ECLI:NL:RBDHA:2016:16884
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters in belastingzaak afgewezen
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters E.I. Batelaan-Boomsma en T. van Rij van de Rechtbank Den Haag. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank waarin het beroep van verzoeker tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar tegen een belastingaanslag werd afgewezen. Verzoeker had gezondheidsklachten en verzocht om uitstel van de behandeling van zijn verzet, wat door de rechtbank werd afgewezen. Hierop heeft verzoeker de rechters gewraakt, stellende dat zijn verzoek om uitstel ten onrechte was afgewezen en dat de rechters geen oog hadden voor zijn gezondheidsklachten.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek zich richtte tegen de afwijzing van het uitstelverzoek, dat door mr. T. van Rij was gedaan. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn wrakingsverzoek tegen mr. E.I. Batelaan-Boomsma, omdat zij geen rol had gespeeld in de beslissing over het uitstelverzoek. De wrakingskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, en dat alleen in uitzonderlijke gevallen een wraking gerechtvaardigd kan zijn.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet kan worden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 21 april 2016.