Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 juni 2014 tegen de eerste rolzitting van 18 juni 2014, met de producties 1 t/m 16 van de vrouw;
- de conclusie van antwoord en van eis in reconventie van 30 juli 2014, met de producties 1 en 2 van de man;
- het comparitievonnis van 13 augustus 2014 en de beschikking datumbepaling van 15 augustus 2014;
- de op 2 december 2014 ter civiele griffie ontvangen akte met wijziging van eis in reconventie van de man;
- de op 4 december 2014 ter civiele griffie ontvangen extra ongenummerde productie van de man (ingevuld formulier verdelen en verrekenen);
- de op 8 december 2014 ter civiele griffie ontvangen akte in conventie en in reconventie van de vrouw;
- het door de rechtbank opgemaakte proces-verbaal van de comparitie van partijen van 9 december 2014.
2.De feiten
3.De geschillen
in conventiedat de rechtbank op grond van art. 3:185 BW de wijze van verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap vaststelt, primair overeenkomstig het door de vrouw geproduceerde ingevulde formulier ‘verdelen en verrekenen’ en subsidiair zodanig als de rechtbank in goede justitie juist en redelijk zal achten, met nevenvorderingen.
in reconventie- samengevat en na eiswijziging - dat de rechtbank de relevante peildata zal bepalen en de wijze van verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap zal vaststellen volgens de daartoe strekkende vorderingen van de man, met bepaling dat de vrouw wegens overbedeling € 14.192,53 aan de man moet betalen. Ook vordert de man dat de rechtbank zal bepalen dat de woning moet worden getaxeerd en dat de vrouw de helft van de onderwaarde aan de man moet vergoeden, en voorts te bepalen dat de vrouw de HP laptop en de iPhone 4 aan de man moet afgeven op straffe van een dwangsom, met overige nevenvorderingen.
4.De beoordeling
het appartementsrechtop de flatwoning met kelderberging aan het [adres] te [postcode] [gemeente]. Doordat de man daarna in november 2009 in gemeenschap van goederen is getrouwd met de vrouw, valt dit appartementsrecht in de te verdelen huwelijksgemeenschap. De man bewoont en betaalt deze flat sinds het vertrek van de vrouw alleen. Mede daarom en overeenkomstig de primaire standpunten van beide partijen, zal de rechtbank dit appartementsrecht toedelen aan de man. Naar alle waarschijnlijkheid is nu overigens sprake van een (forse) onderwaarde: de WOZ-waarde 2013 van dit appartementsrecht bedroeg € 130.000,- en de WOZ-waarde 2014 € 121.000,-, terwijl de aflossingsvrije hypothecaire geldlening € 157.000,- in hoofdsom bedraagt. Dit niet alleen door de sinds eind 2008 ingezakte woningmarkt, maar ook omdat de man in zijn hypothecaire geldlening van € 157.000,- destijds heeft meegefinancierd een nieuwe keuken, een nieuwe badkamer en nieuwe vloeren. Op de onderlinge verrekening van die onderwaarde en op de hypothecaire geldlening komt de rechtbank hierna nog terug.
levensverzekeringvan de man bij Nationale Nederlanden met nummer [rekeningnummer 1] per 15 november 2012, welke rechten door verpanding zijn gekoppeld aan de hypothecaire geldlening op naam van de man bij Nationale Nederlanden. Wegens die tenaamstelling en omdat de man onweersproken altijd alle maandpremies heeft betaald, zal de rechtbank deze rechten uit levensverzekering toedelen aan de man. Op de eventuele te verrekenen contante waarde van die levensverzekering per 15 november 2012 komt de rechtbank nog terug.
beleggingspolisbij Nationale Nederlanden met depotnummer [depotnummer] en met rekeningnummer [rekeningnummer 2] op naam van de man. Wegens die tenaamstelling en omdat partijen het daarover eens zijn, zal de rechtbank deze rechten uit de beleggingspolis toedelen aan de man. De te verrekenen contante waarde van die beleggingspolis per 15 november 2012 komt nog aan de orde.
