ECLI:NL:RBDHA:2015:2826

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 maart 2015
Publicatiedatum
16 maart 2015
Zaaknummer
C-09-468114 - FA RK 14-4655
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot opmaken geboorteakte van geadopteerd kind

Op 16 maart 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de opmaak van een geboorteakte voor een geadopteerd kind. Verzoekers, een gehuwd paar, hadden op 18 juni 2014 een verzoekschrift ingediend om de geboorteakte van hun geadopteerde dochter in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder het verzoekschrift en correspondentie van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Tijdens de zitting op 19 januari 2015 zijn de verzoekers en de ambtenaar verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overgelegde geboorteakte een herregistratie betreft en niet de oorspronkelijke geboorteakte, wat in strijd is met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank heeft geoordeeld dat de geboorteakte niet kan worden ingeschreven omdat deze niet voldoet aan de vereisten van de Nederlandse wetgeving. Het primaire verzoek van de verzoekers is afgewezen, evenals het subsidiaire verzoek om registratie van de geboorteakte met gelijktijdige aanvulling. De rechtbank heeft wel de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld, maar de verzoekers hebben niet kunnen aantonen dat de minderjarige bij haar geboorte de voornamen heeft gekregen die zij hebben opgegeven. De rechtbank heeft de zaak afgesloten met de beslissing om de noodzakelijke gegevens voor de opmaak van de geboorteakte vast te stellen, maar heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 14-4655
Zaaknummer: C/09/468114
Datum beschikking: 16 maart 2015

Beschikking op het op 18 juni 2014 ingekomen verzoekschrift van:

[de man],

en
[de man],
verzoekers,
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. A.F. Braun te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag,
zetelend te Den Haag,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief d.d. 27 juni 2014 van de zijde van verzoekers met bijlagen;
- de brief d.d. 5 augustus 2014 van de zijde van de ambtenaar;
- het faxbericht d.d. 24 september 2014 van de zijde van verzoekers met daarin een aanvulling van het verzoekschrift;
- de brief d.d. 9 januari 2015 van de zijde van de verzoekers met bijlagen.
Op 19 januari 2015 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de heer [ambtenaar] bijgestaan door zijn advocaat en de heer P.C. de Ruijter in zijn hoedanigheid van ambtenaar van de burgerlijke stand te Den Haag. Van de zijde van de verzoekers zijn pleitnotities overgelegd.
Na de terechtzitting zijn de volgende stukken ontvangen:
- het faxbericht d.d. 2 februari 2015 van de zijde van verzoekers met bijlage;
- de brief d.d. 10 februari 2015 van de zijde van de ambtenaar met bijlagen.

Verzoek

Het verzoekschrift zoals dat thans luidt strekt ertoe dat:
primair
1. de rechtbank voor recht zal verklaren dat de op de na te melden minderjarige betrekking hebbende geboorteakte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in het geboorteregister van de burgerlijke stand van den Haag (1:26 BW) en de inschrijving van deze akte in het geboorteregister van de burgerlijke stand te Den Haag zal gelasten (1:26b BW);

subsidiair

2. de rechtbank een last tot registratie geeft van de geboorteakte van de minderjarige met de gelijktijdige aanvulling, dan wel verbetering, dat de minderjarige is geadopteerd door verzoekers (artikel 1:26b juncto 1:24 BW);

meer subsidiair

3. naar de rechtbank begrijpt: de rechtbank de geboortegegevens van de minderjarige zal vaststellen: [minderjarige] (artikel 1:25c BW);
een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
De ambtenaar heeft verweer gevoerd tegen het primair verzochte. De ambtenaar heeft zich op het standpunt gesteld dat ingeval van een eventuele inschrijving van de overgelegde geboorteakte een gelijktijdige verbetering van die akte moet worden gelast ten aanzien van de namen en de afstammingsgegevens van de minderjarige. Ingeval de rechtbank overgaat tot vaststelling van de geboortegegevens van de minderjarige, hetgeen de voorkeur geniet van de ambtenaar, dienen deze volgens de ambtenaar als volgt worden vastgesteld:
naam: [minderjarige]
dag geboorte: [geboortedatum]
plaats geboorte: [geboorteplaats], [land]
geslacht: vrouwelijk

