ECLI:NL:RBDHA:2015:16039
Rechtbank Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot opleggen van dwangsom bij weigering medewerking aan conservatoir bewijsbeslag en verhaalsbeslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 september 2015 uitspraak gedaan in een rekestprocedure met rekestnummer KG RK 15-1800. De verzoekster, een vennootschap naar vreemd recht gevestigd in Duitsland, had een verzoek ingediend tot het opleggen van een dwangsom aan de gerekwestreerde, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd in Nederland. Het verzoek was gericht op het verkrijgen van medewerking voor het leggen van conservatoir bewijsbeslag en verhaalsbeslag. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van 4 september 2015, waarin toestemming was verleend voor het leggen van conservatoir beslag.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat zij bevoegd is om van het bodemgeschil kennis te nemen, aangezien de gerekwestreerde in Nederland is gevestigd en er een inbreuk op Gemeenschapsmerken wordt verweten. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen wettelijke verplichting rust op de gerekwestreerde om medewerking te verlenen aan het onder haar te leggen beslag. De voorzieningenrechter heeft daarbij verwezen naar artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de toegang van deurwaarders tot plaatsen regelt voor inbeslagneming.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de omstandigheden in deze zaak niet gelijk te stellen zijn aan eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin wel een medewerkingsplicht werd aangenomen. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot het opleggen van een dwangsom afgewezen, omdat er geen grondslag was voor een verplichting tot medewerking of toegang tot de bedrijfsruimtes van de gerekwestreerde. De beschikking is gegeven door mr. M.P.M. Loos in aanwezigheid van de griffier.