spaarkasovereenkomst(en) met contraverzekering(en), genoemd op bladzijde 9 van de door de vrouw geproduceerde hypotheekakte. Op de onderlinge verrekening van de eventuele waarde(n) daarvan en op de vereiste nadere informatieverstrekking daarover komt de rechtbank hierna nog terug.
banksaldiper 15 november 2012 op naam van beide partijen en op naam van één van partijen bij in ieder geval de ING Bank, daaronder begrepen de spaarloonregeling van de man bij ING Bank. In productie 6 van de vrouw zijn de vier banknummers vermeld van de twee betaalrekeningen en de twee spaarrekeningen van (vooral) de man de bij ING Bank. De rechtbank zal deze banksaldi toedelen aan de man, omdat drie van de vier bankrekeningen al op naam staan van uitsluitend de man en de vierde rekening - de en/of rekening - naar de rechtbank begrijpt na het uiteengaan van partijen door uitsluitend de man is gebruikt. Daarnaast bestond er volgens de onweersproken stellingen van de man ter zitting ook nog een bankrekening op naam van uitsluitend de vrouw op 15 november 2012. Deze stelling vindt bevestiging in productie 13 van de vrouw, waaruit haar bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] bij de ING Bank blijkt. Het banksaldo daarop per 15 november 2012 zal de rechtbank toedelen aan de vrouw. Op de onderlinge verrekening van de gemeenschappelijke banksaldi en spaarsaldi per 15 november 2012 en de vereiste nadere informatieverstrekking daarover komt de rechtbank hierna nog terug.
huurkoopovereenkomst voor een Audi A3 met Malouki Cars.Huurkoop is op grond van wetsartikel 7A:1576h BW kort gezegd een koop op afbetaling met eigendomsvoorbehoud door de verkoper tot de algehele betaling van de koopsom. Tot de te verdelen activa behoort daarom naar het oordeel van de rechtbank niet de eigendom van deze Audi A3. De rechten uit de op naam van de man staande huurkoopovereenkomst per 15 november 2012 zal de rechtbank voor zover nog nodig toedelen aan de man, die de auto naar de rechtbank begrijpt ook gebruikte en gebruikt. Op de waarde daarvan per 15 november 2012 en op de vereiste nadere informatieverstrekking komt de rechtbank hierna nog terug.
roerende zaken. Tijdens de comparitie heeft de man te kennen gegeven dat de vrouw de roerende inboedelzaken die zij heeft vermeld op haar productie 14 bij de man mag komen ophalen, met uitzondering van (onweersproken) de tv en de (eerste) laptop van de man. De man heeft toen ook verklaard dat de vrouw haar trouwring en haar sieraden al in bezit heeft. De man heeft ter zitting voorts verklaard dat de vrouw de (tweede) HP laptop (destijds door de man gekocht bij Mediamarkt) mag houden, zodat ieder de laptop houdt en toegedeeld krijgt die hij/zij sinds 15 november 2012 onder zich heeft. Naar het oordeel van de rechtbank is het gelet op het voorgaande redelijk om enerzijds de op productie 14 vermelde roerende zaken, de (tweede) HP laptop, de trouwring en de sieraden bestemd voor de vrouw aan de vrouw toe te delen, en om anderzijds de overige roerende zaken waaronder de tv en de (eerste) laptop toe te delen aan de man. Aldus zal worden beslist. Op de waardering van en de eventuele verrekening voor deze roerende zaken komt de rechtbank hierna nog terug.
onderwaarde van het appartementsrechtwegens de daarop rustende aflossingsvrije hypothecaire geldlening. De advocaat van de vrouw heeft echter betoogd dat het bij wijze van uitzondering redelijk en billijk is dat de onderwaarde van deze voormalige echtelijke woning geheel voor rekening van de man komt, omdat die woning vóór het huwelijk door uitsluitend de man in eigendom is verkregen en ook de hypothecaire geldlening vóór het huwelijk op naam van uitsluitend de man is gesloten. Daar komt bij dat de woningmarkt is ingestort waardoor de waarde van de woning behoorlijk is gedaald, terwijl de man in de toekomst de vruchten kan plukken van een te verwachten waardestijging. De vrouw stelt voorts dat zij geen liquide middelen heeft om de helft van de onderwaarde aan de man te betalen. De man is het daar niet mee eens en betoogt dat de hoofdregel moet worden gevolgd, waardoor de helft van de huidige onderwaarde volgens hem voor risico en rekening van de vrouw behoort te komen.
