In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2015 uitspraak gedaan in het verzoek van Mr. L. Th. A. Boender, advocaat te Rotterdam, om ontslag als vereffenaar van de besloten vennootschap Kwekerij Revadap B.V. Verzoeker was op 1 april 2015 benoemd tot vereffenaar en had de taak om een aandeel in een registergoed te verkopen. De verkoop vond plaats en de opbrengst is aan de ABN AMRO Bank N.V. als hypotheekhouder toegedeeld, na aftrek van de boedelbijdrage en het salaris van de vereffenaar. De notariële akte van de verkoop is op 10 april 2015 ingeschreven. Verzoeker heeft verzocht om ontslag als vereffenaar, stellende dat zijn werkzaamheden zijn beëindigd na de verkoop en dat er geen baten meer zijn. De rechtbank heeft, na beoordeling van het verzoek, geoordeeld dat verzoeker op eigen verzoek kan worden ontslagen als vereffenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vereffening eindigt op het moment dat er geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn. Na afloop van een maand na beëindiging van de vereffening dient de vereffenaar rekening en verantwoording af te leggen aan de rechter. De beschikking zal bekendgemaakt worden op de website van de rechtspraak.