In deze zaak vordert Hericon Vastgoed B.V. de vaststelling van de stookkosten die aan huurder [gedaagde] in rekening zijn gebracht over de periode van 11 juni 2012 tot 1 juni 2013. De Huurcommissie had eerder de door Hericon berekende stookkosten verlaagd op basis van een redelijkheidstoets, omdat de olie gestookte installatie niet tijdig was vervangen door een gasgestookte installatie, zoals eerder was afgesproken. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de procedure en de stukken, waaronder de dagvaarding en de conclusie van antwoord.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [gedaagde] huurt een woning van Hericon en er was een overeenkomst dat de olie gestookte installatie in 2012 vervangen zou worden door een gasgestookte installatie. Hericon heeft de installatie pas in 2014 vervangen. De Huurcommissie heeft de stookkosten, die door Hericon waren berekend op € 4.104,95, verlaagd naar € 2.466,67. Hericon is het niet eens met deze beslissing en vordert nu het oorspronkelijke bedrag, terwijl [gedaagde] in reconventie een lager bedrag vordert op basis van de KWR-methode.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Hericon niet haar recht heeft verwerkt door een nieuwe rekening te sturen na de uitspraak van de Huurcommissie. De rechter heeft ook vragen gesteld over de eenheidsprijzen die door Hericon worden gehanteerd en de invloed van het aantal bewoners op de stookkosten. De zaak is aangehouden voor verdere inlichtingen en een mogelijke minnelijke regeling.