Uitspraak
REchtbank DEN Haag
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar, verweerder
[derde-partij], te [woonplaats] , vergunninghouder.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening en een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar. Het geschil betreft de verlening van een omgevingsvergunning voor het oprichten van twee padelbanen op het perceel Ammonslaantje 37 te Wassenaar. Eiser, die zich verzet tegen de vergunning, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 30 december 2015, waarin de vergunning werd verleend. Het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard in een besluit van 16 augustus 2016, wat heeft geleid tot het beroep van eiser.
Tijdens de zitting op 3 oktober 2016 is vastgesteld dat de padelbanen als bouwwerk moeten worden aangemerkt. De voorzieningenrechter concludeert dat het bouwplan in strijd is met de bestemming 'Sport', omdat niet voldaan wordt aan de eis van minimaal 75% openheid van de verticale projectie van de wanden. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vergunning niet verleend had mogen worden, omdat de oppervlakte van de padelbanen de toegestane limiet overschrijdt. De voorzieningenrechter vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de reguliere voorbereidingsprocedure niet van toepassing is, maar de uitgebreide procedure wel. Tevens wordt de voorlopige voorziening getroffen dat het primaire besluit wordt geschorst tot zes weken na het nieuwe besluit.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een goede ruimtelijke ordening en de naleving van bestemmingsplannen bij het verlenen van omgevingsvergunningen. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de kosten van het beroep en de reiskosten van eiser vergoed dienen te worden.