“wenst dat de woning wordt getaxeerd door een door uw rechtbank aan te wijzen NVM-makelaar”.De advocaat van de man heeft gevorderd
“te bepalen dat de Woning dient te worden getaxeerd endat de vrouw
de helft van de onderwaarde aande man
dient te vergoeden.”In geen van beide stellingen/vorderingen leest de rechtbank een verzoek of vordering om een deskundige te benoemen ter taxatie van de huidige vrije verkoopwaarde van het appartementsrecht als bedoeld in art. 194 Rv en/of art. 679 Rv, nog daargelaten dat over de persoon en de kosten van de eventueel door de rechtbank te benoemen makelaar-taxateur en de door deze te hanteren exacte peildatum nog niet is gedebatteerd.
contante waarde van de levensverzekeringop naam van de man bij Nationale Nederlanden per 15 november 2012. De man heeft gesteld dat die contante waarde toen nihil was en ook nu nihil is, omdat geen vermogensopbouw plaats vindt en het naar de rechtbank begrijpt dus slechts een overlijdensrisicoverzekering en niet een kapitaalverzekering betreft. De vrouw heeft dit betwist en terecht betoogd dat de man van zijn stelling geen bewijsstukken heeft geproduceerd. De man moet dus bij akte na dit tussenvonnis alsnog bewijsstukken afkomstig van Nationale Nederlanden produceren waaruit de aard van de levensverzekering met nummer [rekeningnummer 1] en de omvang van de contante waarde daarvan per 15 november 2012 controleerbaar voor de vrouw en voor de rechtbank kunnen blijken.
contante waarde van de beleggingspolisvan de man bij Nationale Nederlanden per 15 november 2012. De man heeft gesteld dat die contante waarde toen nihil was, omdat de man met Nationale Nederlanden was overeengekomen dat hij de eerste vijf jaar niets hoefde in te leggen en dat hij dus pas per december 2013 verplicht werd een maandelijks bedrag in te leggen. De vrouw heeft dit betwist en terecht betoogd dat de man van zijn stelling geen bewijsstukken heeft geproduceerd. De man moet dus bij akte na dit tussenvonnis alsnog bewijsstukken afkomstig van Nationale Nederlanden produceren waaruit de aard en voorwaarden van de beleggingspolis bij Nationale Nederlanden en de omvang van de opgebouwde waarde daarvan per 15 november 2012 controleerbaar blijken.
contante waarde van de spaarkasovereenkomst(en) met contraverzekering(en)op naam van de man bij Nationale Nederlanden per 15 november 2012. De advocaat van de vrouw heeft terecht betoogd dat de man tot dusver ook op dit punt geen bewijsstukken heeft geproduceerd. De man moet dus bij akte na dit tussenvonnis alsnog bewijsstukken afkomstig van Nationale Nederlanden produceren, waaruit het al dan niet bestaan van deze spaarkasovereenkomst(en) met contraverzekering(en) kunnen blijken, en in het bevestigende geval waaruit de aard en de omvang van de contante waarde daarvan per 15 november 2012 controleerbaar voor de vrouw en voor de rechtbank kunnen blijken.