Feiten

- Verzoekers zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] in de gemeente [huwelijksplaats]
- Blijkens een ‘certificate of live birth” met nummer [nummer] van de [plaats], [land], afgegeven op 23 augustus 2013, is de minderjarige
[minderjarige]geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], [land], als kind van [de man], geboren op [geboortedatum] en [de man], geboren op [geboortedatum].
- Bij uitspraak d.d. [datum] van The Circuit Court of the Thirteenth Judicial Circuit in and for Hillsborough County, Florida, Family Law Division is de adoptie van de minderjarige door verzoekers uitgesproken.
- Op [datum] heeft de advocaat van verzoekers de ambtenaar verzocht de Amerikaanse geboorteakte van de minderjarige op grond van artikel 1:25 BW in te schrijven. Aan dit verzoek is geen gehoor gegeven.
- Uit een overgelegd afschrift van de Basisregistratie Personen van de gemeente [gemeente] volgt dat de datum van vestiging van de minderjarige op het adres van verzoekers in Nederland [datum]is.
- Verzoekers hebben beiden de Nederlandse nationaliteit.
- De minderjarige heeft de Nederlandse nationaliteit en is tevens Amerikaans burger.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Het verzoek is gegrond op de artikelen 1:26, 1:26b en 1:25c van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Deze rechtbank is bevoegd van het verzoek kennis te nemen, nu de verzochte inschrijving van de buitenlandse geboorteakte, dan wel de vaststelling van de geboortegegevens, dient plaats te vinden in de registers van de burgerlijke stand te
’s-Gravenhage.
Op het verzoek is Nederlands recht van toepassing.
Verklaring voor recht met last tot inschrijving
Ingevolge artikel 1:26 lid 1 BW kan een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand.
Ingevolge artikel 1:26b BW kan deze rechtbank, indien met betrekking tot de minderjarige geen akte in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand is opgenomen, bij de beschikking waarbij de verklaring voor recht wordt gegeven tevens de inschrijving, overeenkomstig artikel 1:25 BW, van een daarvoor in aanmerking komende in het buitenland opgemaakte akte in de registers van de burgerlijke stand te Den Haag gelasten alsmede de verbetering van de akte van inschrijving op grond van artikel 1: 24, eerste lid BW.
Hier te lande is geen geboorteakte ten name van de minderjarige ingeschreven.
De rechtbank stelt voorop dat vaststaat dat de door verzoekers overgelegde geboorteakte van de minderjarige een herregistratie betreft en derhalve geen oorspronkelijke geboorteakte. Deze akte – afgegeven op 23 augustus 2013 – bevat immers de gegevens van de minderjarige zoals deze luiden na de adoptie van de minderjarige door verzoekers, welke adoptie eerst enige tijd na de geboorte ([datum]) heeft plaatsgevonden.
Gelet hierop is de rechtbank met de ambtenaar van oordeel dat met betrekking tot de minderjarige niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte geboorteakte die voor inschrijving vatbaar is. Immers, de overgelegde akte bevat niet de situatie zoals deze bestond
op het moment van de geboorte van de minderjarige, hetgeen in strijd is met de Nederlandse openbare orde.
Dat, zoals verzoekers stellen, de herregistratie van de geboorteakte wel als geboorteakte ingeschreven zou worden bij adoptiefouders van verschillend geslacht en dat derhalve sprake is van discriminatie van adoptiefouders van gelijk geslacht kan – mede gelet op de betwisting door de ambtenaar – niet worden vastgesteld. De door de verzoekers overgelegde verklaring van de stichting A New Way, waarbij wordt aangegeven dat voor zover haar bekend bij heteroparen het nieuwe geboortecertificaat wordt ingeschreven zonder tussenkomst van de rechtbank, is daartoe onvoldoende. Ook indien zou komen vast te staan dat in het verleden (abusievelijk) de herregistratie van de geboorteakte als geboorteakte is ingeschreven, hetgeen door de ambtenaar wordt betwist, kan dit niet leiden tot toewijzing van het primaire verzoek. De wet vereist immers dat de volledige historie van een persoon, waaronder de afstammingshistorie, in chronologische volgorde dient te worden weergegeven. Of de (adoptief)ouders die op de herregistratie van de geboorteakte staan vermeld al dan niet van verschillend geslacht zijn, is hierbij irrelevant.
