ECLI:NL:RBDHA:2015:3794

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 maart 2015
Publicatiedatum
3 april 2015
Zaaknummer
C-09-481898 KG ZA 15-113
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsgeschil over reële en marktconforme inschrijvingen in taxivervoer

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [A] Taxi B.V. en de Gemeente Westland. [A] Taxi B.V. had deelgenomen aan een meervoudig onderhandse aanbesteding voor het zakelijk vervoer van leden van het college van burgemeester en wethouders. De gemeente had de opdracht voor het vervoer gegund aan Personenvervoer [B], maar [A] was van mening dat deze inschrijving niet voldeed aan de eisen van het bestek, omdat de opgegeven prijzen niet reëel en marktconform waren. [A] vorderde primair dat de gemeente de opdracht aan [B] zou verbieden en subsidiair dat de gemeente zou overgaan tot heraanbesteding.

De rechtbank oordeelde dat de inschrijving van [B] terzijde had moeten worden gelegd, omdat deze niet voldeed aan de in het bestek gestelde eis dat alle deelprijzen reëel moesten zijn. De voorzieningenrechter stelde vast dat de door [B] opgegeven wachttijdtarieven niet vanuit kostenperspectief te verantwoorden waren, en dat de inschrijving van [B] daarom ongeldig was. De rechtbank heeft de gemeente bevolen de opdracht aan [A] te gunnen, indien zij nog tot gunning wenste over te gaan. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van [A].

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/481898 / KG ZA 15/113
Vonnis in kort geding van 18 maart 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] Taxi B.V.,
gevestigd te Naaldwijk,
eiseres,
advocaat mr. A.J. van de Watering te Dordrecht,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
Gemeente Westland,
zetelend te Naaldwijk,
gedaagde,
advocaat mr. M. Ricci te Naaldwijk.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘[A]’ en ‘de gemeente’.

