ECLI:NL:RBDHA:2016:15985

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 november 2016
Publicatiedatum
22 december 2016
Zaaknummer
4926219 RL EXPL 16-8585
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake onrechtmatige daad en auteursrechtelijke inbreuk met betrekking tot publicatie van foto zonder toestemming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 november 2016 een herstelvonnis uitgesproken in een procedure die eerder op 3 oktober 2016 was gestart. De eiser, vertegenwoordigd door mr. C.W. Meindersma, had verzocht om verbetering van het eerdere vonnis, omdat er fouten waren gemaakt in de proceskostenvergoeding, de naam van de gemachtigde en de datum van het vonnis. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. A.J.J. Kreutzkamp, heeft niet gereageerd op dit verzoek.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de proceskostenvergoeding in het eerdere vonnis onjuist was vastgesteld op € 3.990,00, terwijl het juiste bedrag € 4.300,16 zou moeten zijn. Daarnaast was de naam van de gemachtigde verkeerd vermeld en was de datum op de vervolgpagina's van het vonnis onjuist. De rechter heeft geoordeeld dat deze fouten eenvoudig te herstellen waren en heeft het vonnis van 3 oktober 2016 dienovereenkomstig verbeterd.

In de beslissing heeft de kantonrechter de verbeteringen doorgevoerd en de griffier opgedragen om deze aanpassingen aan de minuut van het oorspronkelijke vonnis te hechten. Het vonnis van 3 oktober 2016 is voor het overige gehandhaafd. Dit herstelvonnis is opnieuw uitgesproken ter openbare terechtzitting op 10 november 2016, waarbij de kantonrechter mr. Y.E. Kastein het vonnis heeft getekend en de griffier aanwezig was.

Uitspraak

Bijlage bij het vonnis van kantonrechter mr. Y.E. Kastein, gewezen op 3 oktober 2016

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
rolnummer: 4926219 RL EXPL 16-8585
datum verbetering: 10 november 2016

Herstelvonnis van de kantonrechter van 10 november 2016

Verbetering van het op 3 oktober 2016 uitgesproken vonnis van de kantonrechter

in de zaak van:

[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,eisende partij,gemachtigde: mr. C.W. Meindersma,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. A.J.J. Kreutzkamp.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiser] en “ [gedaagde] ”.

Het verzoek tot verbetering

Bij schrijven van 7 oktober 2016 heeft de gemachtigde van [eiser] de kantonrechter verzocht het op 3 oktober 2016 in de onderhavige zaak gewezen vonnis te verbeteren voor wat betreft de daarin opgenomen:
  • proceskostenvergoeding, aangezien is opgenomen dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot het betalen van de proceskosten ad € 3.990,00, terwijl de optelsom van de in overweging 5.7 genoemde bedragen € 4.300,16 is en niet € 3.990,00;
  • naam van gemachtigde, aangezien mr. C.W. Meindersma zich als gemachtigde heeft gesteld blijkens haar schrijven d.d. 3 augustus 2016 en niet mr. C. Groen;
  • vonnisdatum, aangezien in de kop van de vervolgpagina’s 12 september 2016 als vonnisdatum is vermeld, terwijl dit 3 oktober 2016 moet zijn.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld zich over dat verzoek uit te laten. [gedaagde] heeft hier niet op gereageerd.

De beoordeling

Op basis van de door [eiser] verstrekte informatie komt de kantonrechter tot het oordeel dat in het vonnis van 3 oktober 2016 per abuis is opgenomen dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot het betalen van proceskosten ad € 3.990,00, terwijl de optelsom van de in overweging 5.7 genoemde bedragen € 4.300,16 is en niet € 3.990,00.
Op grond van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat het vonnis van
3 oktober 2016 voor wat betreft de proceskostenvergoeding als ook de overige aangehaalde punten een ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare schrijffout bevat in de zin van artikel 31 Rv. Op dat punt en de twee andere door de gemachtigde genoemde punten dient het vonnis te worden verbeterd zoals hieronder is weergegeven.

De beslissing

De kantonrechter:
- verbetert het tussen partijen gewezen en op 3 oktober 2016 uitgesproken vonnis in die zin dat de daarin vermelde gemachtigde wordt gewijzigd in mr. C.W. Meindersma en dat de vonnisdatum op de vervolgpagina’s van het vonnis wordt gewijzigd in 3 oktober 2016;
- verbetert het tussen partijen gewezen en op 3 oktober 2016 uitgesproken vonnis in die zin dat de daarin opgenomen beslissing ten aanzien van de proceskostenvergoeding komt te luiden als volgt:
“6.2 - een bedrag van € 4.300,16 als vergoeding voor de proceskosten waarvan € 350,00 als het aan de gemachtigde van [eiser] toekomende salaris, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na dagtekening van het vonnis tot aan de dag der voldoening;”
- gelast de griffier van deze rechtbank om deze verbetering aan de minuut van het vonnis van 3 oktober 2016 te hechten en om op de eerste bladzijde van die minuut de volgende tekst te stellen:
“Dit vonnis is verbeterd bij herstelvonnis van 10 november 2016 dat is getekend door kantonrechter mr. Y.E. Kastein en aan dit vonnis gehecht en opnieuw uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 november 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.”;
- handhaaft het vonnis van 3 oktober 2016 voor het overige.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. Y.E. Kastein en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 november 2016.