ECLI:NL:RBDHA:2016:15911
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Hersteluitspraak inzake asielaanvraag en verantwoordelijkheidsverdeling tussen lidstaten
Op 19 december 2016 heeft de Rechtbank Den Haag een hersteluitspraak gedaan in de zaak van een eiser die een asielaanvraag had ingediend. De uitspraak betreft een correctie op een eerdere uitspraak van 15 december 2016, waarin Polen ten onrechte werd genoemd als de lidstaat die verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van de eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze informatie niet juist was en heeft besloten dit kennelijke gebrek te herstellen. In de hersteluitspraak is aangegeven dat Zwitserland de juiste lidstaat is die verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, op basis van het claimakkoord dat van toepassing is.
De rechtbank heeft de motivering van de eerdere uitspraak aangepast, specifiek rechtsoverweging 4, waarin nu wordt gesteld dat de overdracht van de eiser aan Zwitserland niet in strijd is met artikel 32 van het Vluchtelingenverdrag. Deze hersteluitspraak is gedaan door rechter C. van Boven-Hartogh, in aanwezigheid van griffier M.Ch. Grazell. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen rechtsmiddel open tegen deze hersteluitspraak. Tevens heeft deze uitspraak geen invloed op de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.