1.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 4 maart 2015 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1.
De gemeente heeft een meervoudig onderhandse aanbesteding uitgeschreven. De opdracht omvat het zakelijk vervoer van de leden van het college van burgemeester en wethouders. In het Beschrijvend Document staat onder meer vermeld:
3.6 Gunningscriterium
Gunning vindt plaats aan de inschrijver met de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Dit houdt in dat naast de prijs ook kwaliteitscriteria meewegen in de uiteindelijke gunning.
(...)
7.3
Beoordeling prijs
De Inschrijver dient de prijs aan te geven op Bijlage 12 ‘Prijsopgave’ zoals omschreven in wens 1. Bij de invulling van de prijs dient u de volgende uitgangspunten te hanteren:
  • Als algemene restrictie geldt dat negatieve bedragen of bedragen van 0 euro niet mogen worden gegeven;
  • Alle opgegeven (deel- en totaal)prijzen dienen reëel en marktconform te zijn, waardoor strategisch inschrijven niet is toegestaan;
(...)
  • De op te geven prijzen dienen de volledige dienstverlening te dekken;
  • Niet in de prijzen opgenomen kosten zullen niet worden vergoed;
  • Inschrijvingen die in de ogen van de gemeente Westland in verhouding tot de uit te voeren diensten abnormaal laag lijken, kan de gemeente -na verificatie- terzijde leggen;
  • Manipulatief biedgedrag (het manipuleren van de beoordelingssystematiek doordat geen waarheidsgetrouwe opgave van realistische prijzen is gedaan) leidt tot ongeldigheid van uw Inschrijving, omdat de Inschrijving naar zijn aard niet past binnen het kader van wat de gemeente Westland heeft vastgesteld.
  • De gemeente Westland behoudt zich het recht voor de opgegeven prijzen te laten toetsen op marktconformiteit.”
1.2.
In bijlage 6 bij het Beschrijvend Document, “Gunningscriteria” staat onder meer vermeld:
“Inschrijver geeft een totaalprijs voor alle werkzaamheden betreffende de Raamovereenkomst in Bijlage 12 aan. U dient bij het berekenen van de prijzen/tarieven rekening te houden met de totale contractperiode, inclusief verlengingen. Alle kosten dienen in de posten van het prijzenblad te zijn opgenomen. De gemeente Westland accepteert geen andere kosten dan op het prijzenblad staan aangegeven.”
1.3.
In bijlage 7 bij het Beschrijvend Document, “Prijsopgave”, staat vermeld:
“Het betreft all-in tarieven: administratie, overhead, materieel, reis-verblijf, verzekeringen, transport, belastingen, heffingen, kosten voor rapportage en overleg, cateringkosten chauffeur, voorrijkosten, eerste half uur wachttijd, kosten voor representatie en eventuele overige kosten zijn bij de geoffreerde prijzen inbegrepen.
(...)
Omschrijving
Prijs
Kilometertarief
WA1
Representatieve auto Maandag tot vrijdag 07.00 – 23.00 uur
€ ........... Per kilometer
WA2
Busje (12 personen) Maandag tot vrijdag 07.00 – 23.00 uur
€ ........... Per kilometer
WA3
Representatieve auto nacht (23.00 uur tot 07.00 uur), weekend en erkende feestdagen
€ ........... Per kilometer
WA4
Busje (12 personen) nacht (23.00 uur tot 07.00 uur), weekend en erkende feestdagen
€ ........... Per kilometer
Wachttarief representatieve auto (na het eerste half uur)
WA5
Maandag tot vrijdag 07.00 – 23.00 uur
€ ........... Per kwartier
WA6
Nacht (23.00 uur tot 07.00 uur), weekend en erkende feestdagen
€ ........... Per kwartier
Wachttarief busje (na het eerste half uur)
WA7
Maandag tot vrijdag 07.00 – 23.00 uur
€ ........... Per kwartier
WA8
Nacht (23.00 uur tot 07.00 uur), weekend en erkende feestdagen
€ ........... Per kwartier”
1.4.
In het “Concept (Raam)Overeenkomst”, bijlage 12 bij het Beschrijvend Document, staat voor zover hier relevant vermeld:
2. Prijzen en prijswijziging.
a. Voor het vervoer van de passagiers is Opdrachtgever jaarlijks een vergoeding verschuldigd conform de bij de inschrijving te overgelegde Prijsformulier(en). In deze vergoeding zijn alle kosten van Opdrachtnemer opgenomen die voor de uitvoer van de overeenkomst relevant zijn.”
1.5.
[A] is een taxibedrijf en is samen met drie andere taxibedrijven uitgenodigd om een inschrijving in te dienen. [A] en Personenvervoer [B] (hierna: [B]) hebben ingeschreven op de aanbesteding.
1.6.
Bij brief van 10 december 2014 heeft de gemeente aan [A] bericht:
“Na een zorgvuldige afweging is uw inschrijving niet aangemerkt als de economisch meest voordelige inschrijving.
Het is ons voornemen om de opdracht te gunnen aan Personenvervoer [B] te Den Haag, omdat deze inschrijver naar onze mening de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan. (...) Ten aanzien van onder andere de gunningscriteria prijsopgave en chauffeurs scoort uw inschrijving minder goed. Hieronder wordt dit nader toegelicht:
a.Gunningscriterium Prijsopgave
Met uitzondering van de kilometertarieven voor een bus heeft inschrijver Personenvervoer [B] voor de overige prijsonderdelen een goedkopere aanbieding gedaan. Hieronder noemen wij de door voornoemde aanbieder geoffreerde prijzen voor een representatieve auto:
- maandag tot vrijdag, 7.00 – 23.00 uur: € 2,17
- nacht, weekend en feestdagen: € 1,25
b.Chauffeurs
Alle chauffeurs van Personenvervoer [B] beschikken aantoonbaar over CCV D1. Deze inschrijver heeft strenge eisen aan de verzorging en het uiterlijk van de chauffeurs gesteld. Deze eisen worden uitvoerig en helder omschreven en vindt in de praktijk daadwerkelijk hierop controle plaats. In verband hiermee is hiervoor een hogere score toegekend.”

