ECLI:NL:RBDHA:2016:15436
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van verklaring omtrent gedrag (VOG) in verband met zedendelicten en de toepassing van het verscherpte toetsingskader
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2016 uitspraak gedaan over de weigering van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om een verklaring omtrent het gedrag (VOG) af te geven aan eiser, die in 1998 was veroordeeld voor zedendelicten. Eiser had een aanvraag ingediend voor een VOG voor een functie bij een onderwijsinstelling. De staatssecretaris weigerde de VOG op basis van het beleid dat bij zedendelicten geen terugkijktermijn geldt en dat de justitiële gegevens van eiser een belemmering vormen voor de uitoefening van de functie. Eiser voerde aan dat de weigering disproportioneel was, gezien zijn jeugdige leeftijd ten tijde van de feiten en zijn succesvolle behandeling voor het syndroom van Asperger. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat de weigering van de VOG niet evident disproportioneel was, gezien de ernst van de gepleegde feiten en de betrokkenheid van meerdere slachtoffers. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.