ECLI:NL:RBDHA:2015:7353
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontheffing van non-concurrentiebeding in het kader van franchiseovereenkomst
In deze zaak vorderde eiseres, aangeduid als [A], ontheffing van het non-concurrentiebeding dat was opgenomen in een franchiseovereenkomst met de besloten vennootschap Groei-en, voorheen bekend als Impulsus Personal Quality & Results B.V. De franchiseovereenkomst was op 8 juli 2005 gesloten en had een looptijd van vijf jaar. Eiseres stelde dat de overeenkomst niet rechtsgeldig was ontbonden door Groei-en, en dat zij niet gehouden was aan het non-concurrentiebeding. Groei-en voerde aan dat de franchiseovereenkomst rechtsgeldig was beëindigd en dat eiseres zich aan het non-concurrentiebeding diende te houden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de rechtsgeldigheid van de ontbinding en dat nader onderzoek nodig was om te bepalen of het non-concurrentiebeding aan eiseres kon worden tegengeworpen. De rechter concludeerde dat eiseres misbruik van procesrecht maakte door de vordering in kort geding in te stellen, en wees de vorderingen van eiseres af. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van Groei-en, die op € 4.750,-- werden vastgesteld.