Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 augustus 2016, met producties 1 tot en met 22 en de nadien ingekomen producties 23 tot en met 25 alsmede een (aanvullend) proceskostenoverzicht;
- de op 23 augustus 2016 ingekomen akte van Hestex, met producties 1 tot en met 11, aangevuld bij e-mail van diezelfde dag en de nadien ingekomen productie 12;
- de op 25 augustus 2016 ingekomen e-mail van A Booth met daarin de tussen partijen gemaakte proceskostenafspraak;
- de mondelinge behandeling van 26 augustus 2016;
- de pleitnota van A Booth en Hestex.
2.De feiten
Opslag- en transportinrichting (21) voor wandelementen(7) omvattende een basiselement (22), een dakelement (23) en ten minste vier tussen basis-en dakelement gepositioneerde stijlelementen, waarbij ten minste één van de basis- of dakelementen gleuven (29) voor het inschuiven van wandbouwelementen (7) omvat, met het kenmerk, dat de gleuven (29) aan één zijde een V-vormige toevoerdelta omvatten, waarbij de toevoerdelta’s van twee naast elkaar gelegen gleuven (29) aan tegenover elkaar liggende zijden zijn gevormd.”
Hestex is bereid haar toezegging om in Duitsland geen ex parte verbod te vragen op basis van DE 126 te doen onder aanvaarding van een (redelijk) boetebeding.”
3.Het geschil
anti suit injunctionop te leggen. Het kan Hestex niet worden verboden de zaak omtrent het Gebrauchsmuster aan de Duitse rechter voor te leggen.
4.De beoordeling
all claims resulting from or related to the Dispute and the Proceedings”, zoals vermeld in artikel 4.1 van de vaststellingsovereenkomst, of althans dat Hestex er redelijkerwijs niet van uit mocht gaan dat A Booth zou denken dat een vordering gebaseerd op DE 126 buiten de vaststelling zou vallen. Daar staat tegenover dat DE 126 nu juist niet in de vaststellingsovereenkomst is genoemd en dat het Gebrauchsmuster ook geen onderwerp van geschil was in de VRO-procedure. Desgevraagd heeft A Booth ter zitting verklaard dat zij bij het door Hestex gemaakte voorbehoud in 4.2 het oog had op andere intellectuele eigendomsrechten (zoals genoemd in de sommatiebrief uit 2013, r.o. 2.7) van Hestex en dat zij meende dat over die rechten geen geschillen konden ontstaan.