In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2015, betreft het een deelgeschil tussen verzoekers, de ouders van [C], en de naamloze vennootschap Allianz Benelux N.V. (handelend onder de naam London Verzekeringen). Verzoekers hebben een verzoek ingediend om te verklaren dat de kosten van expertiserapporten door de psychiater dr. E.M. van der Meulen, die zijn opgesteld naar aanleiding van een verkeersongeval waarbij hun dochter [C] betrokken was, door London Verzekeringen vergoed dienen te worden. Het ongeval vond plaats op 22 juni 2011, waarbij [C] en haar moeder in de auto zaten die door een camper werd aangereden. London heeft de aansprakelijkheid erkend, maar betwist de causaliteit tussen het ongeval en de psychische klachten van [C], die onder andere bestaan uit PTSS.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de rapporten van Van der Meulen niet als bindend uitgangspunt kunnen dienen voor de verdere schaderegeling, omdat deze rapporten eenzijdig zijn opgesteld zonder de medewerking van London. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden en dat Van der Meulen niet beschikte over alle relevante informatie, wat de waarde van haar rapporten beperkt. Hierdoor kan niet worden aangenomen dat er een causaal verband bestaat tussen het ongeval en de psychische klachten van [C].
De rechtbank heeft ook de kosten van de expertiserapporten beoordeeld en geconcludeerd dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat verzoekers eenzijdig het onderzoek hebben laten uitvoeren zonder voldoende overleg met London. De rechtbank heeft de kosten van de procedure begroot op € 4.928,40, maar heeft de veroordeling tot betaling van deze kosten afgewezen, omdat het causale verband tussen het ongeval en de klachten van [C] nog niet vaststaat. De rechtbank heeft de partijen aangespoord om in overleg te treden over de verdere behandeling van [C].