Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 2 april 2014, met producties 1 tot en met 23,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties 24 tot en met 47,
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte in conventie, mede inhoudende vermeerdering van eis, met producties 48 tot en met 66 (hierna: de conclusie van antwoord in reconventie),
- de antwoordakte in conventie, met producties 67 en 68,
- het tussenvonnis van 11 juni 2014, waarbij een comparitie van partijen voor de meervoudige kamer van deze rechtbank is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 13 januari 2015, en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
De Luif:De m² op verdieping gelegen in “De Luif” (…) zullen tegen de in deze hoofdpunten voor verhuur overeengekomen BAR (bruto aanvangsrendement; toevoeging rechtbank) door ING alleen worden afgenomen als hiervoor een 10-jarige huurovereenkomst is afgesloten met een landelijke keten.
1.Verkoop en koop
2.Voorlopige koopsom en Definitieve koopsom
3.Berekening en betaling van de koopsom
17.Warmte-/koude Installatie (WKO)
18.De Luif Commercieel en Lineair II Commercieel
24.Geschillenregeling
3W Vastgoed B.V.(…) en ING REIM, handelend voor zich en/of nader te noemen meester, destijds overeenstemming bereikt over de verkoop van onder meer het Verkochte, waarbij op vijf en twintig april tweeduizend zes 3W Vastgoed heeft verkocht aan ING REIM, gelijk ING REIM op voormelde datum heeft gekocht: het Verkochte. [waarvan blijkens de definitie in de leveringsakte De Luif deel van uitmaakt; toevoeging rechtbank]
1.Bijzondere afspraken met betrekking tot De Luif
2.Slotbepalingen
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
dat ING RED zich optimaal zal inspannen om De Luif (met invulling als hierna omschreven) gerealiseerd zal worden, zonder dat dit als een resultaatsverplichting kan gelden) van oordeel dat partijen zijn overeengekomen dat op ING RED, ook met betrekking tot de verhuur aan C&A en Bristol slechts een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting rustte. Uit de toevoeging
“met invulling als hierna omschreven”blijkt dat die inspanningsverplichting ook betrekking heeft op de in het artikel opgenomen milestones. De milestones zijn derhalve, anders dan DRET c.s. stelt, niet opgenomen omdat partijen het uitblijven van de in de milestones genoemde resultaten hebben willen sanctioneren met een boete, maar om te kunnen beoordelen of ING RED met het oog op de in de milestones opgenomen termijnen haar inspanningsverplichting naar behoren is nagekomen. Dit volgt ook nog uit het feit dat de milestones, getuige de tekst van artikel 1.1. van de Allonge, zijn overeengekomen
in het kader van de gewenste voortgang en het niet kwijtraken van genoemde huurdersen derhalve niet omdat de milestones met een boete werden gesanctioneerd. Aanwijzingen in andere zin heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen.
11.238,50(3,5 punten × tarief € 3.211)
€ 88.404,85. Nu in conventie is geoordeeld dat DRET c.s. geen aanspraak kan maken op de door haar gevorderde boete van € 1.400.000, faalt haar beroep op verrekening in reconventie.