ECLI:NL:RBDHA:2016:11575
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Iraakse eiser met herkomst uit Mosul
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 september 2016 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Iraakse eiser, die een opvolgende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingediend. Eiser, geboren in Mosul, had eerder asielaanvragen ingediend die alle waren afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de herkomst van eiser uit Mosul niet aannemelijk was, ondanks de overgelegde documenten ter onderbouwing van zijn aanvraag. De rechtbank stelde vast dat de eerdere afwijzingen in rechte vaststonden en dat de nieuwe documenten, waaronder een verklaring van de Iraakse ambassade, niet voldoende bewijs boden voor de herkomst van eiser. De rechtbank concludeerde dat de verklaring van de ambassade niet aantoonde dat eiser in Mosul had gewoond tot zijn vertrek naar Nederland. Bovendien werd vastgesteld dat de medische stukken geen aanleiding gaven om het Bureau Medische Advisering om advies te vragen, aangezien er geen bewijs was dat eiser zich in een levensbedreigende situatie bevond. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiser om deskundigenonderzoek af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.