ECLI:NL:RBDHA:2016:11858
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- T. Sleeswijk Visser-de Boer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake sluiting horeca-inrichting in Den Haag
Op 29 september 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, twee horecaondernemers, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Den Haag, dat op 13 september 2016 de sluiting van hun horeca-inrichting voor onbepaalde tijd heeft bevolen. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij van mening zijn dat de sluiting onterecht is.
Tijdens de zitting op 29 september 2016 zijn de verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden, terwijl de burgemeester zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, waarbij het besluit van 13 september 2016 werd geschorst tot zes weken na de beslissing op het bezwaar. De voorzieningenrechter oordeelde dat een sluiting voor onbepaalde tijd in dit geval te zwaar was, gezien de voorgeschiedenis tussen partijen en het feit dat er slechts één keer was waargenomen dat er tegen betaling alcoholische dranken en voedsel werden verstrekt.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de burgemeester het door verzoeker 1 en verzoeker 2 betaalde griffierecht moet vergoeden, en veroordeelde de burgemeester in de proceskosten van de verzoekers. De voorzieningenrechter benadrukte het belang van een constructief gesprek tussen de betrokken partijen, gezien de procedures en het daarmee gemoeide gemeenschapsgeld. Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Sleeswijk Visser-de Boer, rechter, in aanwezigheid van mr. B.J. Dekker, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 september 2016. Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.