de positieve en de negatieve banksaldiper 15 november 2012 op naam van één van beide en beide partijen bij de ING Bank, inclusief het exacte saldo van het spaarloon van de man plus de daarop gekweekte rente per 15 november 2012. Zie daartoe hiervoor bij 4.11 en 4.15. Tot dusver ontbreken de vereiste bewijsstukken van al die exacte banksaldi van partijen bij de ING Bank per de juiste peildatum 15 november 2012. De vrouw en de man moeten daarom bij akte na dit tussenvonnis alsnog verifieerbare bewijsstukken van de ING Bank produceren waaruit de exacte banksaldi plus de daarop gekweekte rente per 15 november 2012 blijken. Daarbij moet de vrouw die bewijsstukken ten aanzien van haar eigen ING rekening per 15 november 2012 met destijds nummer [rekeningnummer 3] produceren, en de man die bewijsstukken ten aanzien van de en/of rekening per 15 november 2012 met destijds nummer [rekeningnummer 4] en van de eigen bank- en spaarrekeningen per 15 november 2012 met destijds nummers [rekeningnummer 5], [rekeningnummer 6], (eventueel [rekeningnummer 7]) en [rekeningnummer 8].
waarde van de huurkoopovereenkomst voor de Audi A3,zoals hiervoor vermeld bij 4.12 en 4.15. Hierover is tot dusver niets relevants gesteld door beide partijen, laat staan met controleerbare bewijsstukken onderbouwd. Dat moeten zij dus alsnog ieder doen bij akte na dit tussenvonnis, waarbij de man in ieder geval alsnog moet produceren de complete originele huurkoopovereenkomst met Malouki Cars - productie 9 van de vrouw kan gelet op de inhoud en datering daarvan niet als zodanig gelden - en bewijsstukken op welke data door wie welke afbetalingen op welke exacte totale huurkoopsom voor de Audi A3 zijn betaald, onder meer opdat aldus de relevante stand van zaken per 15 november 2012 zal blijken.
de waardenvan de aan ieder toe te delen
roerende zaken, zoals hiervoor vermeld bij 4.13 en 4.14. Ook daarover hebben zij tot dusver niets relevants gesteld en met controleerbare bewijsstukken onderbouwd. Dat moeten beide partijen dus alsnog ieder doen bij akte na dit tussenvonnis, bij gebreke waarvan de rechtbank er bij eindvonnis van zal uitgaan dat er in alle redelijkheid kennelijk geen sprake is van een vordering uit overbedeling bij de verdeling van de roerende zaken.
negatieve saldo per 15 november 2012 van het Voordeelkredietmet een kredietlimiet van
bij de ING Bankmet nummer [rekeningnummer 9], hiervoor ook genoemd bij 4.15. Tot dusver is alleen door de vrouw geproduceerd een bewijsstuk van de ING Bank dat deze gemeenschapsschuld per 31 december 2012 € 24.633,25 bedroeg. De man zal dus bij akte na dit tussenvonnis in ieder geval alsnog een bewijsstuk afkomstig van ING Bank moeten produceren, waaruit de omvang van deze kredietschuld per de relevante peildatum 15 november 2012 controleerbaar blijkt. Gelet op het desbetreffende verweer van de vrouw, moet de man bij akte na dit tussenvonnis voorts nader stellen en zo veel mogelijk alsnog met controleerbare bewijsstukken onderbouwen dat en in hoeverre hij dit door hem in oktober 2009 en dus kort voor het huwelijk aangegane krediet van maximaal € 25.000,- inderdaad zoals hij stelt heeft besteed aan bruidskleding en aan het huwelijksfeest voor ongeveer 600 personen in Duitsland en/of aan overige gemeenschappelijke doeleinden of kosten van de huishouding, en dus niet aan zoals de vrouw vermoedt verborgen eigen doeleinden en/of verborgen “eigen activa” van de man. De vrouw stelt daarbij overigens niet hoe partijen in dat geval dan wel de bruidskleding en het onweersproken huwelijksfeest voor zo’n 600 personen in Duitsland hebben gefinancierd, hetgeen ter eerste zitting wel op haar weg lag.
