3.2.In het verweerschrift heeft verweerder toegevoegd dat als een militair in werkelijke dienst lijdende is aan een ziekte of gebrek, welke niet rechtstreeks verband houdt met een ongeval, maar mogelijk wel in verband kan worden gebracht met de uitoefening van de militaire dienst, de bijzondere omstandigheden waaronder de dienst is uitgevoerd, dan wel de opgedragen werkzaamheden, een Rapportage van medische aangelegenheid kan worden opgemaakt, welke rapportage – afhankelijk van de bevindingen – kan leiden tot aanspraken op grond van het Besluit Aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen (Besluit AO/IV).
4. Eiser voert in beroep aan dat in zijn geval sprake is van een ongeval in de zin van artikel 1, aanhef en onder d, van de Regeling proces-verbaal van ongeval en rapportage medische aangelegenheden. Hij heeft tijdens het verrichten van aan hem opgedragen werkzaamheden, bestaande uit het vervangen van de rem van een vliegtuig, gedurende een dienstreis in uitzendgebied, ten gevolge van een onvoorziene omstandigheid, lichamelijk letsel opgelopen. Eiser heeft, vanwege vastzittende bouten als gevolg van oververhitting van de rem, met een uitsluitend voor reguliere werkzaamheden bedoelde toolkit, niet reguliere herstelwerkzaamheden moeten
verrichten aan het vliegtuig. Met het gereedschap dat eiser tot zijn beschikking had, heeft hij na enige inspanning een drietal bouten los kunnen krijgen. Bij de poging om de vierde bout los te krijgen, ging het echter mis. Eiser heeft, terwijl hij kracht zette, een misgreep gedaan. Direct daarop volgde een elektrische stroom vanuit de rug, door het rechter been, naar de tenen van eiser. Eiser heeft vervolgens de werkzaamheden onmiddellijk gestaakt en rust genomen. Het kwaad was echter al geschied. In de avond kon eiser niet meer recht lopen. Bovendien kampte eiser met rugklachten.
Gezien het vorenstaande is volgens eiser sprake van een gebeurtenis waarbij door een onvoorziene omstandigheid, zijnde een misgreep, rugklachten zijn ontstaan. Dit betekent volgens eiser dat de gebeurtenis dient te worden aangemerkt als ongeval, als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder d, van de Regeling proces-verbaal van ongeval en rapportage medische aangelegenheden.
5. In geschil is of verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat het ongeval op 15 december 2012 niet is aan te merken als een ongeval.
6. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling. In artikel 147, derde lid, van het AMAR is aan verweerder niet de ruimte geboden het begrip “ongeval” in een ministeriële regeling, nader te bepalen. Zoals de Centrale Raad van beroep in zijn uitspraak van 18 december 2008 (ECLI:NL:CRVB:2008:BG9497) heeft overwogen komt aan de Regeling proces-verbaal van ongeval en medische aangelegenheden geen inhoudelijke betekenis toe, maar bevat deze regeling slechts een samenstel van regels voor het opmaken van proces-verbaal. Niettemin is de rechtbank van oordeel dat verweerder geen onjuiste uitleg aan het begrip “ongeval” geeft door te beoordelen of sprake is van een gekwetst worden door een onvoorziene omstandigheid bepaald door een misgreep, een van buiten komende gebeurtenis of onverwacht geweld, welk criterium overeenkomt met de in artikel a, aanhef en onder d, van de Regeling proces-verbaal van ongeval en rapportage medische aangelegenheden, gegeven definitie van het begrip ongeval.
Dienaangaande is de rechtbank met verweerder van oordeel dat het kracht zetten bij het losdraaien van zware vastzittende bouten niet kan worden aangemerkt als een van buiten komende gebeurtenis of onverwacht geweld. Van een misgreep is evenmin sprake. Het gebruik van een niet geschikte sleutel omdat een geschikte sleutel niet voorhanden is, is niet te kwalificeren als een misgreep. Dit betekent dat het beroep ongegrond moet worden verklaard.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.