ECLI:NL:RBDHA:2016:13817
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op economische gronden en inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 november 2016 uitspraak gedaan in de bodemzaak en de voorlopige voorziening met betrekking tot de asielaanvraag van eiser, die afkomstig is uit Marokko. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat eiser enkel economische motieven aan zijn aanvraag ten grondslag heeft gelegd. Eiser heeft verklaard naar Nederland te zijn gekomen om zijn leven economisch te verbeteren en beter voor zijn zieke moeder in Marokko te zorgen. Hij heeft echter niet kunnen onderbouwen dat hij vanwege zijn etniciteit, als Berber, gediscrimineerd werd in Marokko, noch dat hij geen verkoopvergunning kon krijgen van de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de aangevoerde redenen niet relevant zijn voor de beoordeling van de asielaanvraag. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor het treffen van een voorlopige voorziening en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. J.A.B. Koens. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.