studieschuld van de man bij DUOper 15 november 2012, hiervoor ook vermeld bij 4.15. De vrouw heeft terecht betoogd dat tot dusver alleen is geproduceerd een bewijsstuk dat deze gemeenschapsschuld per 1 januari 2012 € 3.620,65 bedroeg maar dat de man nadien tot de peildatum 15 november 2012 nog maandelijkse aflossingen aan DUO moet hebben verricht. De man zal dus bij akte na dit tussenvonnis in ieder geval alsnog een bewijsstuk afkomstig van DUO moeten produceren, waaruit de omvang van zijn te verrekenen studieschuld per de relevante peildatum 15 november 2012 controleerbaar blijkt. Onder verwijzing naar en onder herhaling van hetgeen de rechtbank hiervoor bij 4.18 en 4.29 al heeft overwogen, heeft de vrouw naar het oordeel van de rechtbank ook op dit geschilpunt geen bijzondere feiten of omstandigheden gesteld die een afwijking van de hoofdregel (ieder voor de helft draagplichtig) zouden kunnen rechtvaardigen.
gemeenschapsschuldper 15 november 2012 op naam van de man bij de Bijenkorf op
de ICS Bijenkorf Card, die kennelijk is aangegaan ten behoeve van de gemeenschappelijke huishouding van partijen (art. 1:85 BW), ongeacht welke zaken door en/of voor wie destijds van dat krediet bij de Bijenkorf zijn gekocht. De man moet bij akte na dit tussenvonnis alsnog van ICS afkomstige bewijsstukken produceren, waaruit de exacte omvang van deze te verrekenen gemeenschapsschuld per de peildatum 15 november 2012 controleerbaar blijkt.
gemeenschapsschuldper 15 november 2012
aan Santander voor de Comfort Card via de Mediamarktgeheel zelf moet aflossen en dus dragen, omdat zij de daarmee gefinancierde HP laptop sinds het uiteengaan van partijen onder zich heeft en omdat deze voor de afronding van haar HBO studie tijdens het huwelijk in februari 2012 aangekochte HP laptop aan haar zal worden toegedeeld, zie daartoe ook hiervoor bij 4.13. Naar de rechtbank uit productie 10 van de vrouw begrijpt was er per 15 november 2012 sprake van een fors rentedragende schuld van € 763,89 in hoofdsom, waarop de man door de overeengekomen uitgestelde betaling pas vanaf februari 2013 is gaan betalen (rente en aflossing). De man moet ter vaststelling van zijn desbetreffende vordering op de vrouw onderbouwd met bewijsstukken alsnog stellen welke deelbedragen hij in de periode van 15 november 2012 tot 15 april 2015 aan Santander heeft betaald en welke bedragen hij na 15 april 2015 nog aan Santander zal moeten betalen, totdat deze rentedragende gemeenschapsschuld voor de HP laptop geheel afbetaald zal zijn.
donderdag 2 juli 2015 van 09.30 uur tot 12.00 uur. De zaakrechter mr. Wien moet per brief buiten de rol om
uiterlijk op 15 juni 2015 hebben ontvangenvan beide advocaten ieders akte na tussenvonnis met kort gezegd de vereiste nadere bewijsstukken over de onderling te verrekenen exacte bedragen, zoals hiervoor uitgebreid vermeld en overwogen bij 4.17 t/m 4.33. Vanzelfsprekend moeten beide advocaten de akte na tussenvonnis van de wederpartij eveneens per brief uiterlijk 15 juni 2015 hebben ontvangen.
uiterlijk op 22 mei 2015per brief aan de zaakrechter mr. H. Wien en met gelijktijdige kopie aan elkaar de relevante verhinderdata voor de tweede comparitie van partijen in de maanden september t/m december 2015 hebben opgegeven. In dat geval zal de rechtbank zo spoedig mogelijk na 25 mei 2015 een nieuwe datum voor de tweede comparitie van partijen met een nieuwe uiterste ontvangstdatum voor ieders vereiste akte na tussenvonnis met bewijsstukken bepalen.
5.De beslissingen
donderdag 2 juli 2015 om 09.30 uurten overstaan van de zaakrechter mr. H. Wien in één van de zalen van het Paleis van Justitie te Den Haag, met de doeleinden en met inachtneming van al hetgeen de rechtbank hiervoor bij 4.35 t/m 4.37 heeft overwogen;