Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 2 juni 2014, met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5b;
- het tussenvonnis van 10 september 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 2 december 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 50.000,= over te maken aan een familielid, zonder dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt over hoe met het geld moet worden omgegaan) voor lief genomen en kan zij niet aan [gedaagde] tegenwerpen. Het verweer van [gedaagde] slaagt. Dit deel van de vordering van [eiseres] zal daarom worden afgewezen.
1.788,=(2 punten × tarief € 894,=)