ECLI:NL:RBDHA:2015:16392
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- H.N. Pabbruwe
- V.J. de Haan
- I.J.K. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak met getuigenverzoek
Op 28 december 2015 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verdachte die op 10 december 2015 ter terechtzitting was verschenen. Voorafgaand aan deze zitting had de advocaat van de verdachte, mr. E. Manders, verzocht om vier getuigen te horen. De meervoudige strafkamer besloot echter om de zaak niet aan te houden voor het horen van deze getuigen. Na deze beslissing heeft de verdachte de rechters gewraakt, omdat hij meende dat hun beslissing een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleverde.
De wrakingskamer heeft op 21 december 2015 het wrakingsverzoek behandeld. De rechters waren niet aanwezig, maar hadden schriftelijk laten weten niet in de wraking te berusten. De officier van justitie, mr. D.M. van Gosen, heeft haar standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechters om het getuigenverzoek niet te honoreren een processuele beslissing was en dat er geen uitzonderlijke feiten of omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleverden.
De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek tot wraking moest worden afgewezen, en dat het proces in de hoofdzaak voortgezet kon worden. De beslissing werd op dezelfde dag openbaar uitgesproken, en de betrokken partijen werden op de hoogte gesteld van de uitkomst.