou kunnen leiden tot coördinatieproblemen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de behandeling van het verzoek overgedragen aan de rechtbank Rotterdam, waar de gerekestreerde woonachtig is. Tevens werd opgemerkt dat de gerekestreerde een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling had ingediend, dat ook aan de rechtbank Rotterdam was overgedragen. De rechtbank Den Haag heeft zich dus niet bevoegd verklaard en de zaak overgedragen aan de rechtbank Rotterdam voor verdere behandeling.