Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Vonnis van 8 juli 2015 (bij vervroeging)
[eiser],
de besloten vennootschap VAN DER STAP BETON BV,
De procedure
- het tussenvonnis van de rechtbank van 24 december 2014, met alle daarin opgesomde eerdere processtukken met alle producties;
- de akte van 11 februari 2015, met de producties 21 en 22 van mr. Postma;
- de akte van 11 februari 2015, met de producties 1 t/m 4 van mr. Duijsens;
- de rolbeslissing van de rechtbank van 17 februari 2015;
- het verzoek van mr. Duijsens per brief van 22 mei 2015, het bewaar daartegen van mr. Postma van 28 mei 2015, en de afwijzende beslissing van de rechtbank van 1 juni 2015;
- de op 4 en 9 juni 2015 ter civiele griffie ontvangen producties 23 en 24 van mr. Postma;
- de op 9 juni 2015 ter civiele griffie ontvangen productie 5 van mr. Duijsens;
- het door de rechtbank opgemaakte proces-verbaal van het ambtshalve getuigenverhoor van de twee partijgetuigen en van de tweede comparitie van partijen van 11 juni 2015.
De verdere beoordeling
€ 23.130,00
€ 2.600,00
€ 1.800,00
€ 27.524,70behoort terug te betalen. In zoverre zal de rechtbank de vordering in conventie dus toewijzen. De ook nog gevorderde verklaring voor recht zal de rechtbank bij gebrek aan belang afwijzen.
€ 3.570toewijzen. De daarover gevorderde wettelijke rente met ingang van 1 september 2010 zal de rechtbank echter afwijzen, omdat ook ter tweede zitting onvoldoende is komen vast te staan dat [eiser] deze meerwerkfactuur van € 3.570 van 3 augustus 2010 al in augustus 2010 heeft ontvangen en niet pas op zijn vroegst in oktober 2013 via de correspondentie tussen zijn advocaat mr. Postma en rechtsbijstandsverzekeraar ARAG van Van der Stap Beton BV.
€ 3.570, dat is per saldo dus nog
€ 23.954,70.Wettelijke rente over dat bedrag is niet gevorderd en is daarom niet toewijsbaar.
€ 2.698,80, vermeerderd met de daarover wel gevorderde wettelijke rente.
De beslissingen
€ 23.954,70;
€ 2.698,80voor de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag met ingang van 23 juli 2015 indien (en voor zover) de betaling daarvan vóór 23 juli 2015 uitblijft;