2.Het geschil

2.1.
[A] vordert, zakelijk weergegeven:
primair:
de gemeente te verbieden de opdracht te gunnen aan [B] en te gebieden de opdracht te gunnen aan [A] indien en voor zover zij nog tot gunning wenst over te gaan;
subsidiair:
de gemeente te verbieden de opdracht op basis van de onderhavige aanbesteding te gunnen en te gebieden over te gaan tot een heraanbesteding, voor zover zij de opdracht nog altijd in de markt wil zetten;
op straffe van verbeurte van een dwangsom.
2.2.
Daartoe voert [A] Taxi het volgende aan. Uit de aanbestedingsstukken kan worden afgeleid dat inschrijvers tarieven moeten aanbieden die alle componenten bevatten en kostendekkend zijn. Pas dan is sprake van een reële en marktconforme inschrijving. Meer specifiek heeft de gemeente verboden om te schuiven met kosten of kosten weg te laten (strategisch inschrijven). Ook eisen de aanbestedingsstukken dat alle deel- en totaalprijzen reëel en marktconform zijn. [B] heeft geen reële of marktconforme aanbieding gedaan. Zij heeft ingeschreven met een wachttarief voor een representatieve auto van € 3,00 per kwartier, dus € 12,00 per uur. ’s Nachts rekent [B] als wachttarief voor een representatieve auto € 2,00 per kwartier, dus € 8,00 per uur. Het minimumbrutoloon conform de CAO Taxivervoer voor een 18-jarige chauffeur zonder enige ervaring bedraagt € 7,40 per uur. De werkelijke kosten liggen echter hoger, aangezien ook nog vakantiegeld, werknemersverzekeringen en de bijdrage Zorgverzekeringswet moeten worden betaald. In totaal komt dit neer op een bedrag van € 9,77 aan loonkosten per uur. Ook is nog geen rekening gehouden met vakantiedagen, feestdagen en dagen waarop de werknemer ziek is. Daarbovenop komen nog eens de kosten van de auto en diverse andere kosten. In werkelijkheid liggen de kosten van een werknemer per uur dus veel hoger. In dit geval heeft [B] aangegeven alleen maar chauffeurs met het diploma CCV-D1 in te zetten. Dit zijn in de regel chauffeurs met veel ervaring die in een veel hogere loontrede zullen vallen. Gelet op de aard van de opdracht is het ook niet waarschijnlijk dat 18-jarige beginnelingen zullen worden ingezet. De kosten per uur liggen dus veel hoger dan de € 9,77 die [B] conform de CAO ten minste aan haar werknemers moet betalen, maar ook dat bedrag kan zij niet betalen van de prijs waarmee zij op de aanbesteding heeft ingeschreven. De inschrijving van [B] is daarom niet besteksconform en dient dus ongeldig te worden verklaard. De opdracht dient aan [A] als opvolgend inschrijver te worden gegund.
Subsidiair is [A] van mening dat de eis in het bestek dat met reële en marktconforme prijzen moet worden ingeschreven onduidelijk is. [A] mocht ervan uitgaan dat dit betekende dat er ten minste kostendekkende tarieven moesten worden opgegeven, zoals zij zelf ook heeft gedaan. De onduidelijkheid van deze bestekseis leidt ertoe dat moet worden heraanbesteed.
2.3.
De gemeente voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

