Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Procedure
- de dagvaarding van 27 november 2014 met producties,
- de conclusie van antwoord.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter te Leiden geoordeeld over de kwalificatie van markiezen die aan een huurwoning zijn bevestigd. De stichting Woningstichting Buitenlust, de eisende partij, had een geschil met de gedaagde, die in persoon procedeerde, over de servicekosten die in rekening werden gebracht voor de markiezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de markiezen niet als onroerende zaken kunnen worden aangemerkt, maar als roerende zaken. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat de markiezen niet duurzaam met de grond zijn verenigd en dat het gehuurde zonder de markiezen als een volwaardige woning kan worden beschouwd. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de markiezen eenvoudig kunnen worden verwijderd zonder schade aan het gehuurde of de markiezen zelf. De uitspraak van de Huurcommissie, die de markiezen als onroerend had gekwalificeerd, werd door de kantonrechter verworpen. De vordering van Buitenlust om de markiezen als roerende zaken te kwalificeren werd toegewezen, evenals de vordering om het voorschotbedrag voor de servicekosten vast te stellen op € 34,11 per maand, inclusief een vergoeding voor de markiezen van € 3,00 per maand. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 4 maart 2015.