In deze zaak vorderde de curator van [A] Plantenservice B.V. de teruglevering van CC-containers die door A+G Venlo B.V. in bruikleen waren gegeven. De rechtbank Den Haag oordeelde dat de vordering van de curator werd afgewezen wegens schuldeisersverzuim. De procedure begon met een dagvaarding op 12 september 2013, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een tussenvonnis en een comparitie. De curator stelde dat A+G tekort was geschoten in de nakoming van de gebruiksovereenkomst door de containers niet tijdig terug te leveren. A+G voerde aan dat [A] Plantenservice zelf in verzuim was met haar betalingsverplichtingen, waardoor A+G een retentierecht kon inroepen. De rechtbank oordeelde dat de verplichtingen van beide partijen voortvloeiden uit dezelfde rechtsverhouding en dat A+G haar verplichtingen tot teruglevering kon opschorten totdat [A] Plantenservice haar betalingsverplichtingen nakwam. De rechtbank concludeerde dat de curator niet bevoegd was tot het nemen van executiemaatregelen en wees de vorderingen van de curator af. De curator werd veroordeeld in de proceskosten van A+G.