Gelet op het vorenstaande wijst de rechtbank het primaire verzoek af.
Last tot registratie van de geboorteakte met gelijktijdige aanvulling c.q. verbetering
Evenmin komt de rechtbank toe aan toewijzing van het subsidiaire verzoek. In dit verband geldt dat verzoekers expliciet hebben verzocht om direct als adoptiefouders in de geboorteakte te worden opgenomen, terwijl – zoals hiervoor overwogen – de geboorteakte de afstammingsrelatie van de minderjarige ten tijde van haar geboorte dient weer te geven. Ook toewijzing van dit verzoek levert derhalve gelet op de vereiste chronologische volgorde van de persoonsgegevens strijd op met de openbare orde.
Vaststellen geboortegegevens
Gelet op het verhandelde ter terechtzitting begrijpt de rechtbank het meer subsidiaire verzoek als een verzoek tot vaststelling van de geboortegegevens in die zin dat de volgende gegevens worden vastgesteld:
voornamen: [minderjarige]
dag geboorte: [geboortedatum]
plaats geboorte: [geboorteplaats], [land]
geslacht: vrouwelijk
Daarbij hebben verzoekers gesteld dat de minderjarige voornoemde voornamen reeds bij de geboorte heeft verkregen conform de afspraak tussen hen en de biologische moeder.
De ambtenaar heeft voorgesteld de naam (de rechtbank begrijpt: de voornaam) van de minderjarige vast te stellen als Rayven.
De rechtbank overweegt als volgt. Zoals hiervoor is overwogen kan met betrekking tot de minderjarige niet worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte van de minderjarige, althans kan niet worden beschikt over een overeenkomstig de voorschriften naar Nederlands recht opgemaakte akte van geboorte. Voorts is aannemelijk dat een oorspronkelijke geboorteakte die recht doet aan de historische gang van zaken niet kan worden overgelegd, in verband met de in het kader van de adoptieprocedure geldende voorschriften ten aanzien van geheimhouding van gegevens van de biologische moeder van de minderjarige.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken
voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum
waarop de geboorte van voornoemde minderjarige moet hebben plaatsgehad.
Ten aanzien van de (voor)namen van de minderjarige overweegt de rechtbank dat onvoldoende is komen vast te staan dat aan de minderjarige bij haar geboorte de voornamen [minderjarige] zijn gegeven. De door de verzoekers na de mondelinge behandeling overgelegde verklaring van hun Amerikaans adoptieadvocaat maakt dit oordeel niet anders nu deze verklaring niet wordt gestaafd met verificatoire bescheiden. In the Statement of approval of the decision in the state of Origin that a child should be entrusted tot prospective adoptive parents, afgegeven door het Ministerie van Veiligheid en Justitie op [datum], wordt slechts melding gemaakt van de voornaam [minderjarige] Nu bovendien uit het adoptievonnis volgt dat de namen van de minderjarige zijn gewijzigd, terwijl uit die uitspraak niet kan worden afgeleid dat de wijziging slechts betrekking had op de geslachtsnaam van de minderjarige, is niet komen vast te staan dat de minderjarige ten tijde van haar geboorte een andere naam is gegeven dan [minderjarige]. De rechtbank zal daarom deze naam als voornaam vaststellen.
Volledigheidshalve merkt de rechtbank op dat ingevolge artikel 1:20, eerste lid en onder a BW de ambtenaar ambtshalve de adoptie, waarbij de minderjarige als geslachtsnaam [naam]heeft verkregen en als voornamen [minderjarige], als latere vermelding op de geboorteakte zal dienen toe te voegen.
De rechtbank zal aldus beslissen.

Beslissing

De rechtbank:
stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:
geslachtsnaam : -
voornaam :[minderjarige]
geboortedatum :[geboortedatum]
geboorteplaats :[geboorteplaats], [land]
geslacht :vrouwelijk
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.M. Vink, A.M.A. Keulen en J. Brandt, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. J.H. van Berkel als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 maart 2015.