ECLI:NL:RBDHA:2015:8712
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en rechtmatig verblijf van een Unieburger
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 23 juli 2015 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser, een Portugese nationaliteit houder, had op 9 juli 2015 een asielaanvraag ingediend die was afgewezen op grond van het feit dat hij rechtmatig verblijf had in Nederland. Eiser had zich op 13 mei 2015 gemeld voor asiel na zijn aankomst op 11 mei 2015. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in het bezit was van een geldige identiteitskaart, wat hem het recht gaf om gedurende de eerste drie maanden in Nederland te verblijven zonder dat hij een verblijfsvergunning nodig had.
Tijdens de zitting op 23 juli 2015 is eiser vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. drs. J.M. Walls. De rechtbank heeft overwogen dat het beroep van eiser op de algemene middelen niet automatisch leidt tot het beëindigen van zijn rechtmatig verblijf als burger van de Unie. Aangezien het rechtmatig verblijf voortduurt, heeft eiser geen belang bij de beoordeling van zijn asielaanvraag, wat resulteert in de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.