ECLI:NL:RBDHA:2016:13855
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen op grond van kennelijk ongegrondheid en gebrek aan geloofwaardigheid van bedreigingen in Libië
Op 16 november 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL16.3108 en NL16.3107, waarbij de asielaanvragen van eisers, een gezin uit Libië, zijn afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aanvragen kennelijk ongegrond zijn, omdat de eisers niet hebben aangetoond dat zij specifiek bedreigd zijn in Libië. De rechtbank merkte op dat de door eiser genoemde bedreigingen niet zijn onderbouwd en dat er geen bewijs is geleverd dat eiser zelf bedreigd is. De rechtbank heeft ook verwezen naar een ambtsbericht over de situatie in Libië, waaruit blijkt dat er geen wezenlijk andere situatie is dan eerder vastgesteld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank concludeerde dat de eisers niet in aanmerking komen voor asiel, omdat zij niet tijdig een aanvraag hebben ingediend na het verstrijken van hun visum. De beroepen zijn ongegrond verklaard en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.