ECLI:NL:RBDHA:2015:1968

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 februari 2015
Publicatiedatum
25 februari 2015
Zaaknummer
C/09/479797 FT RK 14/2660
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot faillietverklaring op basis van pluraliteitsvereiste

Op 10 februari 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij Jantje van Leyden B.V. als verzoekster optrad tegen A4 Bodyfit B.V. als verweerster. Verzoekster heeft een verzoekschrift ingediend tot faillietverklaring van verweerster, stellende dat deze in een toestand verkeert van niet kunnen betalen, met een openstaande vordering van € 455.756,92. Tijdens de behandeling op 3 februari 2015 is verweerster vertegenwoordigd door haar bestuurder R.C. Broersen en zijn advocaat mr. J.P.S. van Schaik.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het vorderingsrecht van verzoekster niet in geschil is en is gebaseerd op een eerder vonnis van 21 mei 2014. Echter, de steunvordering van T.L.C. Zoeterhage B.V., die ook een vordering heeft op verweerster, werd door verweerster betwist. De rechtbank oordeelt dat er voldoende bewijs is van het bestaan van deze steunvordering, maar dat de vorderingen van verzoekster en T.L.C. Zoeterhage B.V. zodanig verweven zijn dat niet aan het vereiste van pluraliteit wordt voldaan. Dit betekent dat er geen sprake is van meerdere schuldeisers met vorderingen die onafhankelijk van elkaar zijn.

De rechtbank concludeert dat, omdat verzoekster geen andere steunvorderingen heeft ingediend, het verzoek tot faillietverklaring moet worden afgewezen. De beslissing werd uitgesproken door mr. R. Cats in aanwezigheid van griffier R. Becker. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummer: C/09/479797 / FT RK 14/2660
uitspraakdatum: 10 februari 2015
JANTJE VAN LEYDEN B.V.
verzoekster,
advocaat: mr. P.B.J. van den Oord,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend strekkende tot faillietverklaring van:
A4 BODYFIT B.V.,
verweerster.
Verzoekster heeft het faillissement van verweerster aangevraagd stellende dat verweerster verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen nu zij zowel de vordering van verzoekster ad € 455.756,92 (exclusief rente) als andere vorderingen onbetaald laat.
Het verzoekschrift is op 3 februari 2015 behandeld in raadkamer. Namens verweerster is daarbij gehoord R.C. Broersen, bestuurder, alsmede zijn advocaat mr. J.P.S. van Schaik.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Tussen partijen is het vorderingsrecht van verzoekster niet in geschil. Dit vorderingsrecht is gebaseerd op het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis d.d. 21 mei 2014 van deze rechtbank, team kanton Leiden/Gouda, locatie Leiden.
De door verzoekster naar voren gebrachte steunvordering van T.L.C. Zoeterhage B.V. wordt door verweerster betwist. Naar het oordeel van de rechtbank is echter voldoende summierlijk gebleken van het bestaan van het vorderingsrecht van T.L.C. Zoeterhage B.V. Deze vennootschap heeft bij factuur d.d. 1 december 2012 servicekosten voor de maand december 2012 bij verweerster in rekening gebracht en verweerster heeft die factuur onbetaald gelaten. Gebleken is dat verweerster daaraan voorafgaand wel servicekosten aan T.L.C. Zoeterhage B.V. heeft betaald. Het verweer dat die betalingen onder druk hebben plaatsgevonden is niet aannemelijk gemaakt en verweerster heeft ook anderszins onvoldoende omstandigheden aangevoerd op basis waarvan kan worden geoordeeld dat zij de factuur d.d. 1 december 2012 niet dient te betalen.
Verweerster brengt voorts naar voren dat de vordering van verzoekster en de gestelde steunvordering van T.L.C. Zoeterhage B.V. verweven zijn, waardoor niet aan de vereiste pluraliteit wordt voldaan. Dit verweer slaagt. Op grond van hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht gaat de rechtbank ervan uit dat de vordering van verzoekster een huurvordering is en dat de vordering van T.L.C. Zoeterhage B.V. ziet op servicekosten ten aanzien van hetzelfde perceel. Beide vorderingsrechten vinden hun grondslag in (dezelfde) huurovereenkomst, doch de verhuurder heeft er hierbij klaarblijkelijk om haar moverende redenen voor gekozen het beheer van het perceel in handen te geven van een andere vennootschap. Verweerster heeft ter terechtzitting onweersproken naar voren gebracht dat T.L.C. Zoeterhage B.V. een 100%-dochter van verzoekster is en dat het bestuur van beide vennootschappen direct dan wel indirect door dezelfde personen wordt gevormd. Onder deze omstandigheden bestaat naar het oordeel van de rechtbank tussen de vordering van T.L.C. Zoeterhage B.V. en de vordering van verzoekster een zodanig nauwe samenhang dat dit de pluraliteit in de weg staat. Nu door verzoekster geen vorderingen van andere schuldeisers als steunvordering naar voren zijn gebracht, is niet voldaan aan het pluraliteitsvereiste. Dit maakt dat het verzoek zal worden afgewezen.

BESLISSING

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot faillietverklaring van:
A4 BODYFIT B.V.,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats], gemeente [X].
Gegeven door mr. R. Cats en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 februari 2015 om 12.00 uur, in tegenwoordigheid van R. Becker, griffier.
Tegen deze uitspraak kan degene die is verschenen en aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof te Den Haag.