Uitspraak
V.O.F. [eiseres] , gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres(gemachtigde: G.G. Berloth),
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
Beslissing
Overwegingen
(…)
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 september 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een V.O.F. en de inspecteur van de Belastingdienst over een informatiebeschikking die was afgegeven op basis van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr). De eiseres, een onderneming die zich bezighoudt met de reparatie en handel in tweedehands auto’s, was van mening dat de informatiebeschikking onterecht was gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bedrijfsactiviteiten van eiseres haar kwalificeerden als ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uitvoerig stilgestaan bij de administratieve verplichtingen van eiseres en de bevindingen van het boekenonderzoek dat door de Belastingdienst was uitgevoerd. De rechtbank concludeert dat eiseres niet heeft voldaan aan haar administratieplicht, met name de bewaarplicht, en dat de informatiebeschikking terecht is afgegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sluitende voorraadadministratie was en dat er negatieve kassaldi waren, wat duidt op een gebrekkige administratie.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.