3.De beoordeling van het geschil

3.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat het wachttijdtarief een deelprijs is als bedoeld onder 7.3 van het Beschrijvend Document, zodat het wachttijdtarief (op zichzelf) reëel en marktconform dient te zijn. Partijen twisten over de uitleg van die begrippen.
3.2.
Volgens vaste jurisprudentie dient bij de uitleg van een aanbestedingsdocument (zoals hier het Beschrijvend Document) acht te worden geslagen op de bewoordingen daarvan, gelezen in het licht van de gehele tekst van, in beginsel, alle aanbestedingsstukken. Daarbij komt het aan op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin de stukken zijn gesteld. De bedoelingen van de aanbestedende dienst zijn daarbij dus niet van belang, tenzij deze bedoelingen uit de aanbestedingsdocumenten en de toelichting kenbaar zijn (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 9 april 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:BZ8213).
3.3.
[A] heeft betoogd dat de eis dat alle deelprijzen reëel moeten zijn, betekent dat die prijzen (ten minste) kostendekkend moeten zijn. Daarvoor verwijst [A] naar enkele passages in de aanbestedingsstukken, als geciteerd onder 1.1 tot en met 1.4. De betoog wordt niet gevolgd. In de bedoelde passages staat onder meer dat de op te geven prijzen de volledige dienstverlening dienen te dekken, en dat alle kosten in de posten van het prijzenblad dienen te zijn opgenomen. Bij die passages staat evenwel vermeld dat niet in de prijzen opgenomen kosten niet zullen worden vergoed en dat de gemeente geen andere kosten accepteert dan die op het prijzenblad staan aangegeven. Dat duidt erop dat deze bepalingen niet zozeer vereisen dat alle deelprijzen voor de inschrijvers kostendekkend moeten zijn, maar dat de gemeente heeft beoogd zichzelf te vrijwaren van meerwerk, in die zin dat zij geen kosten zal vergoeden die niet in de opgegeven prijzen zijn opgenomen.
3.4.
Ook het betoog van de gemeente dat zij heeft bedoeld met het begrip “reëel” voor te schrijven dat met substantiële prijzen wordt ingeschreven, wordt niet gevolgd. De begrippen reëel en substantieel zijn immers geen synoniemen en voormelde bedoeling van de gemeente is op geen enkele wijze kenbaar uit de aanbestedingsdocumenten.
3.5.
Voor de uitleg van de begrippen “reëel” en “marktconform” moet, nu deze niet in de aanbestedingsstukken zijn gedefinieerd, worden uitgaan van de in het normale taalgebruik gangbare betekenis. Het begrip “reëel” betekent in de gangbare betekenis op de werkelijkheid gegrond. Dat brengt naar het oordeel van de voorzieningenrechter mee dat een verband moet bestaan tussen de opgegeven deelprijzen en de kosten van de achterliggende dienstverlening, met andere woorden: de opgegeven prijzen moeten vanuit kostenperspectief te verantwoorden zijn.
3.6.
[A] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de door [B] opgegeven wachttijdtarieven niet vanuit kostenperspectief te verantwoorden zijn. De kosten die gepaard gaan met die dienstverlening (het wachten van een chauffeur) gaan immers de door [B] opgegeven deelprijs hoe dan ook ver te boven. De gemeente heeft onderbouwd aangevoerd dat [B] met de prijzen die zij in rekening brengt in staat is haar chauffeurs conform de geldende CAO te belonen, de bijkomende kosten te voldoen en haar bedrijf draaiend te houden. Volgens de gemeente behelst de dienstverlening een combinatie van aspecten en zal een wachttarief nooit alleen voorkomen, maar altijd in rekening worden gebracht met een kilometertarief. Dat verweer gaat er evenwel aan voorbij dat het Beschrijvend Document nadrukkelijk voorschrijft dat
alle deelprijzenop zichzelf reëel dienen te zijn.
3.7.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de inschrijving van [B] terzijde had moeten worden gelegd, nu deze niet voldoet aan een in het bestek gestelde eis. Gelet hierop kan de vraag of de prijzen van [B] marktconform zijn buiten beschouwing blijven. Aangezien [A] de enige andere inschrijver is, zal de opdracht aan haar moeten worden gegund. De primaire vorderingen van [A] zullen dan ook worden toegewezen. Voor de oplegging van een dwangsom bestaat geen aanleiding, aangezien de gemeente heeft toegezegd dit vonnis te zullen naleven.
3.8.
De gemeente zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding, alsmede (deels voorwaardelijk) in de nakosten.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
- verbiedt de gemeente de opdracht te gunnen aan [B];
- gebiedt de gemeente de opdracht te gunnen aan [A], indien en voor zover zij nog tot gunning van de opdracht wenst over te gaan;
- veroordeelt de gemeente in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van [A] begroot op € 1.506,84, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat, € 613,-- aan griffierecht en € 77,84 aan dagvaardingskosten;
- veroordeelt de gemeente tevens in de nakosten, forfaitair begroot op € 131,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 68,-- aan salaris en met de explootkosten gemaakt voor de betekening van dit vonnis indien tot betekening wordt overgegaan;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H.I.J. Hage en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2015.
hvd