Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Rechtbank Den Haag
Op 30 juli 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Oekraïense eiser die asielrechtelijke bescherming vroeg. De eiser had op 13 juli 2015 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen. De eiser verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zijn uitzetting zou worden opgeschort totdat het beroep op de afwijzing van zijn asielaanvraag was behandeld.
Tijdens de zitting op 30 juli 2015 werd de zaak behandeld. De eiser was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M.B. van den Toorn-Volkers. De voorzieningenrechter oordeelde dat nader onderzoek niet nodig was en deed onmiddellijk mondeling uitspraak. De voorzieningenrechter concludeerde dat de eiser niet geloofwaardig had aangetoond dat hij oproepingen voor militaire dienst had ontvangen. Hij had geen bewijsstukken overgelegd en kon geen details verstrekken over de inhoud van de oproepingen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris terecht had vastgesteld dat het asielrelaas van de eiser ongeloofwaardig was. De eiser had bovendien bijna een half jaar de tijd gehad om de oproepingen op te halen, maar had dit niet gedaan. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier S.A.K. Kurvink.