ECLI:NL:RBDHA:2015:7718
Rechtbank Den Haag
- Herroeping
- I.N. Powell
- D.G.J. Dop
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar de toepassing van de Ereschuldregeling in relatie tot arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juli 2015 uitspraak gedaan in het kader van een heropening van het onderzoek naar de toepassing van de Ereschuldregeling, specifiek met betrekking tot de beoordeling van arbeidsongeschiktheid. Eiser, vertegenwoordigd door mr. H.J.M.G.M. van der Meijden, heeft beroep ingesteld tegen de minister van Defensie, vertegenwoordigd door mr. W.R.C. Adang. De rechtbank heeft op 27 mei 2015 de openbare behandeling van het beroep gehouden en is tot de conclusie gekomen dat het eerdere onderzoek niet volledig is geweest, wat aanleiding gaf tot heropening.
De rechtbank heeft zich in haar overwegingen gericht op de vraag hoe de verzekeringsgeneeskundige toets zich verhoudt tot het administratieve karakter van de Ereschuldregeling, zoals vastgelegd in artikel 21a, vierde lid, van het Besluit AO/IV. De rechtbank heeft benadrukt dat de berekening van de bijzondere uitkering op basis van het percentage van de mate van arbeidsongeschiktheid met dienstverband moet plaatsvinden, mits dit percentage hoger is dan dat van de mate van invaliditeit met dienstverband. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, door stukken uit het UWV-dossier van eiser aan de verzekeringsarts voor te leggen, impliciet erkent dat een puur administratieve beoordeling niet voldoende is en dat er een verzekeringsgeneeskundige toets nodig is.
De rechtbank heeft ook de rapporten van de verzekeringsarts beoordeeld, waarin werd gesteld dat eiser doorlopend en blijvend arbeidsongeschikt is, maar dat er geen dienstverband is aanvaard voor de aandoeningen. De rechtbank heeft echter onvoldoende onderbouwing gezien voor de conclusie dat de dienstverbandaandoening niet bovenliggend is voor de arbeidsongeschiktheid van eiser. Daarom heeft de rechtbank verweerder verzocht om een nadere motivering te geven over de wijze waarop de mate van arbeidsongeschiktheid met dienstverband moet worden vastgesteld, vooral in gevallen waarin er een samenstel van aandoeningen is, waarvan sommige met en andere zonder dienstverband zijn.
De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en verweerder de gelegenheid te geven om binnen zes weken een nadere motivering aan te leveren. Eiser zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om hierop te reageren, waarna de rechtbank verdere stappen in de procedure zal ondernemen.